November

Eerbied is liefde en respect voor God

‘U zult de Heere, uw God, liefhebben met heel uw hart, met heel uw ziel en met heel uw verstand’ (Mattheüs 22:37).

Vul de hier genoemde ideeën aan met uw eigen ideeën. Bedenk manieren om de leer te introdu-ceren en ervoor te zorgen dat de kinderen die begrijpen en toepassen. Vraag uzelf af: ‘Wat moeten de kinderen doen om te leren, en hoe kan ik ervoor zorgen dat ze de Geest voelen?’

Week 1: Eerbied is liefde en respect voor God.

De leer introduceren: Laat een afbeelding zien van een kind dat bidt, en leg uit dat het kind liefde en respect voor God toont. Zeg dat u aan een woord van zeven letters denkt dat liefde en respect voor God betekent. Teken zeven streepjes op het bord, een voor iedere letter van het woord eerbied en laat de kinderen de letters raden. Als ze een letter goed raden, zet u het op het desbetreffende streepje. U kunt een ouder kind vragen om u te helpen. Voor jongere kinderen laat u de afbeelding zien en vraagt u hoe ze weten dat het kind eerbiedig is. Laat de kinderen samen opzeggen: ‘Eerbied is liefde en respect voor God.’

Begrip bevorderen: Laat de kinderen hun Schriften opendoen en Johannes 14:15 lezen. (Als de kinderen deze tekst vorig jaar uit het hoofd hebben geleerd, kunt u ze die laten opzeggen.) Vraag de kinderen hoe we onze liefde voor Jezus Christus tonen. Zing ‘Eerbied is liefde’ (KL, 12). Laat de kinderen hun hand op hun hart leggen als ze het woord ‘eerbied’ of ‘eerbiedig’ horen.

Herhaling: Als een leerstelling gepaard gaat met een lichamelijke activiteit of een visueel hulpmiddel kunnen de kinderen die beter onthouden (Zie OGGR, 182–183). Als de kinderen tijdens de tweede activiteit in week 1 hun hand op hun hart leggen, kunnen ze onthouden dat eerbied verband houdt met liefde voor God. U kunt deze leer enkele maanden lang herhalen door uw hand op uw hart te leggen als u ze aanmoedigt om eerbiedig te zijn.

Toepassing aanmoedigen: Deel de kinderen op in groepjes en laat ze bespreken hoe ze eerbied kunnen tonen voor onze hemelse Vader en Jezus Christus in een van de volgende situaties: als ze in de kerk zijn, als ze bidden, en als ze thuis of bij vrienden zijn. Jongere kinderen kunnen een tekening maken van wat ze kunnen doen. Laat enkele kinderen aan de hele groep iets over hun ideeën vertellen. Moedig ze aan om thuis over hun ideeën te praten.

Week 2: Door eerbied tijdens het avondmaal kunnen we aan Jezus Christus denken.

Begrip bevorderen en toepassing aanmoedigen: Nodig de bisschop of gemeentepresident en enkele Aäronisch-priesterschapsdragers uit om de kinderen over het avondmaal te vertellen. Als het mogelijk is kunnen ze de kinderen mee naar de kapel nemen en ze vertellen waarvan het avondmaal een symbool is. Ze kunnen de avondmaalstafel laten zien, de plek waar ze neerknielen om het gebed uit te spreken en het tafellaken dat wordt gebruikt om het avondmaal af te dekken. Laat een andere Aäronisch-priesterschapsdrager uitleggen hoe hij het avondmaal elke week onder de leden ronddient en waarom hij dat een heilig voorrecht vindt. Vraag de kinderen hoe de priesterschapsdragers respect tonen voor God als ze het avondmaal zegenen (knielen om te bidden, het avondmaal bedekken met een wit kleed, zich netjes en eerbiedig kleden en gedragen). Laat de kinderen vertellen hoe zij tijdens het avondmaal respect kunnen tonen voor Jezus Christus.

Als u gastsprekers in het jeugdwerk uitnodigt, herinner ze er dan aan dat hun boodschap eenvoudig moet zijn zodat de kinderen die kunnen begrijpen. Alle gastsprekers moeten door de bisschap worden goedgekeurd.

Week 3: Ik kan eerbied tonen voor heilige plaatsen en dingen.

De leer introduceren: Zet ‘Ik kan eerbied tonen voor heilige plaatsen en dingen’ op het bord, en laat een kind het voorlezen. Laat de kinderen hun ogen dichtdoen en hun hand opsteken als ze horen dat u een munt of een knoop laat vallen. Leg uit dat de kerk een heilige plaats is en dat stilzitten en aandachtig luisteren een manier is om eerbied te tonen. Vraag de kinderen wat ze nog meer in het kerkgebouw kunnen doen om eerbied te tonen.

Begrip bevorderen: Laat een afbeelding van Mozes en de brandende braamstruik zien en vertel het verhaal uit Exodus 3:1–10. Lees vers 5 voor en vraag de kinderen waarom de Heer tegen Mozes zei dat hij zijn schoenen moest uitdoen. Leg uit dat wij onze schoenen niet hoeven uitdoen om eerbiedig te zijn, maar dat er veel andere manieren zijn om eerbied te tonen voor heilige plaatsen en dingen.

Toepassing aanmoedigen: Laat enkele van de volgende afbeeldingen zien: een tempel of een kerkgebouw, een huis, een gezin, iemand die bidt, een kind, de Schriften, een groep kinderen, een jeugdwerkklas en het avondmaal. Houd een groot doek voor alle afbeeldingen en verwijder een afbeelding. Haal het doek weg en vraag de kinderen welke afbeelding ontbreekt. Laat de ontbrekende afbeelding zien en laat de kinderen vertellen hoe ze eerbied of respect kunnen tonen voor de plaats of het voorwerp in de afbeelding. Doe dat ook met de andere afbeeldingen.

Wat gaan de kinderen doen om te leren? Als u die vraag tijdens de voorbereiding van de activiteiten stelt, zullen de kinderen iets door hun deelname leren. Tijdens de derde activiteit in week 3 krijgen de kinderen bijvoorbeeld de kans om mee te doen door te bespreken, naar afbeeldingen te kijken en ideeën te geven.

Week 4: Eerbied voor God leidt tot respect en liefde voor anderen.

Begrip bevorderen: Zing de volgende liedjes. Besprek na ieder liedje de bijbehorende vragen.

• ‘Eerbied is liefde’ (KL, 12). Herhaal de zin waarin staat: ‘Echte eerbied blijkt ook uit mijn woorden en daden.’ Vraag: Uit welke woorden en zinsneden blijkt respect voor onze hemelse Vader en anderen? Wat kunnen we doen om respect voor anderen te tonen?

• ‘Ik wil zo graag lief zijn’ (KL, 83). Vraag: Hoe kunnen we aardig voor onze vrienden of vriendinnen zijn?

• ‘Ik hou van jou’ (KL, 140–141). Vraag: Welke mensen willen dat wij aardig voor hen zijn? Hoe kunnen wij aardig voor hen zijn?

Door uw voorbeeld laten zien hoe we liefde en respect voor anderen kunnen tonen. (Zie OGGR, 18–19.) Help de leerkrachten in uw jeugdwerk door ze aan te moedigen en te steunen. Laat de kinderen zien hoe zij elkaar kunnen liefhebben en aanmoedigen.