Digitaal thema-artikel
Wat de handicap van mijn dochter mij over genade leerde
Onze hemelse Vader weet waar we mee te maken hebben, en Hij weet wie we kunnen worden.
Naar een devotional op 10 juli 2018 gehouden aan de Brigham Young University. De hele toespraak is te vinden op speeches.byu.edu.
Mijn tweede dochter, Caroline, is met een spoedkeizersnede ter wereld gekomen. Door onverklaarbaar bloedverlies kregen haar hersenen te weinig zuurstof, waardoor ze zware hersenbeschadiging opliep.
Vijftien jaar later heeft Caroline nog steeds het ontwikkelingsniveau van een baby van drie maanden. Ze kan niet lopen, kruipen of omrollen. Ze kan niet praten, en we weten niet zeker hoeveel ze begrijpt.
Het goede nieuws is dat Caroline een schatje is. Ze heeft een stralende glimlach en een aanstekelijke lach. Ze houdt van knuffels en kusjes, van een koele bries in haar gezicht, en van de rammelstrook op de snelweg. Ze maakt schattige, zachte ‘aah’-geluidjes en luide ‘AAH’-geluiden, vaak midden in de nacht.
Toen ze 5 jaar was, was er een periode waarin ze elke nacht tussen 2 en 3 uur wakker werd. Nadat ik op een van die nachten weer uit mijn bed was moeten komen, schreef ik het volgende:
Toen ik daarnet haar luier ververste, zong ik verstrooid een [jeugdwerk]liedje dat Lizzy (onze andere dochter) had gebombardeerd tot verplicht liedje voor het slapengaan. […] ‘God geeft ons een gezin, om daar te ontdekken wat wij kunnen zijn.’ Ik keek naar Caroline, en plotseling drongen de woorden tot mij door.
God heeft mij een gezin gegeven – inclusief dit klaarwakkere meisje om 2 uur ’s nachts – om te ontdekken wie Hij wil dat ik ben. […] Het liedje gaat verder: ‘In gezinnen leren wij om te worden zoals Hij.’
Die nacht voelde ik een korte, gezegende verbondenheid met God, een bevestiging dat Hij Zich op dat moment persoonlijk bewust was van mij en Caroline en ons gezin. Hij houdt van ons. En Hij, mijn Vader, moedigt mij aan door mij te leren waarom we met beproevingen te maken krijgen: om te worden wie Hij wil dat we zijn.
Ook in de kerk roept Caroline vaak luid ‘AAH’. Als ze bijzonder verdrietig en luidruchtig is, neemt mijn vrouw of neem ik haar mee naar de gang, waar we haar heen en weer bewegen met haar rolstoel tot ze weer rustig wordt.
Op een keer duwden we een bijzonder verdrietige Caroline de kerk binnen, met de gedachte dat we na het avondmaal beter naar huis konden gaan. Toen Caroline aan het eind van de gang nog steeds verdrietig was, begon ik me af te vragen of we het wel zo lang uit zouden houden. Ik probeerde van alles om haar te troosten, maar niets hielp.
Maar toen begon de avondmaalslofzang. Ik hield mijn gezicht vlakbij dat van Caroline, en zong voor haar. Ze werd rustig en luisterde. De avondmaalslofzang was ‘Reverently and Meekly Now’ (Hymns, nr. 185), waarin de Heiland aan het woord is. Ik geef toe dat ik meer aandacht besteedde aan Caroline dan aan de lofzang, tot we bij de vierde strofe kwamen. Toen hoorde ik mezelf de volgende woorden voor mijn dochter zingen:
Als een vriend heb ik u lief,
met een liefde die oneindig is.
Ik keek in Carolines grote, blauwe ogen, en werd diep doordrongen van de zachte, persoonlijke waarheid van die woorden. Jezus Christus, de Verlosser der wereld, houdt van Caroline ‘met een liefde die oneindig is’. Als ze verdrietig is of pijn heeft, als haar ouders niet weten hoe ze haar kunnen troosten, is er Een die haar eeuwige Vriend is, die weet hoe ze zich voelt en hoe Hij haar kan troosten.
Onlangs hadden we bij ons thuis een vrolijk gesprek over een ernstig onderwerp: mijn haar – of liever mijn gebrek aan haar. Ik ben namelijk kaal. Ik beweerde stellig dat ze mij na de opstanding niet eens zouden herkennen, met mijn weelderige krullen.
Lizzy zei onmiddellijk: ‘Ik denk dat we meer aandacht zullen hebben voor het gebabbel van Caroline.’
We lachten allemaal, maar ik werd door de diepzinnige waarheid in haar woorden getroffen. Dankzij onze grote Verlosser is het heil allesomvattend, van mijn haar tot Carolines hersenbeschadiging en alles daar tussenin. De genade van Jezus Christus is geweldig; zijn genezende macht is grenzeloos.
De eeuwige identiteit van Caroline wordt niet bepaald door haar sterfelijke handicap; er staat haar een prachtige, heerlijke toekomst te wachten, dankzij Jezus Christus.