Streef – een patroon voor groei, en mentaal en emotioneel welzijn
Het geschetste patroon van groei in het programma Kinderen en jongeren kan ons allemaal helpen in ons streven om meer als de Heiland te worden.
Echte groei vindt plaats als we streven naar groei op diverse gebieden. We lezen dat ‘Jezus toe[nam] in wijsheid en in grootte en in genade bij God en de mensen’ (Lukas 2:52). We weten maar weinig over die levensfase van de Meester, maar dit vers maakt duidelijk dat Hij ‘toenam’ – Hij groeide – in verstandelijk, lichamelijk, geestelijk en sociaal opzicht. Talloze onderzoeken wijzen erop dat streven naar groei in diverse aspecten van ons leven gezond emotioneel en mentaal welzijn bevordert.1
Groei en eeuwig potentieel zijn thema’s van het herstelde evangelie van Jezus Christus. Ons potentieel om te worden zoals onze hemelse Vader is de kern van het evangelie, en wekt liefde, hoop en dankbaarheid bij ons op.2
President Dallin H. Oaks, eerste raadgever in het Eerste Presidium, heeft gezegd: ‘Het laatste oordeel is niet slechts een optelsom van onze goede en slechte daden – wat we hebben gedaan. Het is een erkenning van de uiteindelijke uitwerking van onze daden en gedachten – wat we zijn geworden. Het is niet genoeg als iemand alleen maar plichtmatig doet wat hij moet doen. De geboden, verordeningen en verbonden van het evangelie zijn geen lijst van verplichte stortingen op de een of andere hemelse bankrekening. Het evangelie van Jezus Christus is een plan dat ons leert hoe we kunnen worden wat onze hemelse Vader van ons verwacht.’3
Een patroon voor groei
Kinderen en jongeren leren een patroon te volgen waardoor ze ontdekken waar ze aan kunnen werken. Vervolgens gaan ze plannen hoe ze dat gaan doen, handelen ze in geloof naar dat plan en kijken ze terug op wat ze hebben geleerd.4 Dat patroon kan ons allemaal helpen in ons streven om te groeien en meer als de Heiland te worden.
Alma heeft ons bijvoorbeeld geleerd: ‘Al kunt u niet meer doen dan verlangen te geloven – laat dat verlangen dan in u werken’ (Alma 32:27). Als we dat verlangen koesteren en voeden, groeit het uit tot wat Amulek ‘geloof tot bekering’ noemt (Alma 34:16). Het verlangen waarover Alma spreekt en het geloof waarvan Amulek getuigt, blijven niet zonder gevolgen. Ons verlangen en ons geloof in Jezus Christus zetten ons tot oprechte bekering aan. En dat bekeringsproces leidt ons tot voortdurende groei.
President Russell M. Nelson heeft gezegd: ‘Niets is meer bevrijdend, louterend of cruciaal voor onze vooruitgang dan regelmatige, dagelijkse bekering. Bekering is geen eenmalige gebeurtenis, maar een proces. Bekering is de sleutel tot geluk en gemoedsrust. In combinatie met geloof geeft bekering ons toegang tot de kracht van de verzoening van Jezus Christus.’5
Groei vereist toewijding
Zoals bekering voortdurende inspanning en toewijding vergt, vindt echte groei plaats wanneer we daar met onze ‘gehele ziel’ (Omni 1:26) op verschillende gebieden naar streven. We hebben allemaal gaven van de Geest waarmee we het koninkrijk van God kunnen opbouwen. In ons streven om ‘een nieuwe schepping’ te worden (2 Korinthe 5:17), vraagt de Heer ons Hem met geheel ons ‘hart, macht, verstand en kracht’ te dienen (Leer en Verbonden 4:2). Als we streven naar groei op uiteenlopende gebieden, nemen onze veerkracht en geloof in Jezus Christus toe. Daarmee zijn we beter in staat om de moeilijkheden van het leven tegemoet te treden.
Kinderen en jongeren – en wij allemaal – die eenvoudige kortetermijndoelen stellen om op geestelijk, sociaal, lichamelijk en verstandelijk gebied te groeien, ervaren vaak meer emotioneel en mentaal welzijn. Deze beginselen gaan verder dan het idee van zelfhulp. Ze vormen een gezond streven om een discipel van Jezus Christus te zijn, ‘opdat wij, wanneer Hij verschijnt, Hem gelijk zullen zijn, want wij zullen Hem zien zoals Hij is; opdat wij die hoop zullen hebben; opdat wij gereinigd zullen worden zoals Hij rein is’ (Moroni 7:48).
