2016
Niet onder mijn leiding!
Juni 2016


Dienen in de kerk

Niet onder mijn leiding!

De auteur woont in Californië (VS).

De sleutel tot ons succes was liefde voor de jongemannen terwijl we hen dienden.

leader with young men

Ik had een goede band met een gezin met een zoon in de jongemannenorganisatie. Toen hij diaken was, gaf een leider hem op zijn kop en bracht hem in verlegenheid waar zijn leeftijdgenoten bij waren. Daarna voelde hij zich nog meer geblameerd, ging niet meer naar activiteiten en zocht vrienden buiten zijn wijk.

Die ervaring maakte veel indruk op me. Ik besloot dat zoiets nooit onder mijn leiding zou gebeuren als ik geroepen werd om met de jongemannen te werken. Enkele jaren later werd ik geroepen om met de diakenen te werken.

Binnen een paar maanden had ik te maken met een jongeman die voortdurend de grenzen van toelaatbaar gedrag opzocht.

Tenslotte zei ik over zijn gedrag: ‘Dit is de grens. Ga er niet overheen.’

Hij ging er wel overheen, we hadden een woordenwisseling en hij ging weg.

Later praatte ik met hem om ons geschil op te lossen. Ik zei: ‘David, ik hou van je en je bent een goede jongeman, maar ik hou niet van sommige dingen die je doet. De andere jongemannen zien jou als een leider en als ze merken dat jij je zonder strafmaatregelen ongepast kunt gedragen, zullen zij het misschien ook proberen.’

We legden het bij, hij voelde zich geaccepteerd en als leiders hielpen we hem met enkele persoonlijke moeilijkheden. Toen hij veertien jaar werd, vroeg hij mij om hem tot leraar te ordenen. Nu, jaren later, slaat hij zijn armen om me heen als hij me ziet en praat met bewondering over zijn tijd bij de jongemannen.

Als we van de jongemannen houden en het leuk vinden om bij ze te zijn, weten ze dat. Daarom tonen mijn raadgevers en ik oprechte belangstelling voor onze jongemannen. We hielden nooit een activiteit alleen omdat het voorgeschreven was, maar omdat we wisten dat de jongemannen een vaardigheid zouden leren, zouden groeien en plezier zouden hebben.

Op een keer hadden we een jongeman van wie de ouders geen interesse in ons programma hadden.

‘Dat geeft niks’, zei ik tegen hen, ‘maar vinden jullie het goed als je zoon toch komt, leert en plezier heeft?’

We betrokken hem in het programma en niet lang daarna vonden zijn ouders het goed dat hij helemaal meedeed. Ze zagen dat hun zoon leerde en plezier had. Later vervulde hij een voltijdzending. Zijn jongere broer bloeide ook op en ging ook op zending.

Wij zagen een verband tussen het feit dat leiders belangstelling voor een jongeman hadden en dat die jongeman leerde, groeide en uiteindelijk op zending ging. Jongemannen zien groeien, geeft voldoening en samen met hen leren is leuk. De sleutel tot ons succes was liefde voor de jongemannen terwijl we hen dienden.