Getrouw ouder worden
Doelen voor wie jong van hart zijn
De auteur woont in Utah (VS).
Toen ik over het nieuwe programma Kinderen en jongeren hoorde, wilde ik eraan meedoen.
Toen de kerk met het nieuwe programma Kinderen en jongeren begon, hoorde ik onze kinderen en kleinkinderen hun plannen met betrekking tot doelen en lessen bespreken. Ik ben bijna 80 jaar, maar ik wilde graag aan deze getuigenisversterkende buitenkans meedoen.
Mijn kinderen en kleinkinderen wonen verspreid over het hele land, dus we kunnen niet allemaal bij elkaar komen. In plaats daarvan besloten we maandelijks een online bijeenkomst te houden. Een van de kleinkinderen gaf dan een les en leidde de evangeliebespreking. Daarna vertelden allen over hun doelen en hoe ver ze daarmee waren gekomen. Uiteraard waren sommige doelen persoonlijk en respecteerden we ieders privacy.
Toen ik met mijn kleinkinderen over hun doelen sprak, begon ik ook over mijn eigen doelen na te denken. Wat wilde ik nog bereiken?
Hier is een lijstje met de doelen die ik heb bedacht, overeenkomstig de onderwerpen en patronen in het programma Kinderen en jongeren. Ik noem ze mijn doelen voor wie jong van hart zijn.
Verstandelijk. Ons ZHV-presidium van de ring vroeg de zusters om ‘De levende Christus’ uit het hoofd te leren.1 De tekst is vrij lang, maar ik wist dat ik die hoeveelheid woorden nog wel uit het hoofd kon leren. Bovendien leek het doel de moeite waard.
Geestelijk. Voor mijn taak in de tempel sta ik soms een uur of langer bij een trap om bezoekers naar de kleedkamer te verwijzen. Ik zet mijn hersens graag aan het werk, dus besloot ik om de oude kernteksten van het seminarie voor het Boek van Mormon uit het hoofd te leren. Toen de tempels tijdens de COVID-19-pandemie gesloten waren, bleef ik toch maar aan dat doel werken. Door teksten uit het hoofd te leren, blijft mijn brein actief en word ik met de Geest vervuld.
Lichamelijk. De lichamelijke doelen van onze kleinkinderen hadden met dansen, volleybal, surfen en dergelijke te maken. Dat is allemaal niets voor mij, dus besloot ik elke dag een paar kilometer te gaan wandelen. Ik merk dat ik alerter ben als ik aan lichaamsbeweging doe. Dat is goed voor mijn geest en mijn lichaam.
Sociaal. Ik vind regelmatig contact met mijn kinderen en kleinkinderen heerlijk. We spraken elkaar vaak over de telefoon (nog steeds, trouwens), maar berichtjes sturen is tegenwoordig de nieuwe manier van communiceren. De kinderen maakten me wegwijs in emoji’s en korte filmpjes.
Diverse kleinkinderen hadden leren koken als doel. Als ze op bezoek kwamen, kookten we samen. Met de kleinkinderen die verder weg wonen, houd ik videogesprekken. We nemen dan recepten door en koken samen in ‘realtime’.
Ik bel ook graag met de zusters die ik bedien. Nu we vanwege de pandemie afstand moeten houden, is bijkletsen over de telefoon een geweldige manier om contact te houden. Soms ga ik bij ze langs en laat ik verpakte lekkernijen bij de voordeur achter met een briefje waarin ik mijn liefde voor ze uit.
Groeien in het evangelie
Het programma Kinderen en jongeren is tijdens de pandemie een grote zegen voor mij en mijn familie geweest. Ook al ben ik dag in dag uit alleen, ik heb zo mijn doelen. De kleinkinderen blijven hun talenten ontwikkelen en groeien in het evangelie. En ik kan ze daarin steunen. We kijken uit naar onze online familiebijeenkomsten en momenten om bij te praten.
En dankzij de inspiratie die ik kreeg toen ik mijn kleinkinderen met hun doelen hielp, heb ik nu mijn eigen doelen scherper voor ogen, zowel voor de korte termijn als de eeuwigheid. Ik werk en bid elke dag om God te laten ‘zegevieren’ in mijn leven en het leven van mijn familieleden.2