2018
De zegeningen van het priesterschap voor iedereen
Juni 2018


‘De zegeningen van het priesterschap voor iedereen’, Liahona, juni 2018

Herdenking van de openbaring uit 1978

De zegeningen van het priesterschap voor iedereen

God heeft al zijn kinderen lief. Hij heeft in een manier voorzien waarop we allemaal tot Hem kunnen terugkeren.

gezin bij de tempel in Ghana

Een gezin nabij de Accratempel (Ghana), een van de acht tempels die in Afrika aangekondigd, in aanbouw of in bedrijf zijn.

In het Boek van Mormon staat dat ‘allen […] voor God gelijk’ zijn – ‘zwarte en blanke, geknechte en vrije, man en vrouw’ (2 Nephi 26:33). Aangezien God ons allen liefheeft, heeft Hij in een manier voorzien waarop we allemaal tot Hem kunnen terugkeren (zie Mozes 5:9; Geloofsartikelen 1:3). Sinds de oprichting van de kerk hebben mensen van alle rassen en etnische groepen zich daartoe laten dopen en zijn ze trouwe heiligen der laatste dagen gebleven.

Vanaf het midden van de 19e eeuw werden zwarte mannen van Afrikaanse afkomst niet tot het priesterschap geordend en mochten zwarte mannen en vrouwen niet aan de tempelbegiftiging of aan verzegelverordeningen deelnemen.1 In de loop der jaren zijn er allerlei theorieën aangevoerd om de beperking te rechtvaardigen. Ouderling Jeffrey R. Holland van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft beklemtoond dat de theorieën waarmee men de beperkingen probeerde te verklaren ‘folklore’ zijn, die in geen geval in stand mogen worden gehouden: ‘Hoe goedbedoeld de verklaringen ook waren, ik denk dat ze bijna allemaal ondeugdelijk en/of fout zijn. […] We weten gewoon niet waarom dat gebruik […] bestond.’2

Veel profeten en presidenten van de kerk, onder wie Brigham Young, hadden beloofd dat de dag zou aanbreken, waarop alle getrouwe mannen het priesterschap zouden ontvangen. Zich bewust van die beloften en gezien de getrouwheid van zwarte heiligen der laatste dagen, pleitten de leiders van de kerk in het midden van de 20e eeuw ‘lang en ernstig’ voor deze leden en smeekten ze ‘de Heer om goddelijke leiding’.3

Goddelijke openbaring

President Spencer W. Kimball (1895–1985) ontving die leiding ‘na lang mediteren en bidden in de heilige kamers van de tempel’. Op 1 juni 1978 openbaarde de Heer aan zijn profeet en aan de leden van het Eerste Presidium en het Quorum der Twaalf Apostelen dat ‘de langbeloofde dag [was] aangebroken dat iedere getrouwe, daartoe waardige man in de kerk het heilig priesterschap [mocht] ontvangen, met de macht om het goddelijk gezag daarvan uit te oefenen, en samen met zijn geliefden iedere zegening die daaruit voortvloeit te genieten, waaronder de tempelzegens’.4

Het Eerste Presidium zei in de aankondiging van de openbaring: ‘Wij verklaren met alle ernst dat de Heer nu zijn wil heeft bekendgemaakt tot zegen van al zijn kinderen overal op aarde.’5

In de daaropvolgende algemene conferentie legde het Eerste Presidium de openbaring aan de leden van de kerk voor, die ze als ‘het woord en de wil van de Heer’ aanvaardden. Ze steunden Officiële Verklaring 2 unaniem als onderdeel van de Schriftuurlijke canon.

Het resultaat van de openbaring

jonge man geeft les

Een jongeman geeft les tijdens een quorumvergadering in Parijs, waar de meeste wijken multicultureel zijn.

De uitwerking van de openbaring was verregaand. God had niet alleen de zegeningen van het priesterschap en de tempel aan alle getrouwe leden aangeboden, ongeacht hun ras, maar de tempelverordeningen konden nu verricht worden voor iedereen die ooit geleefd had.

Dankzij de openbaring kon het zendingswerk uitgebreid worden. Het ledental nam in veel natiën, geslachten, talen en volken toe.

Kerkleringen

Dankzij de verspreiding van Gods werk over de hele wereld kennen de leden van de kerk meer eenheid. De leden van de kerk krijgen steeds meer contact met andere nationaliteiten en culturen. Daarom hebben kerkleiders beklemtoond dat we elkaar moeten liefhebben en sterken, en vooroordelen en racisme moeten uitbannen.

‘We moeten Gods kinderen met mededogen omarmen en vooroordeel, waaronder racisme, seksisme en nationalisme, uitbannen’, aldus president M. Russell Ballard, waarnemend president van het Quorum der Twaalf Apostelen. ‘Laat er van ons gezegd worden dat we werkelijk geloven dat de zegeningen van het herstelde evangelie van Jezus Christus voor ieder kind van God zijn.’6 President Russell M. Nelson heeft over Gods eeuwige gezin gezegd: ‘Alleen als we het ware vaderschap van God begrijpen, kunnen we het ware broederschap van de mens volledig waarderen. Dat begrip wekt het verlangen op om samen bruggen te slaan in plaats van muren op te trekken.’7

Samen voorwaarts gaan

een vader en zoon zitten in de kerk

Hoewel we niet alles weten, zijn er enkele dingen die ieder van ons wel kan weten. We kunnen weten dat God ons liefheeft en dat Hij een plan voor ons heeft, zodat we een verenigd eeuwig gezin worden. We kunnen weten dat dit de herstelde kerk van de Heer is en dat Hij die door zijn profeten leidt. Ons persoonlijk getuigenis van deze waarheden helpt ons om bij onze mogelijkheden en beproevingen samen voorwaarts te gaan, terwijl we proberen om meer zoals Hij te worden (zie Moroni 7:48).

Noten

  1. Zie ‘Race and the Priesthood’, Gospel Topics, topics.lds.org.

  2. In ‘The Mormons’ (interview met Jeffrey R. Holland, 4 maart 2006), pbs.org/mormons/interviews; zie ook Dallin H. Oaks, in ‘Apostles Talk about Reasons for Lifting Ban’, Daily Herald, 5 juni 1988, 21.

  3. Officiële verklaring 2.

  4. Officiële verklaring 2.

  5. Officiële verklaring 2.

  6. M. Russell Ballard, ‘De tocht gaat verder!’ Liahona, november 2017, 106.

  7. Russell M. Nelson, ‘Teach Us Tolerance and Love’, Ensign, mei 1994, 70.