2019
Het wonder van verbondsrelaties
Februari 2019


Het wonder van verbondsrelaties

Naar de toespraak ‘Strengthen One Another in the Lord’, op 4 mei 2018 tijdens een vrouwenconferentie aan de Brigham Young University gehouden.

De harmonie tussen onze verbonden en de verzoening van Jezus Christus zal in melodieën en tegenmelodieën weerklinken, daar ons beroep op de verzoening van onze Heiland maakt dat we onze verbonden op een nieuwe, heiligere manier nakomen.

Afbeelding
man and woman shaking hands

De Heer nodigt ons in de leerschool van dit aardse bestaan uit om ons hele leven op eeuwige manieren te leren en te groeien door Hem eerst lief te hebben en andere mensen in zijn liefde te sterken.

Elkaar in de Heer en in zijn liefde sterken is in de twee grote geboden vervat. Het Eerste Presidium heeft onlangs in een brief gezegd: ‘De Heiland was met zijn bediening een goed voorbeeld van het naleven van de twee grote geboden: “U zult de Heere, uw God, liefhebben met heel uw hart, met heel uw ziel en met heel uw verstand” en “U zult uw naaste liefhebben als uzelf” (Mattheüs 22:37, 39).’ In de brief van het Eerste Presidium staat vervolgens: ‘In diezelfde geest onderwees Jezus ook: “U heb Ik uitgekozen om dit volk te dienen” (3 Nephi 13:25).’1

Het lied van de verlossende liefde van onze herrezen Heiland bezingt de harmonie in verbonden, die ons met God en met elkaar verbinden. Ook bezingt het de verzoening van Jezus Christus, die ons de natuurlijke man of vrouw helpt afleggen, doordat we ons aan de heiligende ‘ingevingen van de Heilige Geest’ overgeven (Mosiah 3:19).

Die harmonie weerklinkt in het plan van geluk, dat ons, door het dagelijks gebruik van onze morele keuzevrijheid, de kans biedt te leren en te groeien, en dat ervoor zorgt dat we niet op onszelf zijn aangewezen, omdat we een verbondspad en de gave van de Heilige Geest gekregen hebben. De Alfa en de Omega (zie Leer en Verbonden 61:1), de Heer Jezus Christus, is vanaf het begin bij ons. En Hij blijft tot het eind bij ons. Dan zal ‘God […] alle tranen van [onze] ogen afwissen (Openbaring 7:17), behalve onze vreugdetranen.

Onze verbonden verbinden ons met God en met elkaar. God, onze eeuwige Vader, en zijn Zoon, Jezus Christus, maken deel uit van onze verbonden, die bedoeld zijn eeuwig te duren. Dankzij eeuwige verbonden ontvangen we de kracht van Gods liefde, die ons hoop geeft en onze liefde groter maakt, ons verheft en verandert, ons opbouwt en heiligt, ons verlost en verhoogt.

Door onze verbonden met God na te komen, ontvouwt zich ons ware, goddelijke zelf, en leren we van onze broeders en zusters te houden zoals Hij van ze houdt. Die almaar toenemende liefde en kennis motiveren ons, stellen ons in staat en heiligen ons om Hem beter te leren kennen en om, op onze eigen manier, meer zoals Hij te worden.

Verbonden en de verzoening van de Heer

De harmonie tussen onze verbonden en de verzoening van Jezus Christus zal in melodieën en tegenmelodieën weerklinken, daar ons beroep op de verzoening van onze Heiland maakt dat we onze verbonden op een nieuwe, heiligere manier nakomen. Samen kunnen onze verbonden en de verzoening van onze Heiland vorm geven aan onze verlangens, waarnemingen en ervaringen in het dagelijks leven en ons op de betrekkingen van de hemel voorbereiden (zie Leer en Verbonden 130:2).

Uit de verzoening van Jezus Christus putten we het geloof, de kracht en het vertrouwen om tot Christus te komen, omdat we weten dat in Hem volmaking is. Met die kennis kunnen we ontsnappen aan de niet-aflatende tredmolen van volmakingsstress. Misschien schuilt er enige waarheid in het liedje ‘Laat het los’2 als ‘laat het los’ betekent zelfopgelegde wereldse verwachtingen los te laten die nooit voldoening zullen brengen, en als het ook ‘houd vast’ betekent, aan de door God gegeven hemelse hoop en de beloften die de Heiland ons doet.

