Toen ik ging bidden, ging de hemel open en kreeg ik antwoord op al mijn vragen
Nicole Franssen, Utrecht
‘Veel eersten zullen de laatsten zijn, en veel laatsten de eersten’ (Marcus 10:31). Dat vers is broeder Friso van der Meulen op het lijf geschreven! Toen hij een brede oriëntatie op wereldgodsdiensten volgde, kwam de Bijbel als laatste studieboek aan de beurt, maar het was het eerste boek uit een grote stapel dat hem diep raakte. In dit interview maken we nader kennis met Friso en deelt hij zijn drijfveren en zijn ervaringen met het geloof
Wat wil je met ons delen over je achtergrond? Wie is Friso van der Meulen?
Ik ben op 7 juni 1955 geboren in Jakarta, de hoofdstad van Indonesië. Mijn vader was daar in die tijd vanwege zijn werk. Toen ik anderhalf jaar oud was, zijn we terug naar Nederland gekomen. Ik ben de middelste van drie kinderen, ik heb twee zussen. Mijn kindertijd en jeugd heb ik voor het grootste deel doorgebracht in Wassenaar. Ik heb daar op de basisschool gezeten en later op Het Rijnlands Lyceum.
Na een sabbatsjaar heb ik een opleiding tot fysiotherapeut gevolgd. Na die opleiding heb ik acht jaar in Kenia en Guinee-Bissau gewerkt met kinderen en jongeren met een lichamelijke beperking. Ik woon tegenwoordig in Nieuwegein samen met mijn tweede vrouw. Uit mijn eerste huwelijk heb ik twee zoons, en uit het tweede huwelijk zijn nog vier jongens geboren.
Hoe is het geloof in jouw leven gekomen?
Daarvoor moet ik even terug naar de tijd toen ik in Afrika werkte. Ik was naar Afrika gegaan vanuit idealisme en zin in avontuur. Ik wilde het goede doen voor mensen die er slechter aan toe waren dan wij in het rijke westen. Na een aantal jaren moest ik toch vaststellen dat het werk me minder vreugde en voldoening schonk dan ik verwacht had; ik bleef zitten met een gevoel van leegte. Ik was inmiddels 32 jaar. Ik ben toen teruggekomen en ik ben in Londen gaan studeren. Het was in die periode dat ik me heel breed heb georiënteerd op het gebied van filosofie en religie. Tientallen boeken heb ik verslonden, en als laatste boek kwam de Bijbel aan de beurt. Daar trof ik de eerste tekst aan die mij echt raakte: ‘Als iemand van u in wijsheid tekortschiet, laat hij die dan vragen aan God, Die aan ieder overvloedig geeft en geen verwijten maakt, en ze zal hem gegeven worden. Maar laat hij er in geloof om vragen en daarbij niet twijfelen.’ (Jakobus 1:5–6)
Ik heb die aanwijzing in de Bijbel gevolgd en ik ben gaan bidden. Toen ging de hemel open en werd alles wat ik in de Bijbel las duidelijk. Ik kreeg antwoord op al mijn vragen. Later vertelden de zendelingen mij dat het precies dit vers is geweest waardoor Joseph Smith het eerste visioen ontving. Dat heeft me altijd een bepaald gevoel van verbondenheid met Joseph Smith gegeven.
Maar dat leidde nog niet meteen tot lidmaatschap van onze kerk?
In de periode waarover ik het zojuist had, kreeg ik een bijzondere ingeving, een boodschap. ‘Er is een kleine groep op deze aarde waar jij toe behoort, Friso, en je zult twee engelen ontmoeten die je daarnaartoe zullen brengen.’ Een tijdlang wist ik niet hoe ik dat moest interpreteren. Ik kwam terug naar Nederland en woonde in Zwolle toen er twee zendelingen aan de deur kwamen. Met hen kon ik alles delen wat ik vond in de Bijbel en ook mijn ervaringen en openbaringen. Ik heb het Boek van Mormon gelezen en er geen moment aan getwijfeld dat alles wat erin staat waar is. Daarmee heb ik de eerste stappen gezet in onze kerk. Toen ik 33 jaar was, ben ik gedoopt. Pas veel later realiseerde ik me dat de zendelingen die twee engelen waren.
