2018
President Henry B. Eyring: intellect van een reus, ootmoed van een kind
September 2018


President Henry B. Eyring: intellect van een reus, ootmoed van een kind

De veelzijdige aspecten van president Henry B. Eyrings leven en karakter zijn zuiver maar soms ook paradoxaal.

Afbeelding
President Eyring waving

Een van president Henry B. Eyrings zoons zei onlangs: ‘Mijn vader valt in twee woorden te beschrijven: zuivere motieven.’ Dat kan iedereen die deze nieuwe tweede raadgever van president Russell M. Nelson ooit heeft ontmoet, met anderen heeft zien omgaan of een toespraak heeft horen geven, vast beamen. De rijk geschakeerde dimensies van Hal Eyrings leven (zoals familie en vrienden hem noemen) lijken inderdaad een aaneenschakeling van uitingen van een unieke zuivere deugd, een stelselmatige demonstratie van één ‘zuiver motief’: hij wil in woord en daad precies zijn wat God wil dat zijn kinderen zijn.

President Eyrings methode om dat doel na te streven is net zo helder en ongecompliceerd als die taak zelf – maar toch een hele uitdaging! Hal heeft er vanaf zijn jeugd tot nu hij in de tachtig is altijd naar gestreefd om in de ogen van God goed te leven. Hij heeft altijd ernstig naar de leiding van de Heilige Geest gezocht en nooit zonder die leiding willen handelen. Hij verwijst in bijna elk gesprek dat hij voert, elk bestuurlijk besluit dat hij neemt en elke openbare verklaring die hij aflegt naar die hemelse metgezel. Het gezelschap van de Heilige Geest is Henry B. Eyrings overkoepelende middel om een celestiaal doel te bereiken. Het is een manifestatie van zijn kinderlijke ootmoed. Het is een bewijs van zijn unieke geestelijke zuiverheid.

Ironisch genoeg accentueren de vele paradoxen in zijn leven die zuiverheid nog meer. Hal is vernoemd naar zijn vader, die als scheikundige voor de Nobelprijs in aanmerking kwam. Hal wilde aanvankelijk ook natuurkunde en scheikunde studeren, maar koos uiteindelijk voor bedrijfskunde als academische carrière. Dat was een totaal andere richting dan in de familie Eyring gebruikelijk was. Hij en zijn vrouw, Kathleen, hadden genoeg rijkdom kunnen vergaren, maar kozen hun hele getrouwde leven voor een bescheiden en zuinige levensstijl – soms tot op het pijnlijke af (dat zeggen hun kinderen in elk geval met een glimlach). Hal had een professionele opleiding aan een van de meest gerenommeerde universiteiten van de Verenigde Staten genoten, had een vaste aanstelling als hoogleraar aan een andere universiteit en was gastdocent op een derde universiteit. Men kon zich niet hoger op de onderwijsladder bevinden dan Hal op zo’n relatief jonge leeftijd. Toch verruilde hij die prestigieuze academische posities en baanzekerheid voor een functie als president van een vrijwel onbekende tweejarige hogeschool (in elk geval onbekend bij al zijn collega’s op Harvard, Stanford en MIT). Hij had die school, Ricks College, nooit eerder bezocht en had de locatie ervan, Rexburg (Idaho, VS), aan niemand kunnen aanwijzen.

Afbeelding
President Eyring sitting at a desk

Nog meer over zuiverheid en paradox. President Eyring is pienterder dan de meeste intellectueel ontwikkelde mensen. Toch wil hij niet louter op zijn eigen talent of verstandelijke vermogens vertrouwen inzake kwesties van geestelijk belang. Zo nodig stoutmoedig in de breedste zin van dat woord en krachtiger dan wat gewoonlijk onder kracht wordt verstaan, laat hij zich eenvoudigweg niet opjagen, zoals door president M. Russell Ballard (en president Eyrings eigen kinderen) is opgemerkt, ‘om overhaast besluiten te nemen of een aanpak onzorgvuldig te kiezen. Hij zou nooit zo handelen dat de kerk of iemand voor wie hij verantwoordelijk is in gevaar werd gebracht.’1

Eén alleszeggend voorbeeld van de zuiverheid en paradox in Henry B. Eyrings ziel illustreert de integriteit van deze opmerkelijke man ten volle:

president Eyring wilde eens het avondmaal bedienen aan een groep die de reguliere avondmaalsdienst in zijn wijk niet kon bijwonen. Voordat hij dat vriendelijke gebaar in daden omzette, belde hij de bisschop van zijn wijk een paar keer dringend op om zijn goedkeuring te vragen. De bisschop willigde het verzoek uiteraard met liefde in.

