2019
Je weet niet wat je niet weet
Februari 2019


Uitsluitend digitaal

Je weet niet wat je niet weet

Als we luisteren zonder te proberen iemands mening te veranderen, zullen we verbaasd zijn wat we te weten komen.

Ik heb voor mijn studie een tijdje in het Verenigd Koninkrijk gewoond. Ik vond het toen heel moeilijk om de aanwezigheid van mijn hemelse Vader te voelen. Ik ging op zondag naar de avondmaalsdienst, naar een katholieke mis en naar een prachtige, rustige quakerbijeenkomst. Ik ging ook vaak naar Evensong, een dienst met prachtige koorzang. Ik was op zoek naar een plek waar ik gemoedsrust kon vinden. Ik las gebedenboeken in kathedralen en sprak de apostolische geloofsbelijdenis uit met mensen van wie het geloof in veel opzichten niet veel van het mijne afweek. En ik heb God opnieuw gevonden.

Ik voelde daar zoveel liefde en waarheid. Ik ontving de boodschap dat als God al zijn kinderen voldoende liefhad om ze zoveel waarheid en schoonheid te geven, Hij mij ook liefhad en kende.

Dat is eigenlijk een van mijn lievelingsleerstellingen, dat God al zijn kinderen waarheid geeft en dat zijn kinderen ons over die waarheid kunnen vertellen (zie 2 Nephi 29:7–13). In onze kerk praten we over een ‘volheid van het evangelie’. Maar dat houdt niet in dat we alles weten. En we zijn niet de enigen met antwoorden. Ouderling Neal A. Maxwell (1926–2004) van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft het prachtig gezegd: ‘[Jezus Christus] leeft. Hij geeft alle naties net zoveel licht als ze kunnen dragen, en hun eigen boodschappers om ze te onderwijzen. (Zie Alma 29:8.)’1

En God geeft zijn kinderen niet alleen godsdienstige waarheid. President Russell M. Nelson heeft uitgelegd: ‘Of waarheid nu uit een wetenschappelijk laboratorium of uit openbaring van God komt, alle waarheid komt van God. Alle waarheid maakt deel uit van het evangelie van Jezus Christus.’2

Ik heb dat licht en die waarheid in zoveel boeken en mensen gezien, en op zoveel plaatsen – als ik naar boeken over kunst kijk, een moskee bezoek, naar lezingen van wetenschappers luister of vrijwilligerswerk onder agnosten verricht. Ik heb van allemaal waarheid geleerd – hoe ik anderen beter kan behandelen en vriendelijker in mijn veronderstellingen kan zijn. Met andere woorden, ze hebben me manieren geleerd om Jezus Christus te volgen. Maar ik moest er zijn – zelfs als het onbekend was – en ik moest luisteren.

Of het nu over godsdienst, politiek of leefgewoontes gaat, onze wereld is luid, en we worden herhaaldelijk bestookt met boodschappen van mensen die zeker weten dat ze gelijk hebben en niet anderszins te overtuigen zijn. Soms zijn wij zo’n persoon. Ouderling Quentin L. Cook van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft gezegd: ‘De wijdverspreide teloorgang van goede omgangsvormen is […] zorgelijk. Het eeuwige beginsel keuzevrijheid noopt ons ertoe vele keuzes te respecteren waar we het niet mee eens zijn.’3

We weten dat de Heiland Zich daar ook zorgen over maakte. Een van de eerste dingen die Hij de Nephieten in het Boek van Mormon leerde, was: ‘Dat is niet [zijn] leer om het hart van de mensen tot woede op te hitsen, de een tegen de ander.’ Dat moeten we uitbannen. (Zie 3 Nephi 11:29–30.)

Als we echt naar anderen luisteren en ze proberen te begrijpen, als we alleen luisteren zonder te proberen iemands mening te veranderen, zullen we verbaasd zijn wat we te weten komen. Dan kunnen we meer sympathie en respect voor anderen hebben, of ze er in ieder geval niet om haten. Dan kunnen we zelfs een nieuwe waarheid leren en iets aan ons begrip toevoegen. Misschien ontdekken we dat we die waarheid allebei al kennen. De sleutel is nederigheid – toegeven dat we iets van een ander kunnen leren.

Er hangt een plaknotitie boven mijn bureau met de woorden: ‘Je weet niet wat je niet weet.’ Dat hangt daar om me eraan te herinneren dat ik buiten mijn eigen ervaring om eigenlijk onwetend ben. Het hangt er zodat ik nederig zal blijven. Ik hoop dat het werkt.

Het hangt er ook om me te motiveren niet onwetend te blijven. Ik heb de verantwoordelijkheid om te blijven leren, luisteren en naar waarheid zoeken, ook als ik zo’n waarheid in een onbekende verpakking ontvang. Onze hemelse Vader heeft ons meer te geven. Maar dan moeten we wel luisteren.

Noten

  1. Neal A. Maxwell, ‘O, Divine Redeemer’, Ensign, november 1981, 9.

  2. Russell M. Nelson, ‘Toon uw geloof’, Liahona, mei 2014, 30.

  3. Quentin L. Cook, ‘Het eeuwig alledaagse’, Liahona, november 2017, 53.