Een brief van de profeet
Kelly Santos Figueiredo Ribeiro (Goiás
Brazilië)
Ik aarzelde om me bij de kerk aan te sluiten toen mijn man me erover vertelde. Hij gaf me een exemplaar van het Boek van Mormon, en ik liet me uiteindelijk na vele lessen en bijna twee jaar werken met de zendelingen in 2007 dopen. Ik had het een tijdje moeilijk nadat ik lid van de kerk geworden was. Ik begreep het belang van hedendaagse profeten niet. Een profeet moest naar mijn idee iemand zoals Mozes zijn, met staf en al.
‘Spreekt de profeet met God?’ vroeg ik aan mijn man.
‘Ja’, zei hij.
‘Weet je dat zeker?’
‘Ja, de profeet spreekt met God.’
‘Dan vraag ik aan de Heer om tegen de profeet te zeggen dat hij me een brief moet sturen waarin hij zegt dat dit de Kerk van Jezus Christus is.’
‘O nee!’ zei mijn echtgenoot. ‘Zo werkt dat niet!’
Ik was vastbesloten.
‘Als de profeet met de Heer spreekt, dan spreekt de Heer tot de profeet en zal hij mij een brief sturen.’
Op een zondag in de kerk gaf een zendeling mij een dvd en vroeg me die met ons gezin te bekijken. De dvd bevatte de getuigenissen van de profeet en de apostelen. President Gordon B. Hinckley (1910–2008) was de eerste die sprak. Ik was onder de indruk. Hij kwam oprecht over en sprak naar mijn gevoel de waarheid.
‘Kijk, dat is jouw getuigenis van de profeet’, zei mijn man.
‘Nee, ik wil nog steeds een brief van hem’, zei ik terug.
De zendelingen kwamen op een avond bij ons langs en gaven me een tijdschrift.
‘We weten niet waarom, maar we hadden het gevoel dat we dit langs moesten brengen’, zeiden ze. Het was een exemplaar van het oktobernummer van de Liahona uit 2006, nog in plastic verpakt.
Ik maakte het open en vond een artikel van president Hinckley gericht aan nieuwe leden van de kerk. Hij zei: ‘Ik geef dit getuigenis, mijn zegen en mijn liefde aan ieder van u, en nodig u uit om deel te blijven uitmaken van dit grote wonder in de laatste dagen, dat De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen is.’1
Het leek wel alsof hij rechtstreeks tot mij sprak. Ik was nog niet eens lid van de kerk toen dit gepubliceerd werd, maar het was voor mij bewaard. Ik weet dat de Heer onze gebeden hoort en dat Hij in deze tijd tot een levende profeet spreekt.