Boodschap van het Eerste Presidium
Onze Vader, onze Mentor
Hebt u ooit een doos met onderdelen opengemaakt, de montagehandleiding bekeken en gedacht: ‘Hier kan ik echt geen wijs uit’?
Af en toe halen we er ondanks onze beste bedoelingen en ons zelfvertrouwen een onderdeel uit en denken: ‘Waar is dat voor?’ of ‘Hoe past dat?’
Onze frustratie neemt toe als we een disclaimer op de doos zien die luidt: ‘Montage vanaf acht jaar.’ Omdat we nog steeds niet weten hoe het in elkaar zit, doet dat ons zelfvertrouwen geen goed.
Soms hebben we met het evangelie een soortgelijke ervaring. Als we een bepaald onderdeel ervan bekijken, schudden we misschien ons hoofd en vragen ons af waar dat onderdeel toe dient. Of als we naar een ander onderdeel kijken en hard ons best doen om het goed te begrijpen, vragen we ons toch af waarom dat onderdeel erbij hoort.
Onze Vader is onze Mentor
Onze hemelse Vader heeft ons prachtige aanwijzingen gegeven om ons leven te ordenen en zo het beste van onszelf te maken. Die aanwijzingen werken ongeacht onze leeftijd of omstandigheden. Hij heeft ons het evangelie en de Kerk van Jezus Christus gegeven. Hij heeft ons het verlossingsplan, het heilsplan, ja, het plan van geluk gegeven. Hij heeft ons niet aan ons lot overgelaten met alle onzekerheden en moeilijkheden van dit leven en gezegd: ‘Daar ga je. Het allerbeste. Zoek het maar uit.’
Als we geduldig zijn en met een nederig hart en een open oog zoeken, zullen we merken dat God ons veel hulpmiddelen heeft gegeven om zijn allesomvattende aanwijzingen voor een gelukkig leven beter te begrijpen:
-
Hij heeft ons de kostbare gave van de Heilige Geest gegeven, die onze hemelse privéleraar kan worden als we het woord van God bestuderen en onze gedachten en daden in harmonie met zijn woord trachten te brengen.
-
Hij is dag en nacht toegankelijk voor ons door middel van gebed en geloof en oprechte smeekbeden.
-
Hij heeft ons hedendaagse apostelen en profeten gegeven, die ons het woord van God in deze tijd openbaren en de bevoegdheid hebben om op aarde en in de hemel te binden of verzegelen.
-
Hij heeft zijn kerk hersteld — een organisatie van gelovigen die samenwerken om elkaar te steunen, terwijl ze met vrees en beven, en met uitzonderlijke blijdschap aan hun eigen zaligheid werken.1
-
Hij heeft ons de heilige Schriften, zijn geschreven woord aan ons, gegeven.
-
Hij heeft ons een scala aan hulpmiddelen van moderne technologie op ons pad als discipel gegeven. Op LDS.org kunnen we veel geweldige hulpmiddelen vinden.
Waarom heeft onze hemelse Vader ons zoveel hulp gegeven? Omdat Hij van ons houdt. En om wat Hij zelf heeft gezegd: ‘Want zie, dit is mijn werk en mijn heerlijkheid: de onsterfelijkheid en het eeuwige leven van de mens tot stand te brengen.’2
Met andere woorden: onze hemelse Vader is onze God en God is een mentor voor ons.
Onze Vader in de hemel kent de behoeften van zijn kinderen beter dan wie ook. Het is zijn werk en heerlijkheid om ons bij iedere bocht te helpen, en Hij geeft ons prachtige materiële en geestelijke hulpmiddelen op ons pad terug naar Hem.
Iedere vader is een mentor
In sommige delen van de wereld wordt vaders in de maand juni speciale eer betoond. Het is altijd goed om onze ouders te eren en respecteren. Vaders doen veel goeds voor hun gezin en hebben veel bewonderenswaardige eigenschappen. Twee van de voornaamste rollen die vaders voor hun kinderen spelen zijn die van een goed voorbeeld en een mentor. Vaders doen meer dan hun kinderen zeggen wat goed of slecht is. Zij doen veel meer dan hun alleen een handleiding toegooien en van hen verwachten dat ze het zelf maar uitzoeken.
Vaders begeleiden hun dierbare kinderen als mentor en tonen door hun voorbeeld hoe je eerlijk leeft. Vaders laten hun kinderen niet in de steek, maar schieten te hulp en helpen ze overeind wanneer ze struikelen. En soms, als ze het wijs achten, laten vaders toe dat hun kinderen worstelen, omdat ze beseffen dat dit misschien de beste manier voor ze is om te leren.
Wij zijn allemaal mentoren
Hoewel aardse vaders dat voor hun eigen kinderen doen, moeten wij al Gods kinderen een vorm van mentorschap aanbieden, ongeacht hun leeftijd, verblijfplaats of omstandigheden. Bedenk dat Gods kinderen broeders en zusters zijn, en dat we allemaal bij hetzelfde eeuwige gezin horen.
Laten we daarom in dat opzicht allemaal een mentor zijn: met het verlangen om elkaar de hand te reiken en te helpen om het beste uit onszelf te halen. Omdat we Gods nageslacht zijn, hebben we de mogelijkheid om zoals Hij te worden. Het rechte, nauwe en vreugdevolle pad dat ons tot in de nabijheid van onze hemelse Ouders leidt, bestaat uit liefde voor God en onze naasten, gehoorzaamheid aan Gods geboden en het volgen van Christus’ voorbeeld.
Als de God van het heelal zoveel om ons geeft dat Hij een mentor voor ons is, kunnen wij misschien ook naar onze medemens omzien, ongeacht zijn huidskleur, ras, sociaal-economische situatie, taal of godsdienst. Laten we geïnspireerde mentoren worden en anderen tot zegen zijn — niet alleen onze eigen kinderen, maar al Gods kinderen in de hele wereld.