2021
Zijn jullie zussen?
Augustus 2021


Zijn jullie zussen?

De vraag van het jongetje overrompelde me en leerde me een belangrijke les.

Afbeelding
picture of author and her friend

Foto welwillend ter beschikking gesteld door de auteur

Mijn vriendin Laurie Wharemate Keung is Maori. Ik ben van Engelse afkomst. We verschillen nogal qua huidskleur, kleur van onze ogen, haarkleur en lengte. Kortom, we lijken in de verste verte niet op elkaar. Toch overrompelde een Maori jongetje ons eens met een vraag toen Laurie en ik kinderen op een school voor minderbedeelden aan het helpen waren.

‘Zijn jullie zussen?’ vroeg hij.

Ik grinnikte om zijn rare vraag. Maar het jongetje vroeg me weer: ‘Zijn jullie zussen?’

Ik merkte dat hij het meende. Ik vroeg me dan ook even af: ziet dit jongetje niet dat we duidelijk van elkaar verschillen wat ons uiterlijk en ras betreft? Misschien zag hij dat wel, maar zocht hij daar verder niets achter. Hij was echt benieuwd naar mijn antwoord.

Ik zei tot zijn teleurstelling dat we geen zussen waren. Maar ik zei er ook bij dat we ons vaak wel zussen voelden als we anderen samen hielpen. Hij leek tevreden met dat antwoord en holde naar zijn bank.

De oprechte vraag van dat jongetje zal me altijd bijblijven. Waarom? Omdat in die vraag een waarheid besloten lag, namelijk dat familie niet alleen met genen of uiterlijk te maken heeft. Mijn man en ik hebben twee van onze kinderen gelukkig mogen adopteren. We houden van ze, en familiebanden worden in belangrijke mate door liefde en hulpvaardigheid gevoed.

We zijn per slot van rekening allemaal kinderen van ‘één God en Vader’ (Efeze 4:6).

Ik vermoed dat dit jongetje had gadegeslagen hoe Laurie en ik met elkaar omgingen. Misschien zag hij ons elkaar helpen of omarmen, en veronderstelde hij dat we vast zussen waren. Zijn vraag deed me weer beseffen dat kinderen volwassenen altijd gadeslaan. Ze vormen zich dan een mening op grond van wat we zeggen en doen en hoe we elkaar behandelen. Als dit jongetje kon veronderstellen dat wij zussen waren, dan kunnen alle kinderen in de wereld zeker veronderstellen dat we allemaal broers en zussen zijn, als we elkaar maar liefhebben en helpen.

Dankzij onze verschillen legden Laurie en ik allebei onze eigen kracht en kijk in ons liefdadigheidswerk, wat daardoor doeltreffender werd. Onze verschillen vormden geen kloof tussen ons. Ze droegen er juist toe bij dat we iets goeds konden doen en zo een hechte vriendschap ontwikkelen. De vraag van het jongetje kan voor al Gods kinderen een les zijn.

Afdrukken