‘Scheppende kunst met een geestelijke inslag’, Liahona, september 2024.
Geloofsportret
Scheppende kunst met een geestelijke inslag
De verzoening van Jezus Christus kreeg een diepere betekenis voor me toen ik een beeldhouwwerk van het verhaal van Abraham en Izak maakte.
Schilderen en beeldhouwen is een manier waarop ik mijn waardering voor de schoonheid van de aarde tot uitdrukking breng. Voor mij begint het scheppingsproces met een geestelijke indruk.
‘Het verbondskind’
Toen een vriend met pensioen ging en zich klaarmaakte om te verhuizen, maakte ik een kunstwerk voor hem dat Het verbondskind heette. Het was een beeldhouwwerk van Abraham met de baby Izak. Sindsdien heb ik verscheidene andere beeldhouwwerken van Abraham en Izak gemaakt. Zij zijn mijn favorieten en enkele van mijn belangrijkste kunstwerken.
Ik vind het beeld van Abraham die zijn zoon aan de hand van perkamentrollen onderwijst het krachtigst. Abraham grijpt zijn eigen dij vast en heeft een gepijnigde uitdrukking op zijn gezicht omdat de Heer heeft gezegd dat hij zijn enige zoon moet offeren. Izak omhelst Abraham maar begrijpt niet waarom zijn vader die knuffel niet beantwoordt.
Hij werkt nu aan een beeldhouwwerk dat laat zien hoe de twee een altaar bouwen. Izak vraagt waar het offer is, en Abraham antwoordt dat de Heer daarvoor zal zorgen. Een eerder beeldhouwwerk toont dat Abraham een ram in het struikgewas ziet, en hoort dat hij zijn zoon niet hoeft te offeren. Abraham omhelst Izak en houdt hem stevig vast. (Zie Genesis 22:1–13.)
Dit verhaal is zo waardevol omdat het een zinnebeeld, of symbool, is van het offer van de Zoon van God. Onze Vader in de hemel, die zijn eniggeboren Zoon liefheeft, was ook bereid om Hem te offeren. Maar Hij werd niet op het laatste moment gespaard. Ouderling Neal A. Maxwell (1926–2004) van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft gezegd: ‘Er was geen ram in het struikgewas op Golgotha om Hem, deze Vriend van Abraham en Izak, te sparen.’ (‘O, Divine Redeemer’, Ensign, november 1981, 8.)
Maar de Vader liet zijn uitverkoren Zoon (zie Mozes 4:2) de verzoening voor ons tot stand brengen, zodat wij naar huis kunnen terugkeren om weer bij Hen te leven als we dat willen en als we die zegen waardig zijn (zie Johannes 3:16–17).
Uit ervaring weet ik dat God bij ons leven betrokken is. Wij zijn opdat we ‘vreugde zullen hebben’ (2 Nephi 2:25), maar we doen ervaring op door wat we lijden. Hoewel er goede dingen gebeuren, is er ook ‘een tegenstelling in alle dingen’ (2 Nephi 2:11). God staat echter voor ons klaar en we kunnen alles overwinnen, wat er ook op ons afkomt. We zullen merken dat we onze beproevingen kunnen doorstaan als we net als onze Heiland blijven proberen lief te hebben, te dienen en liefdadiger te worden.
Ik ben dankbaar voor het evangelie, mijn familie en alle geweldige mensen in de kerk. Mijn vrouw, Kathleen, en ik zijn op verschillende plekken op zending geweest, en we vonden overal heiligen die elkaar liefhebben, dienen, tot zegen zijn en offers brengen. Onze hemelse Vader heeft ons lief, en we zijn zijn kinderen. Er is niets belangrijker dan trouw zijn aan Hem en zijn Zoon, die ons zo trouw zijn.