Augustus
Mijn lichaam is een tempel van God
Lied: ‘De Heer gaf mij een tempel’
(KL, 73)
‘Weet u niet dat u Gods tempel bent en dat de Geest van God in u woont? […] De tempel van God is heilig, en deze tempel bent u’ (1 Korinthe 3:16–17).
Vul de hier genoemde ideeën aan met uw eigen ideeën. Bedenk manieren om de leer te introdu-ceren en ervoor te zorgen dat de kinderen die begrijpen en toepassen. Vraag uzelf af: ‘Wat moeten de kinderen doen om te leren, en hoe kan ik ervoor zorgen dat ze de Geest voelen?’
Week 1: Mijn lichaam is een tempel.
De leer introduceren:Zet vóór het jeugdwerk de zinsnede ‘U bent Gods tempel’ (zie 1 Korinthe 3:16) op het bord. Laat de kinderen afbeeldingen van tempels zien. Vraag ze waarom een tempel zo bijzonder is (het is een huis van de Heer, schoon, goed verzorgd, en een plek waar de Heilige Geest kan zijn). Zet hun antwoorden op het bord. Leg uit dat ons lichaam, net als de tempel, heilig is en door onszelf en anderen met respect behandeld moet worden.
Begrip bevorderen en toepassing aanmoedigen: Maak een kopie van de afbeeldingen op pagina 47 van het kinderkamerboek Ziet uw kleinen. Knip de cirkels uit en doe ze in een bakje. Laat een kind een van de cirkels uitkiezen. Vraag de kinderen hoe de afbeelding hen eraan herinnert dat ze hun lichaam als een tempel moeten behandelen. Geef ieder kind een kopie van die pagina en laat ze die inkleuren. Laat de oudere kinderen onder iedere cirkel schrijven wat ze die week zullen doen om hun lichaam als een tempel te behandelen. Laat de kinderen hun afbeeldingen mee naar huis nemen om thuis te vertellen hoe ze hun lichaam als een tempel kunnen behandelen.
Toepassing aanmoedigen: Laat een exemplaar van ‘Mijn evangelienormen’ zien. Vraag de kinderen welke evangelienormen ons leren dat we ons lichaam als een tempel moeten behandelen. Laat de kinderen aan iemand die vlakbij hen zit vertellen hoe ze hun lichaam als een tempel behandelen. Laat ze dan nadenken over een manier waarop ze dat beter kunnen doen. Vraag enkele kinderen of ze aan iedereen willen vertellen wat ze daarover denken.
Ik zal goed voor mijn lichaam zorgen
De poster en de pagina uit het kinderkamerboek zijn te vinden op sharingtime.lds.org
Week 2: Als we ons fatsoenlijk kleden, tonen we respect voor onze hemelse Vader en onszelf.
De leer introduceren: Laat de kinderen 1 Korinthe 3:16 opzoeken en de tekst samen hardop lezen. Zeg dat fatsoenlijke kleding een van de manieren is om ons lichaam als een tempel te behandelen. Laat ‘Mijn evangelienormen’ zien en laat de kinderen deze norm opzeggen: ‘Ik kleed me fatsoenlijk om mijn hemelse Vader en mijzelf respect te tonen.’
Begrip bevorderen: Bespreek wat fatsoenlijke kleding is (zie het gedeelte ‘Kleding en uiterlijk’ in Voor de kracht van de jeugd). Maak enkele posters waarop bovenaan geschreven staat: ‘Ik kleed me fatsoenlijk door:’. Deel de kinderen op in groepjes en laat iedere groep hun belofte om zich fatsoenlijk te kleden op de poster schrijven of een tekening van zichzelf in fatsoenlijke kleding maken. Hang de posters in het jeugdwerklokaal.
Week 3: Als ik het woord van wijsheid naleef, toon ik respect voor mijn lichaam.
Begrip bevorderen: Zet aan de ene kant van het bord ‘Geboden’ en de volgende tekstverwijzingen: LV 89:7–9, 12, 14, 16. Zet aan de andere kant ‘Beloften’ en de volgende tekstverwijzing: LV 89:18–21. Laat de ene helft van de kinderen de eerste teksten lezen en de geboden opzoeken die de Heer ons in het woord van wijsheid heeft gegeven. Laat de andere kinderen de andere teksten lezen en de zegeningen opzoeken die Hij ons heeft beloofd als wij gehoorzaam zijn. Bespreek wat de geboden en zegeningen betekenen.
Toepassing aanmoedigen: Laat een van de kinderen zeggen: ‘Ik leef het woord van wijsheid na door ’ en vul de zin aan met iets wat hij of zij gaat doen om het woord van wijsheid na te leven. Laat dan een ander kind herhalen wat het eerste kind heeft gezegd en daar zijn of haar eigen antwoord aan toevoegen. Laat een derde kind herhalen wat de eerste twee hebben gezegd en daar een ander antwoord aan toevoegen. Herhaal als u daar tijd voor hebt, en laat ieder kind een ander antwoord bedenken.
|
Het woord van wijsheid | |
|---|---|
|
Geboden |
Beloften |
Week 4: Als ik naar goede dingen kijk en luister, en goede dingen lees, houd ik mijn gedachten rein.
De leer introduceren: Laat de kinderen twee glazen zien, een met vuil water en een met schoon water. Vraag de kinderen uit welk glas ze willen drinken en waarom. Leg uit dat onze gedachten met de glazen zijn te vergelijken, en dat we er alleen schone en goede dingen in doen. Zet de volgende zin op het bord en laat de kinderen samen met u zeggen: ‘Als ik naar goede dingen kijk en luister en goede dingen lees, houd ik mijn gedachten rein.’ U kunt de kinderen eenvoudige handgebaren leren om die zin te onthouden. Voor het woord lezen, kunt u bijvoorbeeld uw handen uitgestrekt houden alsof u een boek vasthoudt; voor het woord kijken, wijst u naar uw oog; voor luisteren,houdt u uw hand komvormig achter uw oor; en voor gedachten, wijst u naar uw voorhoofd. Herhaal de zin verscheidene malen en vervang de woorden door de gebaren.
Begrip bevorderen: Laat de kinderen een afbeelding van Jezus Christus zien en laat ze er enkele seconden naar kijken. Dek de afbeelding af en vraag de kinderen of ze zich enkele details kunnen herinneren. Zorg ervoor dat de kinderen begrijpen dat we onthouden wat we zien. Leg uit dat als we onze gedachten met goede dingen vullen, we ook aan goede dingen denken. Laat de afbeelding opnieuw zien en laat de kinderen ‘Ik voel uw liefde, Heer’ (KL, 42–43) zingen. Vraag de kinderen wat voor gevoel het lied ze gaf. Leg uit dat we de Geest kunnen voelen en onze gedachten rein kunnen houden als we naar goede muziek luisteren.
Kinderen leren beter als er verschillende lesmethoden gebruikt worden. In week 4 kunnen de kinderen bijvoorbeeld door aanschouwelijk onderwijs vaststellen wat de leer is waarna ze door eenvoudige handgebaren de les proberen te onthouden.