Elkaars lasten dragen
Naar een toespraak uit juni 2017 voor medewerkers van LDS Family Services. Ouderling Holland heeft deze versie bewerkt voor een breder publiek.
We kunnen de reis misschien niet veranderen, maar we kunnen ervoor zorgen dat niemand ze alleen hoeft te maken. Is dat niet wat elkaars lasten dragen betekent?
De apostel Petrus heeft geschreven dat discipelen van Jezus Christus ‘vol medeleven’ (1 Petrus 3:8) dienen te zijn. Velen onder u vervullen dat gebod elke dag eervol en voortreffelijk. De behoefte aan medeleven is vandaag de dag nog even dwingend. Hedendaagse gegevens wekken de indruk dat één op de vijf volwassenen in de Verenigde Staten (43,8 miljoen mensen) elk jaar aan een mentale ziekte lijdt.1 Pornografie is overal: één website is in 2016 meer dan 23 miljard keer bezocht.2 ‘Het aantal huishoudens met twee ouders daalt in de Verenigde Staten [sterk], terwijl het aantal gevallen van scheiding, […] samenwonen, [en geboorte buiten het huwelijk] stijgt. […] Tegenwoordig wordt meer dan veertig percent van de kinderen geboren bij een vrouw die single is of ongehuwd samenwoont.’3
Om het volk van de Heiland genoemd te worden en in zijn kerk te dienen, moeten we ‘gewillig [zijn] elkaars lasten te dragen, opdat zij licht zullen zijn; ja, en gewillig [zijn] te treuren met hen die treuren; ja, en hen te vertroosten die vertroosting nodig hebben, en om te allen tijde en in alle dingen en op alle plaatsen waar u zich ook mag bevinden, als getuige van God op te treden’ (Mosiah 18:8–9).
Voor mij is elkaars lasten dragen een eenvoudige, maar krachtige definitie van de verzoening van Jezus Christus. Wanneer we ernaar streven de last van een ander te verlichten, zijn we ‘verlossers [op] de berg Zion’ (zie Obadja 1:21). We richten ons symbolisch op de Verlosser van de wereld en zijn verzoening. We ‘verbinden de gebrokenen van hart, [roepen] voor de gevangenen vrijlating uit […] en [openen] voor wie gebonden zaten, […] de gevangenis’ (Jesaja 61:1).
Goddelijke empathie
Laten we even stilstaan bij de verzoening van Jezus Christus. Als ik de leer goed begrijp, ondervond Jezus Christus tijdens de verzoening plaatsvervangend de zonden, zorgen, problemen en tranen van alle mensen, van Adam en Eva tot het einde der wereld, en droeg Hij die last. Hijzelf beging daarbij geen zonde, maar Hij voelde de pijn en gevolgen van wie dat wel heeft gedaan. Hij heeft persoonlijk nooit een ontwricht huwelijk meegemaakt, maar Hij voelde de pijn en gevolgen van wie dat wel heeft meegemaakt. Hij onderging zelf geen verkrachting of schizofrenie of kanker of het verlies van een kind, maar Hij voelde de pijn en gevolgen van wie dat wel hebben ervaren; de hele litanie van levenslasten en gebroken harten.
Deze weergave van hoe de verzoening werkt, schetst het enige waarlijk goddelijk voorbeeld van empathie dat de wereld ooit heeft gezien. Natuurlijk kan geen enkel woord recht doen aan de gewichtigste daad in het heelal, maar ik heb nog niets beters, dus ga ik het gebruiken.
Empathie wordt gedefinieerd als ‘de gevoelens, gedachten, en ervaringen van een ander uit het verleden of heden begrijpen en plaatsvervangend ervaren’.4 Zoals ik al zei, is dat een redelijk goede uitleg van het verzoeningsproces en al helemaal als we ‘toekomst’ aan ‘verleden’ en ‘heden’ toevoegen.
We weten allemaal dat teveel van de kinderen van God in alle stilte en eenzaamheid lijden. Neem bijvoorbeeld de jongeman die mij zijn getuigenis stuurde in een opmerkelijk welbespraakte brief, maar toen erbij schreef dat zijn hart brak omdat hij, als een persoon die zich aangetrokken voelt tot mensen van hetzelfde geslacht, geen voldoening of toekomstige vreugde verwacht:
‘Er ligt voor mij een leven van eenzame nachten en sombere ochtenden in het verschiet. Ik ga trouw naar mijn jonge-alleenstaandenwijk en elke week verlaat ik de kerk met de kennis dat ik er nooit helemaal bij zal horen. Ik ga nooit mijn zoontje leren fietsen. Mijn dochtertje zal nooit mijn vinger vastnemen wanneer ze leert lopen. Ik zal nooit kleinkinderen hebben.
