Uitsluitend digitaal
Vreugde en kracht ontvangen door het nakomen van tempelverbonden
In je eentje naar de tempel gaan, kan soms moeilijk zijn, maar onze hemelse Vader vervult ons met zijn reine liefde, blijvende kracht en eeuwigdurende vreugde als we ernaar streven om onze tempelverbonden te eren.
NB Dit artikel is beoordeeld door de afdeling Tempelzaken.
De auteur woont in Utah (VS). |
Ik ben lid van de kerk, niet getrouwd, en ik ben al meer dan 18 jaar begiftigd zonder een echtgenoot om me naar de tempel te vergezellen. Voor sommige mensen in mijn situatie, en mensen die gescheiden, weduwe of weduwnaar zijn, of van wie de huwelijkspartner geen geldige tempelaanbeveling heeft, kan het vaak moeilijk zijn om in de tempel te dienen en te aanbidden. De nadruk die in de verordeningen op het eeuwig huwelijk en het gezin wordt gelegd, kan ervoor zorgen dat we ons eenzamer voelen dan ooit. Hoewel ik ook weleens met deze gevoelens heb geworsteld, ben ik gaan inzien dat ik mij beter niet kan concentreren op de vraag of ik wel alle zegeningen heb ontvangen die in de tempel zijn beloofd, maar dat het beter is dat ik in de tempel – en daarbuiten – alles aan onze hemelse Vader en Jezus Christus geef wat ik kan.
Vijf jaar lang heb ik als secretaris van de tempelpresident in de Salt Laketempel gewerkt. Aan de muur naast mijn bureau hing een prachtig schilderij, ‘Simeon eert het kindje Jezus’. Het stelt Maria en Jozef voor die Jezus in de tempel presenteren en een paar tortelduiven offerden volgens de wet van Mozes, een als zondoffer en de andere als brandoffer (zie Leviticus 12:6, 8).
Telkens wanneer ik langs het schilderij liep, leken de ogen van de vogels me recht aan te kijken, en kreeg ik het gevoel dat de Heer dit symbolische beeld gebruikte om me te vragen: ‘Wat hebt u te bieden als u zich aan Mij komt presenteren?’
Ik had vaak het gevoel dat ik het offer was dat ik aan Hem moest aanbieden. Mijn hele leven – mijn persoonlijke gehoorzaamheid aan de verbonden die ik met Hem heb gesloten – is uiteindelijk mijn geschenk en offer, zodat ik ‘aan de Here gewijd’ ben.
De apostel Paulus heeft ons uitgenodigd om ons lichaam ‘aan God te wijden als een levend offer, heilig en voor God welbehaaglijk: dat is uw redelijke godsdienst’ (Romeinen 12:1; cursivering toegevoegd). Voor wat mij betreft, kan ik dat levend offer brengen door:
-
de beloften na te komen die ik Hem door mijn tempelverbonden heb gesloten;
-
ernaar te streven de geboden te eren en te gehoorzamen;
-
‘God te laten zegevieren’1 door Hem prioriteit te geven in mijn dagelijks leven;
-
anderen te dienen op spontane, zorgzame manieren, net zoals Christus dat zou doen;
-
dankbaarheid te tonen voor de mogelijkheden die onze hemelse Vader mij heeft gegeven om deel te nemen aan zijn werk op aarde;
-
en bereid te zijn om de Heer te vertrouwen als Hij mij leidt op de verschillende paden die Hij voor mij in petto heeft.
Wanneer we naar openbaring streven en die ter harte nemen, weet ik dat onze hemelse Vader ons zal duidelijk maken welke offers we Hem elke dag en ons hele leven moeten brengen.
De liefde en beloften van de Heer
In mijn streven om God een heilig offer te brengen door mijn levenswijze, ben ik me er volledig van bewust dat dit alleen maar mogelijk is door mijn Heiland en zijn oneindige offer. Dat komt omdat ‘er geen andere naam, noch enige andere weg of middel, zal worden gegeven waardoor redding […] kan komen, dan alleen in en door de naam van Christus’ (Mosiah 3:17). Deze fundamentele kennis motiveert mij om harder te werken aan mijn persoonlijke relatie met Hem.
Toen Christus na zijn opstanding naar het Amerikaanse continent kwam, traden de Nephieten ‘één voor één toe totdat allen […] met hun ogen hadden gezien en met hun handen hadden gevoeld, en met zekerheid wisten […] dat Hij het was [die] zou komen’ (3 Nephi 11:15; cursivering toegevoegd).
Ik voelde een soortgelijke heerlijke zekerheid op de dag dat ik naar de tempel ging om mijn begiftiging te ontvangen. Terwijl ik naar de ruimte voor de voorverordeningen werd begeleid, voelde ik me net zo kalm en rustig als mijn omgeving. Elk deel van de verordening herinnerde me eraan dat mijn heil een privéaangelegenheid is en dat wij Christus’ tedere liefde voor ons één voor één kunnen voelen. Het motiveerde me om na te denken over de betekenis van mijn verbonden.
