December

Uit de Schriften leer ik over de geboorte en wederkomst van de Heiland

‘Want de Zoon des mensen zal komen in de heerlijkheid van Zijn Vader, met Zijn engelen, en dan zal Hij ieder vergelden naar zijn daden’ (Mattheüs 16:27).

Vul de hier genoemde ideeën aan met uw eigen ideeën. Bedenk manieren om de leer te introdu-ceren en ervoor te zorgen dat de kinderen die begrijpen en toepassen. Vraag uzelf af: ‘Wat moeten de kinderen doen om te leren, en hoe kan ik ervoor zorgen dat ze de Geest voelen?’

Week 1: Profeten hebben de geboorte van Jezus Christus aangekondigd.

Begrip bevorderen: Deel de kinderen op in vijf groepjes. Geef iedere groep een van de volgende teksten en enkele rekwisieten of een eenvoudig kostuum om de desbetreffende profeet uit te beelden: Jesaja 7:14; 9:6 (Jesaja); 1 Nephi 11:14–21 (Nephi); Mosiah 3:5, 8 (Koning Benjamin); Alma 7:9–10 (Alma); Helaman 14:2–6 (Samuël). Laat iedere groep lezen en bespreken wat de profeet over de geboorte van Christus heeft gezegd. Laat één kind uit iedere groep de rekwisieten of het kostuum gebruiken om de profeet uit te beelden en de andere kinderen te vertellen welke profeet hij of zij uitbeeldt, en lezen of vertellen wat die profeet over de geboorte van Jezus heeft gezegd. Zing ‘Hij zond zijn Zoon’ (KL, 20–21) of ‘Samuël vertelt over het kindje Jezus’ (KL, 145).

Schriftuur: Als de kinderen in de Schriften lezen, gaan ze zich de Schriftuurlijke taal eigen maken. Zorg ervoor dat u moeilijke woorden of beginselen uitlegt. (Zie OGGR, 50–51.)

Week 2: Jezus Christus is geboren.

Begrip bevorderen: Zing samen het eerste couplet van ‘Het lied van Jezus’ geboorte’ (KL, 32–33). Deel de kinderen op in vier groepen en geef iedere groep een van de volgende coupletten (2–5). Laat de kinderen tekeningen maken die bij hun couplet horen. Zing het hele lied en laat de kinderen hun tekeningen ophouden als dat deel van het lied gezongen wordt.

Noot: De Heiland mag niet uitgebeeld worden door kinderen, behalve in een kerstspel.

Week 3: Jezus Christus zal eens op aarde terugkeren.

De leer introduceren: Zet de volgende zinsneden op kleine woordstroken: Want de, Zoon des mensen, zal komen, in de heerlijkheid, van zijn Vader. (De woordstroken zijn te vinden op sharingtime.lds.org.) Hang de woordstroken in willekeurige volgorde op het bord. Hang ze met de hulp van de kinderen in de juiste volgorde. (U kunt enkele sets van de woordstroken maken en de kinderen in groepjes laten werken.) Als de kinderen de zinsnede in de juiste volgorde hebben gezet, laat u ze hun antwoord controleren door Mattheüs 16:27 te lezen.

Begrip bevorderen: Laat vier kinderen naar voren komen en afbeeldingen omhooghouden van Samuël de Lamaniet, de geboorte van Jezus, Jezus die lesgeeft, en de wederkomst. Bespreek elke afbeelding met de kinderen. Laat de kinderen die de afbeeldingen vasthouden in willekeurige volgorde gaan staan. Laat de rest van het jeugdwerk tegen de kinderen zeggen waar ze moeten staan om de afbeeldingen in chronologische volgorde te krijgen.

Met behulp van afbeeldingen of visuele hulpmiddelen kunnen de kinderen een beginsel of leerstelling aan een beeld in hun gedachten verbinden, waardoor ze beter kunnen begrijpen en onthouden wat ze hebben geleerd.

De schilderijen zijn te vinden op sharingtime.lds.org

Toepassing aanmoedigen: Teken een verticale lijn in het midden van het bord. Zet bovenaan het bord: ‘Jezus Christus zal eens op aarde terugkeren.’ Zet op de ene helft van het bord de volgende vragen. Zet op de andere helft de tekstverwijzingen in willekeurige volgorde.

• Wat voor wonderen zullen er plaatsvinden als Christus op aarde terugkeert? (Mattheüs naar Joseph Smith 1:33, 36–37.)

• Wanneer zal de Heiland terugkomen? (Mattheüs naar Joseph Smith 1:38–40)

• Waarom moeten we ons op de wederkomst voorbereiden? (LV 38:30)

• Hoe lang zal de Heiland op aarde blijven? (LV 29:11)

Laat de kinderen samen met hun leerkracht de vragen en antwoorden bij elkaar zoeken. Bespreek samen de antwoorden. (Zie ook Trouw aan het geloof [2004], 189–191.) Vraag de kinderen hoe ze zich op de wederkomst kunnen voorbereiden?

Verschillende leeftijdsgroepen: Plan uw participatieperioden om zowel de oudere als de jongere kinderen erbij te betrekken. (Zie OGGR, 110–116). De tweede activiteit in week 3 is bijvoorbeeld het meest geschikt voor jongere kinderen omdat er afbeeldingen gebruikt worden om een eenvoudig beginsel duidelijk te maken. Voor de eerste activiteit in die week kunt u de oudere kinderen vragen om de jongere kinderen te helpen met het ontcijferen van de woordstroken.

Week 4: Ik bereid me voor op de wederkomst door Jezus Christus te volgen.

Begrip bevorderen: Vertel de kinderen dat Jezus vaak door gelijkenissen lesgaf. Hij gebruikte bekende voorwerpen en situaties om geestelijke waarheden duidelijk te maken. Vertel in het kort de gelijkenis van de tien maagden. (Zie Mattheüs 25:1–13; zie ook ‘De gelijkenis van de tien maagden’, Liahona, maart 2009, 20–21.) Leg uit dat deze gelijkenis de wederkomst van Jezus Christus met een bruiloft vergelijkt. Laat enkele kinderen de gelijkenis uitbeelden. Vraag de kinderen die de rol van de wijze maagd spelen hoe het voelt om voorbereid te zijn, en bespreek hoe belangrijk het is om ons op de wederkomst van de Heiland voor te bereiden.

Toepassing aanmoedigen: Teken een lamp op het bord. Bespreek dat als we Jezus Christus volgen door iedere dag het goede te doen, we olie in onze lamp stoppen. Vraag de kinderen hoe zij Jezus kunnen volgen, zoals anderen helpen, tiende betalen en bidden. Leg uit dat ze dat zelf moeten doen. Andere mensen kunnen dat niet voor hen doen. Geef ieder kind een vel papier dat in de vorm van een grote druppel olie is geknipt. Laat hen (of hun leerkracht) ‘Ik bereid me voor op de wederkomst door ’ op hun papier zetten. Laat de kinderen de zin afmaken of een tekening maken van iets dat ze kunnen doen om zich op de wederkomst voor te bereiden. Moedig de kinderen aan om hun papier mee naar huis te nemen en thuis te vertellen wat ze hebben geleerd.

De lamp en de druppel zijn te vinden op sharingtime.lds.org

Ik bereid me voor op de wederkomst door Jezus Christus te volgen. Ik