Groei vereist geduld en ijver
We dienen bij ons streven naar groei en vooruitgang te bedenken dat het ‘niet nodig [is] dat iemand harder loopt dan hij kracht heeft’ (Mosiah 4:27). We streven ernaar om ijverig te zijn, en wanneer we vallen, streven we ernaar om weer op te staan (zie Leer en Verbonden 117:13). Persoonlijke groei vergt geduld. Toen Jezus een blinde man genas, zag de man mensen aanvankelijk ‘als bomen, rondlopen’. Daarna legde Jezus ‘de handen opnieuw op zijn ogen en […] hij was hersteld en zag allen heel duidelijk’ (Markus 8:24–25). Genezing en groei – lichamelijk, emotioneel of mentaal – verlopen vaak stapsgewijs en niet altijd snel.
Groei vereist dat we alle middelen aanwenden die ons ter beschikking staan
Er is geen eenvoudig wondermiddel voor emotioneel en mentaal welzijn. We maken stress en onrust mee omdat we met een gevallen lichaam in een gevallen wereld leven. Daarnaast zijn er veel factoren die de diagnose van een psychische aandoening in de hand kunnen werken. Ongeacht ons mentale en emotionele welzijn is het gezonder om onze groei voor ogen te houden dan onze tekortkomingen steeds breed uit te meten. Ouderling Dieter F. Uchtdorf van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft gezegd: ‘De kerk is geen autoshowroom – een plek waar we onszelf tentoonstellen zodat anderen onze geestelijke instelling, vaardigheden of welvaart kunnen bewonderen. Ze is eerder een garage waar voertuigen die stuk zijn voor onderhoud en herstelwerkzaamheden heengaan.’6
Geestelijke groei is een belangrijk aspect van mentaal en emotioneel welzijn, maar er is vaak meer dat we kunnen doen. De Heer verwacht dat we alle middelen aanwenden die Hij ons ter beschikking stelt. Er is wel eens stigmatiserend gedacht over het gebruik van aanvullende hulpmiddelen in onze zoektocht naar meer mentaal en emotioneel welzijn, maar leidinggevenden in de kerk hebben aangegeven dat die hulpmiddelen cruciaal kunnen zijn.
Zuster Reyna I. Aburto, tweede raadgeefster in het algemeen ZHV-presidium, heeft gezegd: ‘Net als alle andere delen van het lichaam zijn de hersenen gevoelig voor ziekte, beschadiging of een verkeerde samenstelling van chemische stoffen. Als ons verstand lijdt, is het gepast om de hulp van God in te roepen, van mensen in onze omgeving, en van hulpverleners in de medische en geestelijke gezondheidszorg.’7
Het is aan ons om ‘alle dingen [te] doen die binnen ons vermogen liggen, en mogen wij dan met het volste vertrouwen stilhouden om het heil van God te zien, en in afwachting van de openbaring van zijn arm’ (Leer en Verbonden 123:17). We zien zijn hand misschien niet op de wijze die we verwachten of wensen, maar wie op Hem vertrouwen zien die wel.
De Heiland als voorbeeld van groei
Het grootste voorbeeld van groei is onze Heiland, Jezus Christus. In de Schriften staat ‘dat Hij aanvankelijk niet van de volheid ontving, maar genade voor genade ontving;
‘en Hij ontving aanvankelijk niet van de volheid, maar vorderde van genade tot genade, totdat Hij een volheid ontving;
‘en aldus werd Hij de Zoon van God genoemd, omdat Hij aanvankelijk niet van de volheid ontving’ (Leer en Verbonden 93:12–14).
In ons streven naar groei en vooruitgang kunnen we ook ‘genade op genade’ ontvangen. Wanneer we door het leven worden overmand, denken we misschien dat God ons heeft verlaten. We kunnen echter gemoedsrust en troost vinden in het feit dat God de Vader en onze Heiland, Jezus Christus, met ons begaan zijn. Ze weten hoe Ze ons door onze beproevingen heen moeten helpen. In Jezus Christus geloven betekent niet dat aardse moeilijkheden ophouden te bestaan. We geloven wél dat de Heer ons kracht kan geven om onze moeilijkheden het hoofd te bieden terwijl we ernaar streven om meer op Hem te gaan lijken.8