Sinds die dag houd ik mij vast aan de kracht die uitgaat van mijn voortdurende verlangen om mijn beloften aan Hem na te komen, en ik houd me vooral aan zijn beloften aan mij.
Zo zijn een aantal specifiek beloofde zegeningen met betrekking tot het huwelijk in de voorverordening voor mij nog niet uitgekomen. Ik weet dat het soms normaal is om te worstelen met een beperkte, sterfelijke kijk op het leven, maar ik geloof sterk dat de Heer alle dingen nu voor Zich ziet2, zelfs de dingen die we in de toekomst hopen te ontvangen.
Wanneer de Heiland spreekt, kunnen we erop vertrouwen dat Hij zijn beloften zal vervullen, want Hij is altijd betrouwbaar. En in zijn alwetende en eeuwige perspectief heeft hij zijn deel van het verbond reeds vervuld.
Een van mijn favoriete Schriftteksten luidt:
‘God is machtig in het vervullen van al zijn woorden.
‘Want Hij zal al zijn beloften die Hij je doet, vervullen’ (Alma 37:16–17; cursivering toegevoegd).
Uit deze wijze woorden put ik onuitsprekelijke vreugde en de kracht om voorwaarts te gaan!
In vreugde gedijen
Als we in deze beloften geloven en erop vertrouwen, zelfs als we ze alleen nog maar ‘vanuit de verte’ kunnen zien (Hebreeën 11:13), kunnen we een nog groter vermogen ontwikkelen om in te gedijen, zowel nu als in het hiernamaals. Het leven is niet zonder moeilijkheden, wat onze huidige omstandigheden ook zijn. Beproevingen maken deel uit van het verlossingsplan van onze hemelse Vader, maar geluk ook.
Als leden die op dit moment alleenstaand zijn, kunnen we verlangen naar partnerschap en verbondenheid op onze reis door het sterfelijk leven, dat soms kan aanvoelen als een eenzame en sombere wereld. Maar als we dicht bij Christus blijven, kunnen we kracht en eeuwig geluk opdoen.
Alma herinnerde ons eraan dat ‘de Heer naar hen [omzag], zodat zij geen honger zouden lijden, noch dorst lijden; ja, en Hij gaf hun ook kracht, zodat zij generlei benauwingen zouden lijden die niet zouden worden verzwolgen door de vreugde in Christus’ (Alma 31:38; cursivering toegevoegd).
Ik ben dankbaar dat Christus naar mij omziet als ik mijn doop- en tempelverbonden eer als een offer aan Hem, en dat Hij in mijn geestelijke, stoffelijke en emotionele behoeften zal blijven voorzien. Ik ben ook vervuld met ‘de vrede van God, die alle begrip te boven gaat’ (Filippenzen 4:7), en die mij in staat stelt om mijn levensreis met vreugde te doorstaan.
President Russell M. Nelson heeft gezegd dat ‘we vreugde [kunnen] voelen ongeacht wat er in ons leven gebeurt – of niet gebeurt. Vreugde komt van en door [Jezus Christus]. Hij is de Bron van alle vreugde.’3
Een offer van heiligheid
Telkens wanneer ik aan het schilderij met de tortelduiven denk, word ik eraan herinnerd om mijzelf aan Christus aan te bieden door te leven naar de verbonden die ik heb gesloten. Ik ben vooral dankbaar voor alles wat Hij mij belooft als ik mijn tempelverbonden naleef.
Als u zelf de heilsverordeningen van de tempel nog niet hebt ontvangen of om welke reden dan ook al een tijdje niet naar de tempel bent geweest, nodig ik u liefdevol uit om alle vroegere of huidige barrières opzij te zetten en het nodige te doen om die gewijde deuren binnen te gaan. Als u dat doet, zult u de kracht en vreugde ontvangen die onze hemelse Vader en Jezus Christus ons bieden door middel van tempelaanbidding en -verbonden.
Ik weet dat de tempel een plek is die ons kan veranderen – niet vanwege het heilige bouwwerk zelf, maar vanwege Degene naar wie de tempel verwijst en hoe die ons naar Jezus Christus leidt. Ik heb het gevoel dat we door die gewijde deuren binnen te gaan allemaal onze lampen met heilige olie vullen terwijl we ons op de wederkomst van de Heiland voorbereiden (zie Mattheüs 25:1–13). Door doop- en tempelverbonden te sluiten en na te komen, worden we voorbereid op alles wat de Vader voor ons in petto heeft.
Ik weet zeker dat als we onze verbonden nakomen, onze hemelse Vader en onze Heiland ons meer kracht zullen geven om in geloof te handelen, en meer verlichtende vreugde om het leven te leiden dat God ons zo mildelijk heeft gegeven.