Wat betekent het geloof nu voor jou?
In één woord gezegd: alles. Ik sta op met het geloof en ik ga ermee naar bed. Ik bid meteen als ik opsta. Ik probeer in heel veel situaties contact te zoeken met God. Ik betrek mijn hemelse Vader en Jezus Christus bij alles wat ik doe.
In een aantal van je toespraken de afgelopen jaren sprak je over een belangrijke hobby van jou, sport. Ik wil je deze stelling voorleggen: sport is het hedendaagse gouden kalf.
Ik ben inderdaad een sporter in hart en nieren. Ik doe onder andere aan gewichtheffen, kickboksen en zwemmen. Daarnaast hou ik ook van muziek maken – ik speel dwarsfluit – en van dansen. De stelling die je me voorlegt is voor een groot deel waar. Er gaan grote geldbedragen om in de sport, het draait om roem en heldendom. Kijk bijvoorbeeld naar voetbalfans. Velen van hen aanbidden de voetballers en het voetbal, zij leven daarvoor. Bij sporters zelf zie ik ook wel een andere houding. Bij de echt succesvolle sporters valt het me op dat ze eerder spreken over het belang van het team dan dat ze roemen op hun persoonlijke prestatie. Voor mijzelf is sport een soort van basisbehoefte. Sport hoort voor mij thuis in hetzelfde rijtje als religie, eten, drinken en slapen. Als ik sport, voel ik me gelukkiger. De mens heeft behoefte aan aanbidding, aan helden. De leegloop van de kerken is volgens mij een signaal van geestelijke en spirituele uitholling. Voor een deel wordt die leegte opgevuld door de status die aan sport wordt verleend.
Je bent nu hogeraadslid in de ring Breda. Wat houdt die functie in en welke roepingen heb je eerder vervuld?
Ik ben op dit moment inderdaad een van de negen leden van de hoge raad. Op termijn moeten dat er weer twaalf worden, dat is de bedoeling. We worden ook wel reizende hogepriesters genoemd omdat we de wijken en de gemeente in onze ring bezoeken. Den Bosch is mijn aandachtswijk. Het contact met de wijk verloopt via het quorumpresidium en via de zustershulpvereniging (ZHV). Officieel werkt de ringpresident met de bisschop en de gemeentepresident. Via de ringpresident ontvangen de hogeraadsleden hun taken en opdrachten. Naast het geven van een maandelijkse toespraak ben ik aanwezig bij de vergaderingen van het ouderlingenquorum en de gezamenlijke vergaderingen van het ouderlingenquorum met de ZHV. Regelmatig woon ik ook de vergadering van de wijkraad bij. Het bijwonen van de vergaderingen geeft me de gelegenheid om goed de vinger aan de pols te houden. Ik voel me erg welkom in de wijk Den Bosch, en ik voel dat ik mijn ideeën en inzichten met hen mag delen. In de gemeente Zwolle werd ik al snel na mijn doop geroepen als zondagsschoolpresident. Later kreeg ik daar functies als quorumpresident en gemeentepresident. In de jaren daarna kreeg ik in verschillende gemeenten en wijken een hele reeks roepingen, waaronder jongemannenpresident, leerkracht in de zondagsschool, dirigent, raadgever in de bisschap en diverse keren hogeraadslid.
Hogeraadslid en gemeentepresident vind ik wel twee van de mooiste roepingen. Toen ik gemeentepresident werd, voelde het alsof ik een mantel omgehangen kreeg met extra gaven. Ik voelde heel sterk de leiding van de Geest. Hogeraadslid zijn is leuk omdat je over alles mee mag praten en van alles op de hoogte bent, en tegelijkertijd is er een plezierige afstand die ervoor zorgt dat je niet overal direct verantwoordelijk voor bent. Die vorm van betrokkenheid past nu goed bij mij.
Is er tot slot nog iets dat je graag wilt meegeven aan de leden?
Geniet! Geniet van het evangelie. Vaak wordt het geloof als te zwaar opgevat, maar genieten is zo belangrijk! Geniet van de gave van de Heilige Geest. Geniet van de aanwezigheid van Christus en van zijn liefde en zoenoffer. Geniet van de liefde van God. Geniet ook elke dag van de kleine dingen van het leven, je familie en de mensen om je heen.