Hij wil het beste voor mij
‘Mijn hemelse Vader is goed voor mij’ (Kinderliedjes, 16).
Als kind vond ik het leuk om mijn vader na te doen. Hij was dokter. Ik ging vaak met hem mee naar het ziekenhuis, waar ik keek hoe hij patiënten hielp. Door mijn vader zo bezig te zien, wilde ik ook dokter worden.
Op een dag liep ik met mijn vader het ziekenhuis in. Er liep een andere dokter naar buiten. Hij zag me en vroeg mijn vader: ‘Is dat je zoon?’ Mijn vader zei ja. De dokter hurkte en keek me aan. Hij vroeg: ‘Wat wil je later worden?’
Ik zei: ‘Ik wil dokter worden, net als mijn vader.’ Toen antwoordde hij: ‘Nou, dan hoop ik dat je net zo’n goede dokter wordt als hij.’ Maar mijn vader zei: ‘Nee, ik wil dat hij beter wordt dan ik.’
Daardoor besefte ik dat mijn vader echt van me hield. Hij wilde het beste voor mij.
Jaren later dacht ik aan dat moment terug. Mijn vrouw en ik kregen les van de zendelingen. De zendelingen vroegen me: ‘Gelooft u dat u zoals God kunt worden?’ Die vraag was nog nooit bij me opgekomen. Maar ik dacht: als mijn hemelse Vader echt mijn Vader is, wil Hij het beste voor mij, net als mijn vader. Dan wil Hij dat ik net zoals Hij kan worden. Dus ik zei tegen de zendelingen: ‘Ja, ik geloof dat ik zoals mijn hemelse Vader kan worden.’
Op het moment dat ik dat zei, wist ik dat het waar was.
Ik wil dat je weet dat je hemelse Ouders heel veel van je houden. Ze willen het beste voor jou. Je kunt net als Zij worden.