2021
De zegeningen van verbondenheid met voorouders
Augustus 2021


Digitaal thema-artikel: jongvolwassenen

De zegeningen van verbondenheid met voorouders

Mijn overleden grootmoeder hielp me het evangelie van Jezus Christus te aanvaarden en een getuigenis van familiegeschiedenis te krijgen.

Freibergtempel (Duitsland)

Ik heb altijd het gevoel gehad dat er een spirituele connectie tussen mij en mijn voorouders moest zijn.

Mijn grootouders vertelden altijd verhalen over mijn voorouders en lieten foto’s van ze zien, en ik voelde me elke keer dat we over hen praatten meer met hen verbonden. Mijn familie en ik waren geen lid van de kerk, maar mijn oma leerde me wel om iedere dag te bidden. En door die gebeden begon ik te geloven in God en in het idee dat mijn overleden voorouders op de een of andere manier verder leefden.

Allerheiligen

In Hongarije vieren we op 1 november de feestdag Allerheiligen. Op deze dag bezoekt iedereen de kerkhoven waar hun dierbaren en voorouders zijn begraven, waar we bloemen op hun graf leggen en kaarsjes aansteken om ze te herdenken en te eren.

Toen ik klein was, voelde ik me vereerd dat ik een nog diepere verbinding met mijn voorouders had, omdat ik op Allerheiligen ben geboren. Het was altijd een extra speciale dag voor mij.

Maar ik klaagde er altijd over dat we mijn voorouders moesten bezoeken, omdat ik mijn verjaardag niet op een kerkhof wilde doorbrengen. Ik zag niet in wat er zo speciaal aan was om elk jaar dezelfde graven te bezoeken, vooral omdat het voorouders waren die ik nooit had ontmoet.

Echter, nu ik ben opgegroeid en een getuigenis van het evangelie heb verkregen, ben ik veel meer te weten gekomen over Gods plan van geluk en de heiligheid van familiegeschiedenis. Ik weet dat iedereen hun voorouders kan en zou moeten koesteren, en ernaar streven om een diepe verbondenheid met deze essentiële familieleden te hebben.

Een verlangen om mijn oma te helpen

Ik heb begin 2018 de kerk leren kennen. Ik vond het fijn om door de zendelingen onderwezen te worden, en ik was niet verbaasd toen ze me vertelden over het belang van familiegeschiedenis en tempelwerk. Ik wist al dat het belangrijk was om meer te weten te komen over de familieleden die ons voor zijn gegaan, en ze te dienen.

Ouderling Dale G. Renlund van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft uitgelegd:

‘Familiegeschiedenis en tempelwerk zijn niet alleen voor de doden, maar zijn de levenden eveneens tot zegen. […]

‘Dit is zoveel meer dan een aanbevolen hobby. De heilsverordeningen zijn immers voor alle kinderen van God noodzakelijk.’1

Toen ik dit hoorde, was ik enthousiast om meer over het evangelie te leren, en uiteindelijk tempelwerk voor mijn voorouders te doen en meer verbonden met hen te zijn.

Op 1 november 2018 ging ik met mijn familie naar het graf van mijn oma. Ik had haar altijd goed gekend, en miste haar sinds ze was overleden. Ik was nog aan het leren over de kerk, en ik wist vrij zeker dat mijn oma het niet eens zou zijn met mijn interesse in de kerk, als ze nog geleefd zou hebben. Ze was erg traditioneel in haar geloof.

Dus ik was erg verbaasd toen ik, terwijl ik bij haar graf stond en voor haar bad, sterk de indruk kreeg dat ze de waarheden van het evangelie van Jezus Christus al kende. Ik voelde dat ze trots op mij was omdat ik de kans had om volgens het voorbeeld van de Heiland te leven.

Ik was met stomheid geslagen.