Hebt u gemerkt dat we in elke verordening bij naam worden genoemd en door onze naam met de naam van Jezus Christus worden verbonden?

Verordeningen zijn tegelijkertijd universeel en individiueel. Toen ik jaren geleden hogeraadslid belast met de dopen in onze ring was, merkte ik dat de doop voor ieder persoon hetzelfde was, maar toch uniek. Iedere dopeling werd namelijk bij naam genoemd en zijn of haar naam werd door een verbond met ‘de naam van de Vader, en van de Zoon, en van de Heilige Geest’ verbonden (3 Nephi 11:25).

De goddelijke genade is even universeel en uniek als onze Heiland zelf. Hij gaf als smetteloos Lam het voorbeeld door Zich te laten dopen om alle gerechtigheid te vervullen (zie 2 Nephi 31:6). In de Schriften wordt dat ‘de leer van Christus’ genoemd, en de zendelingen onderwijzen erin (2 Nephi 31:21; zie ook 3 Nephi 11:38–40). De leer van Christus omvat het volgen van ‘het voorbeeld van Jezus Christus […] en [ons] laten dopen door iemand die het gezag van het priesterschap van God draagt’.3

We gaan door de poort van bekering en doop met water naar binnen, ‘en dan komt de vergeving van [onze] zonden door vuur en door de Heilige Geest’ (2 Nephi 31:17). Het nauwe en smalle pad – het verbondspad – voert tot het eeuwige leven (zie 2 Nephi 31:18). Het maakt deel uit van hoe we in zijn liefde gesterkt worden.

Onze verbonden en de verzoening van Jezus Christus hebben ook andere raakpunten.

Afbeelding
women hugging

Verbondsrelaties

Vanwege een goddelijk verbond behoren we God en elkaar toe. Die verbondsrelatie is een wonder. Zij is niet bezitterig. Net als naastenliefde is zij ‘geduldig [en] vriendelijk’. Zij ‘is niet jaloers, […] pronkt niet [en] doet niet gewichtig (1 Korinthe 13:4; zie ook Moroni 7:45). Een verbondsrelatie bindt ons met het verleden en de toekomst. Zij is bevrijdend in toewijding. Zij is verruimend in liefde.

In een verbondsrelatie sterken we elkaar in de liefde van de Heiland. Zo gaan we God en elkaar meer liefhebben. Dat gebeurt gedeeltelijk omdat we in een verbondsrelatie niet ons eigen belang zoeken, niet verbitterd worden en geen kwaad denken (zie 1 Korinthe 13:5). In een verbondsrelatie verblijden we ons niet over ongerechtigheid, maar verheugen we ons over de waarheid’ (zie 1 Korinthe 13:6). Een verbondsrelatie betekent dat we komen en zien van aangezicht tot aangezicht en dat we kennen zoals we zelf gekend zijn (zie 1 Korinthe 13:12). Onze verbondsgetrouwheid is standvastig en onverzettelijk (zie Mosiah 5:15; Alma 1:25).

Een verbondsrelatie houdt in alles te hopen, veel te verdragen en ‘hopen alles te kunnen verdragen’ (zie Geloofsartikelen 1:13; zie ook 1 Korinthe 13:7; Moroni 7:45). Een verbondsrelatie betekent het geloof te behouden. Zij betekent niet dat we niet meer in onszelf, in anderen en in God geloven.

In een verbondsrelatie verheugen we ons met wie zich verheugen en treden we ‘te allen tijde en in alle dingen en op alle plaatsen’ op als getuige van Gods tedere barmhartigheden en dagelijkse wonderen (zie Mosiah 18:8–9).

God en elkaar in een verbondsrelatie toe te behoren, betekent glimlachen in onverwachte situaties waarin we zien met ogen om te zien en horen met oren om te horen. Hij maakt ons en onze relaties – waaronder ons verbondshuwelijk – heiliger en goddelijker.

In een les huwelijksverhoudingen stak een getrouwde cursist haar hand op en zei tegen de leerkracht: ‘Neem mij niet kwalijk, maar u zegt voortdurend dat het huwelijk moeilijk is. Het huwelijk is niet moeilijk; het leven is moeilijk. Het huwelijk kan met al zijn ups en downs een zegen zijn, waarin we de vreugde en het verdriet van het leven samen meemaken.’

