Evangeliebasis
Het priesterschap is de macht van God
God zegent ons door de macht van het priesterschap. De zegeningen van het priesterschap zijn voor iedereen beschikbaar.
Het priesterschap is de macht van God. Hij gebruikt die macht om al zijn kinderen te zegenen en ze te helpen bij Hem terug te keren. God heeft zijn kinderen op aarde priesterschapsmacht gegeven. Met die macht geven priesterschapsleiders leiding aan de kerk. Priesterschapsdragers kunnen er heilige verordeningen, zoals de doop, mee verrichten waardoor we dichter tot God komen. Iedere daartoe waardige man of vrouw die priesterschapsverordeningen ontvangt en de verbonden (heilige beloften) nakomt, heeft toegang tot de macht van God.
Joseph Smith ontving priesterschapsmacht
Toen Jezus Christus op aarde was, leidde Hij zijn kerk met priesterschapsmacht. Hij gaf die macht ook aan zijn apostelen. Er vielen in de eeuwen na hun dood veel leden van de kerk weg. Mensen veranderden het evangelie en de werkwijze van de kerk naar eigen inzicht. Het priesterschap van God was niet langer op aarde. In 1829 verleenden Johannes de Doper en de apostelen Petrus, Jakobus en Johannes het priesterschap in opdracht van Jezus aan Joseph Smith. De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen is de enige organisatie op aarde met dit gezag van God.
Sleutels van het priesterschap
Priesterschapssleutels zijn de bevoegdheid om het gebruik van het priesterschap aan te sturen. Denk bijvoorbeeld aan toestemming geven voor het verrichten van verordeningen. Jezus Christus bezit alle sleutels van het priesterschap. De president van de kerk is de enige persoon op aarde die deze sleutels kan gebruiken om de hele kerk te leiden. Anderen kunnen op zijn aanwijzing bepaalde sleutels gebruiken om Gods werk te doen. Leiders zoals bisschoppen en ringpresidenten gebruiken priesterschapssleutels om in hun wijk en ring leiding te geven. Roepingen in de kerk zijn van leiders met priesterschapssleutels afkomstig. Mannen en vrouwen die in een roeping werkzaam zijn, oefenen in die hoedanigheid dus priesterschapsgezag uit.
Melchizedeks priesterschap en Aäronisch priesterschap
Het priesterschap kent twee onderdelen: het Aäronisch priesterschap en het Melchizedeks priesterschap. Met het Melchizedeks priesterschap sturen kerkleiders al het geestelijke werk van de kerk aan, zoals het zendings- en tempelwerk. Het Aäronisch priesterschap werkt onder het gezag van het Melchizedeks priesterschap. Hiermee worden verordeningen als de doop en het avondmaal voltrokken.
Zegeningen van het priesterschap
God stelt door verbonden en verordeningen priesterschapszegeningen aan al zijn kinderen beschikbaar. Die zegeningen zijn onder meer de doop, de gave van de Heilige Geest, het avondmaal en de tempelverordeningen. Mannen en vrouwen die in de tempel begiftigd worden, ontvangen door hun verbonden een gave van priesterschapsmacht. We kunnen ook priesterschapszegens ter genezing, troost en leiding krijgen.
Wat staat er over het priesterschap in de Schriften?
Het priesterschap van weleer is hetzelfde priesterschap dat nu bestaat (zie Mozes 6:7).
Priesterschapssleutels zorgen ervoor dat we het werk van de Heer op ordelijke wijze tot stand brengen (zie Leer en Verbonden 42:11).
Mannen met het priesterschap kunnen het ‘alleen volgens de beginselen van de gerechtigheid’ aanwenden (Leer en Verbonden 121:36).
In Leer en Verbonden 20:38–67 staan enkele taken en plichten van priesterschapsdragers beschreven.