‘Ik ga dag na dag, maand na maand, decennium na decennium in een leeg huis aankomen, alleen door mijn hoop in Christus verankerd. Soms vraag ik me af waarom Hij me dit aandoet en me vraagt zo’n onmogelijk offer te brengen. ’s Nachts huil ik als niemand me kan zien. Ik heb het nog aan niemand gezegd, zelfs niet aan mijn ouders. Zij en mijn vrienden […] zouden me verwerpen als ze het wisten, net zoals zij al die anderen die dit pad voor mij hebben bewandeld, hebben verworpen. Mijn leven gaat afwijken van de rest. Ik kan ervoor kiezen ofwel te worden lastiggevallen en vermeden omdat ik alleenstaand blijf, ofwel te worden beklaagd en genegeerd omdat ik de reden bekendmaak. Mijn lange leven doemt voor me op. Is er geen balsem in Gilead?’5
Met zoveel pijn en vertwijfeling, zoveel hopeloosheid, is het enige dat we zo iemand zeker moeten proberen te schenken, de geruststelling dat hij niet alleen is. We moeten onvermurwbaar benadrukken dat God aan zijn zijde is, dat de engelen aan zijn zijde zijn en dat wij aan zijn zijde zijn.
Empathie. Het klinkt nogal ontoereikend, maar het is een begin. We kunnen de reis misschien niet veranderen, maar we kunnen ervoor zorgen dat niemand ze alleen hoeft te maken. Dat betekent elkaars lasten dragen toch? Het zijn lasten. En wie weet wanneer en zelfs óf ze in de sterfelijkheid worden weggenomen. Maar we kunnen samen wandelen en de lading dragen. We kunnen onze broeders en zusters verheffen zoals Jezus Christus ons heeft verheven (zie Alma 7:11–13).
En daardoor krijgen we vast een nieuwe, betere waardering voor alles wat de Heiland uiteindelijk voor ons doet. Zoals ik ooit heb gezegd:
‘Het is voor onze gemoedsrust en voor ons begrip van deze moeilijke zaken van groot belang dat we beseffen dat we in een gevallen wereld leven, en dat we daar zelf voor gekozen hebben, een wereld waarin volgens Gods plan onze godsvrucht steeds weer zal worden getoetst en beproefd. Ons grootste houvast in Gods plan is dat ons een Heiland was beloofd, een Verlosser, die ons door ons geloof in Hem, als overwinnaar boven die toetsen en beproevingen zou uittillen, hoewel de daaraan verbonden prijs zowel voor de Vader als de Zoon onmetelijk hoog zou zijn. Alleen als we deze goddelijke liefde ten volle waarderen, zal dat ons eigen geringer lijden, ten eerste draaglijk, vervolgens begrijpelijk en ten slotte verlossend maken.’6
We ontdekken al snel dat onze beste en onbaatzuchtigste diensten vaak niet voldoende zijn om mensen naar hun behoefte te troosten of aan te moedigen. Of als we er eens in slagen, kunnen we dat succes vaak niet weer behalen. Noch zijn we superhelden die achteruitgang in onze dierbaren kunnen vermijden. En daarom moeten we ons uiteindelijk tot Jezus Christus richten en op Hem vertrouwen (zie 2 Nephi 9:21).
Vaak kunnen we niet helpen, of tenminste onze hulp niet volhouden, of die herhalen als het ons soms wel lukt. Maar Christus kan helpen. God de Vader kan helpen. De Heilige Geest kan helpen. Wij moeten proberen hun vertegenwoordigers te zijn en te helpen waar en wanneer we kunnen.
Uzelf sterken
Voor wie onder u er oprecht naar streeft de lasten van een ander te dragen, is het belangrijk dat u zichzelf sterkt en opbouwt, wanneer anderen zoveel van u verwachten en inderdaad zoveel van u vragen. Niemand is zo sterk dat hij nooit moe of gefrustreerd wordt of de behoefte herkent voor zichzelf te zorgen. Jezus kende die vermoeidheid zeker. Hij voelde dat zijn krachten afnamen. Hij bleef geven, maar daar was een prijs aan verbonden, en Hij voelde welk effect het had dat zovelen zich op Hem verlieten. Toen de vrouw met bloedvloeiingen hem in de menigte aanraakte, genas Hij haar, maar Hij merkte ook op ‘dat er kracht van Hem uitgegaan was’ (zie Markus 5:25–34).
Ik heb altijd versteld gestaan dat Hij tijdens een storm op het Meer van Galilea kon slapen; een storm die zo zwaar en ernstig was dat zijn ervaren vissers dachten dat het schip zou vergaan. Hoe vermoeid ben je dan? Hoe veel redes en zegens kunt u geven vóór u volledig uitgeput bent? De zorgverleners moeten ook worden verzorgd. U moet brandstof in uw tank hebben voordat u anderen ervan kunt geven.
