Kom dan en volg Mij
Weten hoe en wat we aanbidden
In Leer en Verbonden afdeling 93 openbaart God zekere waarheden over Jezus Christus zodat we kunnen ‘weten hoe te aanbidden, en weten wat [we] aanbid[den]’ (vers 19). Dit leven zit vol met dingen die ons van onze ware aanbidding van onze hemelse Vader en Jezus Christus afleiden.
‘Waar een mens zijn hart en vertrouwen op richt, is zijn god,’ schreef president Spencer W. Kimball (1895–1985) in 1976 aan kerkleden, ‘en als zijn god niet de ware en levende God van Israël is, dan doet die mens aan afgoderij.’
Hierna volgt een kort stukje uit president Kimballs nog steeds toepasselijke boodschap:
‘Een jonge man die op zending werd geroepen, antwoordde dat hij daar niet zo goed in was. Hij was er wél goed in om zijn snelle nieuwe auto in topconditie te houden. […]
‘Zijn vader had de zaak telkens afgedaan met de woorden: “Hij werkt graag met zijn handen. Dat is goed genoeg voor hem.”
‘Goed genoeg voor een zoon van God? De jonge man besefte niet dat het vermogen van zijn auto oneindig klein was in vergelijking met de kracht van de zee of de zon. En er zijn veel zonnen die uiteindelijk alle bestuurd worden door wetten en het priesterschap – een priesterschapsmacht die hij in dienst van de Heer had kunnen ontwikkelen. Hij nam genoegen met een zielige god, een mengsel van staal, rubber en glimmend chroom. […]
‘Onze taak is vastomlijnd: het wereldse verzaken als doelstelling op zich; afgoderij vermijden en voortgaan in geloof. […]
‘Als iemand de visie van het ware werk begint te krijgen, als hij iets van de eeuwigheid in het ware perspectief begint te zien, dan beginnen de zegeningen de prijs van het achterlaten van “de wereld” al ver te boven te gaan.’1