Verlichting in Jezus Christus vinden

Deze maand lezen we in Kom dan en volg Mij over een speciale en unieke gebeurtenis: de herrezen Heiland bezoekt Amerika en nodigt de Nephieten uit: ‘Nader tot Mij om uw hand in mijn zijde te steken, en ook om de tekens van de nagels in mijn handen en in mijn voeten te voelen, opdat u zult weten dat Ik de God van Israël en de God van de gehele aarde ben, en ben gedood voor de zonden van de wereld’ (3 Nephi 11:14).

Jezus Christus nodigt niet alleen de Nephieten, maar ook ieder van ons uit om bij Hem te komen, een persoonlijke ervaring met Hem te hebben en een verbondsrelatie met Hem te ontwikkelen. Ik ben erg dankbaar dat Hij ons liefheeft en bij ons wil zijn. Dankzij Hem staan we er nooit alleen voor. In mijn artikel vertel ik dat het de bedoeling is ‘dat we door onze verbonden op krachtige wijze met de Heer samenwerken’ (pagina 44). Als we door onze dagelijkse keuzes om heilige verbonden na te leven tot Hem komen, ontwikkelen we een band met Jezus Christus waardoor we zijn liefde en verlichting in ons leven en in ons gezin zullen ontvangen.

We worden na onze begiftiging aan Jezus Christus herinnerd door het garment te dragen, legt president Jeffrey R. Holland uit in zijn artikel ‘Het garment van het heilig priesterschap’ (pagina 4). Hij herhaalt de belofte van het Eerste Presidium dat we door onze verbonden na te komen en het garment te dragen meer toegang tot de bescherming en macht van de Heiland krijgen.

Ik getuig dat onze hemelse Vader en de Heiland u liefhebben en dat Jezus Christus juist daarom op aarde is gekomen: om ons de verlichting te bieden die wij zoeken. Jezus Christus is onze bron van verlichting.

Met vriendelijke groeten,

Kristin M. Yee

Tweede raadgeefster in het algemeen ZHV-presidium

Jezus geneest een blinde — ‘Zolang Ik in de wereld ben, ben Ik het Licht der wereld.

‘Nadat [Jezus] dit gezegd had, spuwde Hij op de grond en maakte slijk met het speeksel en streek het slijk op de ogen van de blinde,

‘en Hij zei tegen hem: Ga heen, was u in het badwater Siloam. […] Hij dan ging weg en waste zich en kwam ziende terug.’