Rosalynn Carter, bestuursvoorzitster van het Rosalynn Carter Institute for Caregiving, heeft eens gezegd: ‘Er zijn slechts vier soorten mensen in de wereld: zij die zorgverlener zijn geweest, zij die nu zorgverlener zijn, zij die zorgverlener zullen zijn en zij die zorgverleners nodig gaan hebben.’7
Natuurlijk ‘is de relatie tussen een zorgverlener en een zorgontvanger [serieus en zelfs] heilig.’8 Als we echter ervaren hoe moeilijk het is elkaars lasten te dragen, moeten we in gedachten houden dat niemand van ons immuun is voor de impact van meeleven met de pijn en het lijden van een dierbare.
Creëer een evenwicht
Het is belangrijk dat u ervoor zorgt dat u het evenwicht tussen uw rol van zorgverlener en de andere aspecten van het leven in stand houdt, zoals uw werk, familie, relaties en leuke activiteiten. In een conferentietoespraak over dit onderwerp probeerde ik ‘u allen hulde te brengen, aan u die zoveel doet en zo intens meeleeft en werkt “met de bedoeling goed te doen”. Zovelen zijn zo vrijgevig. Ik weet dat sommigen onder u het zelf emotioneel of financieel moeilijk hebben en dat u toch wat aan anderen afstaat. Zoals koning Benjamin zijn volk waarschuwde, is het niet de bedoeling dat we harder lopen dan onze kracht toelaat, en daarbij moeten alle dingen ordelijk gebeuren (zie Mosiah 4:27).’9 Maar desondanks weet ik dat velen onder u heel snel lopen en dat uw energie en emotionele reserve soms zo goed als op zijn.
Wanneer de problemen te groot lijken, denk dan aan deze regels uit een verhandeling van David Batty:
‘Hoop is geen gevoel – het is geen golf van vreugde die middenin een probleem opdaagt. […]
‘Hoop is niet het toverstokje dat het probleem oplost. Hoop is de reddingslijn die ervoor kan zorgen dat u niet door de stormen in uw leven wordt overrompeld.
‘Wanneer u uw hoop op Jezus vestigt, bevestigt u uw vertrouwen in zijn beloften dat Hij u beslist nooit zal verlaten – dat Hij zal doen wat het beste voor u is. Zelfs temidden van een enorm probleem, stelt hoop u in staat rustig te blijven in de kennis dat Jezus u elke stap van de weg vergezelt.’10
Ik vind het geweldig hoe Paulus omging met die worsteling en het gevoel dat hij tekortschoot. In de Schriften legde de Heer uit dat zijn genade voldoende was voor Paulus en dat zijn kracht in feite ‘in zwakheid [wordt] volbracht’. Daarop schreef Paulus: ‘Daarom zal ik veel liever roemen in mijn zwakheden, opdat de kracht van Christus in mij komt wonen’ (2 Korinthe 12:9).11
Vertrouwen op de Vader en de Zoon
We moeten erop vertrouwen dat onze hemelse Vader en Jezus Christus werkelijk om ons en wat we doen geven, dat Zij willen dat wij in zwakheid worden vervolmaakt – net zoals u dat wenst voor wie u verzorgt.
Ik getuig dat God Zich bewust is van onze lasten en ons zal sterken, zodat we anderen kunnen sterken. Dit wil niet zeggen dat onze problemen zich altijd vanzelf oplossen of dat de wereld ineens tot rust komt. Maar ook niet dat uw gebeden tot dovemansoren gericht zijn. Noch de gebeden van uw dierbaren – de weduwen en weduwnaars, de gescheidenen, de eenzamen, de verslaafden, de zieken en de mensen zonder hoop – anders gezegd, van iedereen.12
Broeders en zusters, het dienstbetoon dat we verrichten als we de lasten van een ander dragen, is uiterst belangrijk. Het is letterlijk het werk van de Meester. Het aantal brieven dat ik op mijn kantoor ontvang, bevestigt hoeveel behoefte er aan hulp is. Die hulp is manna uit de hemel voor wie het moeilijk heeft.
Ik heb eens gezegd: ‘Maar als we spreken over hen die een werktuig zijn in Gods handen, bedenk dan dat engelen niet altijd van de andere kant van de sluier komen. Met sommigen van hen hebben we persoonlijk contact: hier, nu, elke dag. Sommigen van hen wonen bij ons in de buurt. Sommigen van hen hebben ons ter wereld gebracht, en in mijn geval heeft een van hen erin toegestemd om met mij te trouwen. De hemel lijkt inderdaad altijd heel dichtbij als we de blijken van Gods liefde zien in de vriendelijkheid en toewijding van mensen die zo goed en puur zijn dat ze met recht een engel worden genoemd.’13
Ik vind dat u, als u ernaar streeft elkaars lasten te dragen, in de letterlijkste betekenis waarlijk engelen van barmhartigheid bent. Moge u honderdvoudig ontvangen wat u probeert te schenken.