Hoewel een eeuwig huwelijk ons streefdoel is, kunnen ontrouw, misbruik en onoverkomelijke persoonlijkheidsverschillen onmiddellijke beschermende maatregelen, scheiding van tafel en bed of misschien ontbinding van een huwelijk noodzakelijk maken. We weten dat verbonden alleen bindend en eeuwig zijn als beide partijen ermee instemmen en als die bevestigd worden door een manifestatie van de Heilige Geest die in de Schriften ‘de Heilige Geest van de belofte’ genoemd wordt (Leer en Verbonden 88:3).

We vinden troost, gemoedsrust en hoop in de verzekering van de Heer dat de getrouwen alle beloofde zegeningen zullen ontvangen.4 Het maakt deel uit van zijn belofte om ons op zijn wijze, op zijn tijd in zijn liefde te sterken (zie Leer en Verbonden 88:68).

‘Zo werkt dienstbetoon’

Toen ik een jonge bisschop was, kreeg ik door een voorval meer inzicht in verbondsrelaties, toen ik zag hoe leden in de wijk elkaar in de liefde van de Heiland sterkten. Hans en Fay Ritter en Larry en Tina O’Connor, en nog andere geweldige gezinnen, dienden anderen voortdurend en waren erg geliefd.

Op een gegeven moment vroeg de ringpresident mij de familie Ritter te bezoeken. Toen ik bij hen aankwam, zag ik een verzakking in de vloer en een oude ketel.

‘Bisschop, het zit zo’, zei broeder Ritter. ‘Onze boiler lekte en er sijpelde warm water door de vloer. We kregen last van termieten. Daardoor is er een verzakking ontstaan. We moesten de boiler afsluiten. Daarom koken we nu water in een ketel.’

Ik vroeg hun of ik de situatie aan de wijkraad mocht voorleggen. Daar stemden ze mee in. Onze wijkraad was fantastisch. De leden kenden mensen die met de vloer, de muren, het tapijt, apparaten en verf konden helpen. Vele vrijwilligers hielpen op ontelbare manieren. Een van hen was Larry O’Connor, een ervaren bouwvakker die regelmatig bij de familie Ritter langsging.

Afbeelding
man fixing water heater

Larry’s vrouw, Tina, weet nog dat Larry en andere quorumleden soms op vrijdag naar de familie Ritter gingen en er dan de hele nacht bleven. ‘Op zaterdagmorgen bracht ik hun dan ontbijt’, zei ze. ‘Larry kwam toen uit de badkamer met gereedschap in zijn handen.’

Tina voegde eraan toe dat haar echtgenoot door mannen als Hans Ritter een echte man geworden was: lief, attent en zachtmoedig. ‘Mijn man werkte met zulke goede mannen samen, onder meer in de kinderkamer, en werd daardoor een nog betere echtgenoot en vader.’

Toen het huis af was, waren we allemaal erg blij.

Hans en Fay Ritter zijn inmiddels overleden, maar ik sprak onlangs met hun zonen Ben en Stephen. Zij herinneren zich dat hun vader, die zich in het zweet werkte om zijn gezin te onderhouden, door het dienstbetoon van anderen zijn menselijke waardigheid behield.

Kort nadat het huis van de familie Ritter af was, vernamen Larry en Tina O’Connor tijdens een wijkactiviteit dat hun huis in brand stond. Ze haastten zich naar huis en zagen overal gebroken ruiten (om de rook naar buiten te laten) en gaten in de muren (om verborgen vuur op te sporen).

‘We wisten ons geen raad’, zei Tina. Maar toen arriveerden de leden van de wijk.

‘Iedereen kwam helpen’, zeiden Larry en Tina. ‘De hele wijk was in liefde verenigd. We waren één grote familie.’

En wie waren bij de herbouw van het huis van de familie O’Connor het eerst ter plekke en vertrokken het laatst? Inderdaad, de familie Ritter.

Ben en Stephen zijn bescheiden, maar ze weten nog dat hun familie de familie O’Connor hielp. ‘We werkten allemaal samen’, zeiden ze. ‘Zo werkt dienstbetoon. We zorgen allemaal voor elkaar. Soms helpen we iemand en soms laten we anderen ons helpen.’

