De Heer steunde mij bij twee hersenoperaties
Bryn Booker, Idaho (VS)
ILLUSTRATIE BONNIE HOFKIN
Tijdens mijn fysiotherapie voor rugpijn merkte ik dat de linkerzijde van mijn lichaam zwak en verdoofd voelde. Toen ik deze symptomen aan mijn fysiotherapeut vertelde, maakte hij zich zorgen en raadde me aan naar de dokter te gaan.
Een MRI wees uit dat mijn hersenen onder mijn schedel uit waren gegroeid en jarenlang ruggenmergvocht in mijn nek hadden vastgehouden. Dat veroorzaakte hevige en voortdurende hoofdpijn en andere pijnen. De enige mogelijke behandeling was een operatie. Maar ondanks de operatie, bleef ik voortdurend pijn hebben.
Een half jaar later ging ik opnieuw naar mijn dokter voor verder onderzoek. Daaruit bleek dat er nu nog meer ruggenmergvocht werd vastgehouden. Ik was doodsbang om opnieuw een pijnlijke operatie te ondergaan. Mijn man en ik wonnen meerdere medische adviezen in en besloten toen in zee te gaan met een dokter die ervan overtuigd was dat een deel van mijn hersenen wegnemen zou helpen.
Van mijn tweede hersenoperatie herstellen was het pijnlijkste wat ik ooit heb ervaren. Ik vroeg de Geest wanhopig om mij te troosten. Ik beluisterde toespraken en lofzangen, bad voortdurend en ontving vele priesterschapszegens.
Tijdens mijn pijnlijk herstel wist ik dat mijn hemelse Vader naar mijn gebeden en de gebeden die anderen voor mij uitspraken, luisterde. Hij stuurde mensen naar me toe wanneer ik ze nodig had. Een verpleegster in mijn wijk leerde me hoe ik mijn medicijnen moest beheren. Mijn tante en oom merkten uitdroging bij me op en brachten me naar het ziekenhuis. En een jongetje in het jeugdwerk, dat mijn familie wilde steunen, liet aan onze deur zijn speelgoed voor mijn zoontje achter. Door deze en veel andere ervaringen kon ik voelen dat de Heiland mij steunde. Mijn getuigenis werd elke dag sterker. Dit was een bijzondere en heilige ervaring die uit een uiterst pijnlijke ervaring voortvloeide.
Hoewel mijn tweede operatie geslaagd was, had ik nog steeds ongemak en ik moest met chronische pijn leren omgaan en erop leren vertrouwen dat mijn hemelse Vader een doel voor ogen heeft. Maar ik vestig mijn hoop op zijn belofte dat Hij mij in mijn moeilijkheden zal blijven sterken. Hij heeft gezegd: ‘Ik zal voor uw aangezicht uit gaan. Ik zal aan uw rechter- en aan uw linkerhand zijn, en mijn Geest zal in uw hart zijn, en mijn engelen zullen rondom u zijn om u te schragen’ (LV 84:88).