Liahona
De Geest maakte het verschil
September 2024


‘De Geest maakte het verschil’, Liahona, september 2024.

Onder heiligen der laatste dagen

De Geest maakte het verschil

Ik kon de liefde van de wijkleden voelen toen ze zonder mijn begeleiding zongen.

illustratie van een vrouw die op het orgel speelt en door twee mensen wordt getroost

Illustratie, Katy Dockrill

We woonden in een klein plaatsje in Georgia (VS) toen mijn vader op 55-jarige leeftijd overleed. De meeste van mijn familieleden woonden in een andere staat. De afstand van ruim 3000 kilometer had nog nooit zo ver weg geleken.

Mijn man was bisschop in onze kleine wijk, en ik de organiste. Door alle emoties en stress van het plannen van de uitvaartdienst, was ik die zondag vrij lusteloos. Toen was het tijd voor de slotlofzang: ‘God zij met u tot w’u wederzien’ (Lofzangen, nr. 105).

Halverwege de tweede strofe werd ik door verdriet overmand. Op de een of andere manier speelde ik tot het einde van die strofe, maar mijn handen trilden en mijn ogen waren zo vol tranen dat ik de laatste strofe niet kon spelen. Ik bleef maar huilen.

Na een korte onderbreking beseften de aanwezigen dat het orgel was gestopt. Maar toen begonnen de leden a capella te zingen. Het zingen was niet perfect. We waren tenslotte maar een kleine wijk. Maar de Geest maakte het verschil. Door mijn tranen en schaamte heen kon ik de liefde van velen voelen terwijl ze zongen.

God zij met u tot w’u wederzien;

blijf op zijne liefde bouwen

door op Christus te vertrouwen,

God zij met u tot w’u wederzien.

Na de lofzang hield de dirigente me vast terwijl ik tijdens het slotgebed huilde. Verscheidene mensen kwamen met tranen in hun ogen naar het orgel toe en zeiden hoe erg ze het vonden dat mijn vader was overleden.

Later zei ik tegen de dirigente dat ik op de begrafenis piano zou spelen. Dat leek waarschijnlijk een slecht idee na wat er net was gebeurd, maar mijn vader vond het altijd zo fijn om mij piano te horen spelen. Ik wilde voor hem spelen. Ik besefte toen hoe dichtbij ik hem tijdens de slotlofzang had gevoeld.

Ik ben erg dankbaar voor de lofzangen. Ik getuig dat muziek ons kan onderwijzen en troosten op manieren die woorden vaak niet kunnen. In het voorwoord van de lofzangenbundel zegt het Eerste Presidium: ‘Lofzangen […] troosten de treurenden en de ontmoedigden, en motiveren ons om tot het einde toe te volharden.’ Ik ben ook dankbaar voor de liefde van een fijne wijk toen ik zo ver bij mijn familie vandaan was. Ik weet zeker dat mijn vader en ik elkaar inderdaad zullen wederzien.