Ik haal dit specifieke voorval met opzet aan. De les moge voor iedereen duidelijk zijn. Het gaat hier om een lid van het Eerste Presidium dat om toestemming vraagt. Het gaat hier om een geordende apostel, iemand met alle priesterschapssleutels die enig mens op aarde ook maar kan bezitten. Het gaat hier om iemand die aanwijzingen aan iedere andere priesterschapsleider in de kerk op wijk- en ringniveau geeft en kan geven, inclusief de bisschop van zijn eigen wijk in Bountiful (Utah, VS). Het gaat hier om iemand die zijn sleutels boven die van welke plaatselijke leider dan ook kan aanwenden en dat als presiderende functionaris van de kerk ook vaak moet doen. Maar met dat zuivere hart dat alles wat hij doet kenmerkt, en de paradox die niet iedereen zo bereidwillig laat zien, volgt president Henry B. Eyring hier nauwgezet het protocol dat voor ieder lid van de kerk overal ter wereld geldt: hij legt zijn verzoek nederig voor de gezalfde van de Heer neer en is meer dan bereid om de raad en de beslissing van zijn plaatselijke leider aan te nemen en op te volgen.

De wortels van zijn geloof

Afbeelding
Eyring family photo

Deze diepe spiritualiteit en transparante zuiverheid kenmerkten president Eyrings geloof al vroeg in zijn leven. Hal werd op 31 mei 1933 als zoon van Henry en Mildred Bennion Eyring geboren, toen Henry sr. een wereldberoemd hoogleraar aan de Princeton University was. Hij groeide op in een omgeving met zo weinig leden, dat de Eyrings zondagse bijeenkomsten bij hen thuis hielden. President Eyring grapte later dat het hele jeugdwerk van de gemeente uit hem en zijn broertje, Harden, bestond, en het hele jongemannenprogramma op hun oudere broer, Ted, leunde. Hun moeder, Mildred, was pianiste en dirigente. Hij weet alleen niet meer precies hoe ze dat allebei tegelijk voor elkaar kreeg.

Het feit dat ze niet in een grote wijk naar de kerk gingen, weerhield Hal er niet van om een getuigenis te ontwikkelen. ‘Ik heb toen geleerd dat de kerk niet een gebouw is,’ zei hij. ‘De kerk is zelfs niet heel veel mensen bij elkaar. Ik voelde me dicht bij mijn hemelse Vader en wist [toen al] dat De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen zijn kerk is. Het maakte niet uit dat onze kleine gemeente in onze eetkamer bijeenkwam.’

Toen Hal dertien was, kreeg zijn vader een belangrijke functie aan de University of Utah. De jonge Henry woonde het ochtendseminarie bij en speelde graag in het basketbalteam van de middelbare school mee. Toch had hij naar eigen zeggen geen echt goede vrienden.

Op een dag vol zelfmedelijden kreeg hij een ingeving die zijn leven zou veranderen. Het kwam hem voor als een waarschuwing van God: ‘Op een dag, als je weet wie je werkelijk bent, zul je spijt hebben dat je je tijd niet beter hebt gebruikt.’ Hij gaf aan die ingeving gehoor door het Boek van Mormon in zijn tienerjaren verscheidene keren door te lezen. Hij putte ook inspiratie uit het boek Gospel Ideals van president David O. McKay. Daaruit leerde hij onder meer hoe hij vrouwen op een goede manier moest behandelen. Zijn toewijding aan die les heeft hij vervolgens zijn leven lang aan zijn geliefde vrouw, Kathleen, bewezen.