De zendelingen hadden mij kort daarvoor geleerd dat degenen aan de andere kant van de sluier de kans krijgen om over het evangelie te leren als ze die kans niet op aarde hadden gekregen (zie Leer en Verbonden 138:22–24). Op de een of andere manier wist ik dat mijn oma in deze waarheden was onderwezen, en dat ze klaar was om het evangelie te accepteren. Ik wist dat ze mijn hulp met haar tempelwerk nodig had.

En om dat werk te doen, moest ik eerst zelf gedoopt worden.

Ik was al een tijdje aan het nadenken of ik werkelijk lid van de Kerk van Jezus Christus wilde worden. En deze ervaring bij het graf van mijn oma zorgde ervoor dat ik samen met de zendelingen eindelijk een doopdatum vastlegde.

Een wonderbaarlijke reis naar de tempel

Een paar maanden later planden de jongvolwassenen in mijn gebied een reis naar de Freibergtempel (Duitsland) voor het jaar daarop. We werden uitgedaagd om onze eigen familienamen mee te nemen.

Ik bezocht veel familieleden en een priester in het dorpje waar mijn voorouders hadden gewoond om gegevens en aktes te verzamelen. Ik bad ook om leiding zodat ik nog meer familieleden kon vinden om werk voor te doen.

Uiteindelijk had ik ongeveer 40 familienamen gevonden en klaargemaakt voor dopen op mijn eerste reis naar de tempel. Maar er was één voorouder voor wie ik in het bijzonder blij was.

Op de dag dat we de tempel bezochten, nam een van mijn dierbaarste vrienden (die uiteindelijk mijn man werd) mijn hand en leidde me naar de doopvont om mijn oma’s doop te voltooien. Toen hij me in het water liet zakken en weer omhoog bracht, werd ik geraakt door een erg warm gevoel van de Heilige Geest.

Ik wist onmiddellijk dat mijn oma bij me was en dat ze dankbaar was dat ze eindelijk lid van de kerk was. Ik was haar dankbaar dat ze me liet inzien hoeveel het werk dat we in de tempel doen er voor onze voorouders toe doet.

We hebben elkaar nodig

Ik ben zo dankbaar voor deze ervaring met mijn oma, omdat het bevestigde wat ik mijn hele leven al had gedacht – dat onze voorouders en dierbaren die zijn overleden inderdaad verder leven, en dat we onze verbinding met hen kunnen verdiepen.

We kunnen dankzij onze voorouders kracht, liefde en zoveel andere zegeningen krijgen als we over ze leren, dankbaar voor ze zijn, en in de tempel heilige verordeningen voor ze verrichten.

Ouderling David A. Bednar van het Quorum der Twaalf Apostelen nodigde de kerkleden uit om meer tijd te besteden aan familiegeschiedenis en zei toen: ‘Als je met geloof op deze uitnodiging ingaat, zal je hart zich tot de vaderen wenden. … Je liefde en dankbaarheid voor je voorouders zullen toenemen. Je getuigenis van de Heiland zal sterker worden en je bekering tot Hem zal blijvender zijn. En ik beloof je dat je beschermd zult worden tegen de toenemende invloed van de tegenstander.’2

Ik ben eeuwig dankbaar voor mijn lieve oma. Ik kan niet wachten tot we herenigd worden en ik haar kan vertellen hoe ze me heeft geholpen om het evangelie van Jezus Christus volledig te omarmen. Ik weet dat ons geloof dieper kan worden en we dichter bij Christus kunnen komen als we streven naar een verbondenheid met onze voorouders, en we onze relatie met hen versterken.

Ze hebben ons nodig – ze wachten op ons. En wij hebben hen ook nodig (zie Leer en Verbonden 128:18).

Noten

  1. Dale G. Renlund, ‘Familiegeschiedenis en tempelwerk: verzegeling en genezing’, Liahona, mei 2018, 46.

  2. David A. Bednar, ‘Het hart der kinderen zal zich wenden’, Liahona, november 2011, 26–27.