Kinderen met handicaps lesgeven

De Heiland heeft gezegd: ‘En al uw kinderen zullen leerlingen des Heren zijn; en groot zal de vrede van uw kinderen zijn’ (3 Nephi 22:13).

Jeugdwerkleidsters hebben de belangrijke taak om alle kinderen in het evangelie van Jezus Christus te onderwijzen, ook kinderen met handicaps. In het jeugdwerk worden alle kinderen verwelkomd, geliefd, gekoesterd en erbij betrokken. In zo’n sfeer is het gemakkelijker voor de kinderen om de liefde van onze hemelse Vader en Jezus Christus te begrijpen en de invloed van de Heilige Geest te voelen en te herkennen.

Ieder kind is waardevol in de ogen van God. Ieder kind heeft behoefte aan liefde, respect en hulp.

Overleg met anderen als u eraan werkt om te voorzien in de behoeften van kinderen met een handicap.

Overleg met de ouders van het kind. Ouders kennen hun kind meestal het best. Zij kunnen u vertellen hoe u het best kunt inspelen op zijn of haar behoeften, concentratieduur en favoriete leermethoden. Sommige kinderen zijn bijvoorbeeld vooral gevoelig voor muziek, en andere kinderen voor verhalen, afbeeldingen, de Schriften, of bepaalde bewegingen. Gebruik verschillende lesmethoden, en zorg ervoor dat u methoden gebruikt waardoor ieder kind het beste leert.
Overleg met andere jeugdwerkleidsters en leerkrachten. Bid en werk samen om manieren te bedenken waarmee u alle kinderen helpt om het evangelie van Jezus Christus te leren en ze te laten voelen dat ze geliefd zijn.
Overleg in de wijkraad. Leidinggevenden in priesterschap en hulporganisaties hebben wellicht ideeën om kinderen met handicaps te helpen. De hogepriestersgroep in een wijk heeft bijvoorbeeld aangeboden om iedere week voor een autistisch jongetje een ‘grootvader in het jeugdwerk’ te regelen. (Het liefst iedere week dezelfde persoon.) Hierdoor kon het jongetje zich op de les concentreren en voelde hij zich geliefd.

Ouderling M. Russell Ballard heeft gezegd: ‘Het is duidelijk dat diegenen onder ons aan wie kostbare kinderen zijn toevertrouwd, een heilig en edel rentmeesterschap hebben. Wij zijn immers degenen die God heeft aangewezen om de kinderen van deze tijd te omringen met liefde, geloofsvuur en met begrip van wie zij zijn.’ (‘Great Shall Be the Peace of Thy Children’, Ensign, april 1994, 60.)