Een droom die uitkwam

Van jongs af aan had Hal de diep gekoesterde droom om te trouwen en een gezin te stichten. Hij dacht zo vaak aan zijn toekomstige kinderen dat hij ze al de gezamenlijke bijnaam ‘De roodharigen’ had gegeven. Hij zag ze namelijk met het rode haar van zijn moeder voor zich.

Deze droom kreeg uiteindelijk kans van slagen toen hij als raadgever in het districtspresidium van Boston werkzaam was. Hal vervulde die roeping toen hij na zijn bachelorstudie aan de University of Utah aan zijn mastersgraad aan de Harvard University werkte. Hal was in de zomer van 1960 als doctoraal student namens het districtspresidium afgevaardigd naar een devotional voor jongvolwassenen. De devotional vond plaats in de Cathedral of the Pines in het zuidwesten van New Hampshire (VS), een bekend natuurlijk openluchttheater in de regio. Hal zag daar een jonge vrouw in een rood met witte jurk. Hij was onder de indruk van de pure goedheid die ze uitstraalde. Hij dacht: zij is de beste persoon die ik ooit heb gezien. Als ik de rest van mijn leven met haar kan doorbrengen, kan ik al het goede zijn wat ik ooit zou willen zijn.’

Die jonge vrouw was Kathleen Johnson uit Palo Alto (Californië, VS), die helemaal niet van plan was geweest om die zomer naar New England te gaan. Maar op aandringen van een vriendin volgde ze samen met haar een zomerprogramma aan Harvard. Na die devotional in de openlucht sprak Hal met Kathy op een zondag in de kerk af. Hij was blij te horen dat ze van tennissen hield. Hal had een paar keer per week met een studiegenoot getennist en was sportief aangelegd. Een partijtje tennis leek hem dan ook wel ideaal als eerste afspraakje. Zo kon hij bovendien een geweldige indruk op haar maken. Maar Kathleen had hem niet verteld dat ze aanvoerster van het tennisteam op de middelbare school was geweest! ‘Ze liet me alle hoeken van het veld zien’, moppert Hal nog steeds over die wedstrijd. Dit was het eerste opmerkelijke voorbeeld van de nederige levensstijl van zijn toekomstige vrouw, waarbij ze haar man hielp haar daarin te volgen.

Afbeelding
Eyring wedding photo

Een nieuw pad

Het was laat op de avond in december 1970, enkele maanden voordat Hal als bisschop van de studentenwijk in Palo Alto werd ontheven. Het stel was al een tijdje getrouwd en Hal was inmiddels staflid van de bedrijfskundefaculteit van de Stanford University toen Kathy hem als uit het niets een vraag stelde. Terwijl Hal na een veeleisende dag in bed kroop, boog ze zich naar hem toe en vroeg: ‘Weet je zeker dat je in je loopbaan doet wat je zou moeten doen?’

Haar vraag verraste hem. Alles in hun leven leek perfect. De toekomst zag er stralend uit, zelfs met het droomhuis voor de Eyrings dat Hal onlangs in zijn dagboek had geschetst. Het huis zou van diverse gemakken worden voorzien, zoals ‘een ruimte voor projecten, groot en ruw genoeg om er aan een kajak te werken en die te stallen’, plus ‘ten minste vijf stopcontacten bij de keukentafel’ en ‘een schuurtje of badhuis om rustig te kunnen schrijven.’

‘Hoezo?’ vroeg Hal aan zijn vrouw.

‘Zou je geen onderzoek voor Neal Maxwell kunnen doen?’ opperde ze, verwijzend naar de nieuwe commissaris van onderwijs van de kerk. Hal was met stomheid geslagen. Hij had Neal A. Maxwell maar één keer ontmoet en hij wist dat Kathleen hem helemaal nooit ontmoet had. Hij probeerde haar uit te leggen waarom een dergelijke verandering in zijn carrière niet geschikt voor hem zou zijn. Toch stond ze erop dat hij in elke geval over de kwestie zou bidden. Dat deed hij meteen. Hij knielde naast het bed neer en sprak een kort gebed uit. Toen er geen antwoord kwam, vond Hal dat de zaak was afgedaan. Hij viel daarna snel in slaap.