Er kan een geweldige, werkzame, harmonieuze cirkel ontstaan door elkaar in de liefde van de Heiland te sterken. De O’Connors helpen de Ritters, de Ritters helpen de O’Connors en ondertussen ontstaat er een gemeenschap van heiligen der laatste dagen. We hebben dagelijks op talloze manieren dienende liefde en steun op kleine, eenvoudige, krachtige, levensveranderende manieren nodig. En kunnen die zelf ook geven.

Zo zijn we getuige van een dubbel broden-en-vissenwonder. Ten eerste kan een gemeenschap van heiligen in prachtige onzelfzuchtige eensgezindheid bijeenkomen om een noodsituatie aan te pakken. En ten tweede kan een gemeenschap van heiligen tevens in liefde verenigd worden, door in verschillende situaties – in het gezin, de gemeente, de wijk of de samenleving – dagelijks met liefde te dienen, zonder dat er een noodsituatie is.

In de liefde van de Heiland gesterkt

Afbeelding
still shot from Bible videos

Dat brengt ons terug bij het begin: de twee grote geboden en de uitnodiging om in de liefde van de Heer te sterken en gesterkt te worden.

President Nelson heeft deze krachtige uitspraak gedaan: ‘Onze boodschap aan de wereld is eenvoudig en oprecht: we nodigen alle kinderen van God aan beide zijden van de sluier uit om tot de Heiland te komen, de zegeningen van de heilige tempel te ontvangen, blijvende vreugde te genieten en in aanmerking te komen voor het eeuwige leven.’5

Als we ons aan de woorden van Christus vergasten (zie 2 Nephi 32:3) en God op de eerste plaats zetten (zie Mattheüs 6:33) sterkt en zegent de Heer elk aspect van ons leven. Er ontstaan goddelijke harmonie en weerklank in een verbondsrelatie wanneer we in de liefde van de Heer gesterkt worden en elkaar in Hem versterken.

De harmonie tussen onze verbonden en de verzoening van de Heer Jezus Christus weerklinkt in de woorden van de apostel Paulus:

‘Wie zal ons scheiden van de liefde van Christus? Verdrukking, of benauwdheid, of vervolging, of honger, of naaktheid, of gevaar, of zwaard? […]

‘Want ik ben ervan overtuigd dat noch dood, noch leven, noch engelen, noch overheden, noch krachten, noch tegenwoordige, noch toekomstige dingen,

‘noch hoogte, noch diepte, noch enig ander schepsel ons zal kunnen scheiden van de liefde van God in Christus Jezus, onze Heere’ (Romeinen 8:35, 38–39).

Daarvan getuig ik plechtig.

Ik getuig van God onze hemelse Vader en zijn Zoon, Jezus Christus. Zij kennen ons beter dan we onszelf kennen en hebben ons meer lief dan we onszelf liefhebben. We kunnen met heel ons hart op de Heer vertrouwen en hoeven niet op ons eigen inzicht te steunen (zie Spreuken 3:5).

We kunnen in 159 huizen van de Heer in 43 landen, door onze verbonden en de verzoening van Jezus Christus, in de Heer gesterkt worden.

Het gezag van het priesterschap en de voortdurende profetische openbaring van de profeet Joseph Smith tot aan onze huidige, dierbare president Nelson zijn ons tot zegen. Recente gebeurtenissen hebben me verootmoedigd en nog meer zekerheid gegeven van het bestaan van herstelde leer, sleutels, verordeningen en verbonden in De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen, ‘het koninkrijk van de Heer […], wederom op aarde gevestigd ter voorbereiding op de wederkomst van de Messias’.6

Het Boek van Mormon, eveneens een testament aangaande Jezus Christus, en alle heilige Schriften zijn het woord van God.

Ik bid dat we allemaal de Heiland beter mogen leren kennen en meer zoals Hij mogen worden door in de Heer gesterkt te worden en elkaar in Hem en in zijn liefde te sterken.

Noten

  1. Brief van het Eerste Presidium, 2 april 2018.

  2. ‘Laat het los’, Frozen (2013).

  3. Predik mijn evangelie: handleiding voor zendingswerk (2004), 40.

  4. Zie Handboek 2: de kerk besturen (2010), 1.3.3.

  5. Russell M. Nelson, ‘Wij gaan voort, steeds voort’, Liahona, mei 2018, 118–119.

  6. Inleiding tot het Boek van Mormon.

Afdrukken