Maar de volgende morgen kreeg Hal twee duidelijke geestelijke indrukken die zijn carrière en zijn leven voorgoed zouden veranderen. Hij legde beide in zijn dagboek vast. Ten eerste: ‘Gebruik niet je menselijke oordeelsvermogen om kansen weg te wuiven die op je pad komen. Bid er met een open geest over.’ En ten tweede: ‘Doe je taken in de kerk en je werk zo goed als je kunt. Ze bereiden je voor.’

De eerste indruk kwam als een soort terechtwijzing die Hal daarna steevast ter harte zou nemen. Hij had eerder drie verschillende banen afgewezen zonder erover te bidden. Nu kwamen de volgende woorden in hem op: ‘Bega die fout nooit weer. Jij weet niet wat je voor jouw carrière nodig hebt.’

Hal was met die geestelijke aanwijzingen nog vers in zijn gedachten voorbereid, toen commissaris Maxwell nog geen drie weken later belde om een gesprek met hem in Salt Lake City te plannen. Broeder Maxwell wond er geen doekjes om. ‘Ik wil je vragen om president van Ricks College te worden’, zei hij. Hal antwoordde dat hij erover moest bidden. Dat deed hij en hij kreeg het bondige antwoord: ‘Het is mijn school.’ De rest is, zoals ze zeggen, geschiedenis. Zijn werk in de kerk is sindsdien zowel voorbeeldig als in het oog springend geweest. Hij werd plaatsvervangend commissaris van onderwijs en daarna commissaris van onderwijs (tweemaal), gevolgd door roepingen in de Presiderende Bisschap, het Quorum der Twaalf Apostelen en als raadgever van drie kerkpresidenten.

Afbeelding
President Eyring with President Hinckley

Foto met president Hinckley en met zijn vrouw, Kathy, uit Deseret News; foto van optocht, Tom Smart, Deseret News

Maar voor Hal was elke roeping in de kerk van even groot belang: ‘De druk in elk stadium van ons leven kan ons ertoe verleiden om roepingen van de Heiland te verwerpen of te verwaarlozen’, heeft president Eyring gezegd. ‘Sommige van die roepingen lijken misschien onbelangrijk, maar het heeft mij en mijn gezin goed gedaan dat ik een roeping aannam om les te geven in een diakenenquorum. ‘Ik voelde de liefde die de diakenen voor de Heiland hadden en zijn liefde voor hen.’2

Nog één paradox tot slot: ik ken bijna niemand die een grotere hekel aan conflicten en afkeer van geweld heeft dan mijn vriend Henry B. Eyring. Toch slaagde hij als de beste cadet van het trainingskorps voor reserveofficieren in zijn klas aan de University of Utah en diende hij zijn land uitmuntend in de Amerikaanse luchtmacht. Als je ten strijde moest trekken – en wij zijn zeker in een oorlog verwikkeld die in de hemelse raden begonnen is – zou je bovenal door iemand aangevoerd willen worden die alleen al bij de gedachte aan oorlog gruwde. Maar als een (geestelijke) oorlog onvermijdelijk was, dan zou je willen dat die leider helder, zelfs briljant kon denken. Je zou willen dat hij elke tactische en strategische optie naast geopenbaarde leer zou leggen, en met zijn hele wezen de bevestiging van de Heilige Geest zou zoeken in elke beslissing die hij nam. Een dergelijke verdediging van wat heilig is in een strijd tegen alles wat onheilig of godslasterlijk is, toont misschien wel de ultieme zuiverheid van Henry B. Eyrings soms ogenschijnlijk paradoxale leven aan. Ik zou met trots als bemanning in zijn gevechtsvliegtuig, aan boord van zijn slagschip of in zijn schuttersputje dienst doen.

Noten

  1. Privécorrespondentie, 25 april 2018.

  2. Zie Henry B. Eyring, ‘Aan mijn kleinkinderen’, Liahona, november 2013, 69.

Afdrukken