‘Teancum en Moroni’, Verhalen uit het Boek van Mormon (2023)
Teancum en Moroni
Grote moed tonen
Na de dood van Amalickiah werd zijn broer Ammoron koning van de Lamanieten. Ammoron bleef tegen de Nephieten vechten. Er was jarenlang oorlog. De Nephieten waren aan het winnen, dus vluchtten alle Lamanitische legers naar één stad. Moroni, Teancum en een andere Nephitische opperbevelhebber achtervolgden de Lamanieten met hun legers.
Alma 52:3–4; 54:16–24; 62:12–35
Teancum was boos omdat Amalickiah en Ammoron deze grote, langdurige oorlog hadden veroorzaakt. Er waren veel mensen tijdens de oorlog omgekomen en er was weinig te eten. Teancum wilde een einde maken aan de oorlog. ’s Nachts ging hij in de stad op zoek naar Ammoron.
Teancum klom over de stadsmuur. Hij ging van de ene plek in de stad naar de andere tot hij de slaapplek van Ammoron had gevonden.
Teancum gooide een speer naar Ammoron. Die raakte hem vlakbij zijn hart. Maar Ammoron maakte zijn dienstknechten wakker voordat hij stierf.
Ammorons dienstknechten achtervolgden Teancum en doodden hem. De andere Nephitische leiders waren erg verdrietig omdat Teancum dood was. Hij had moedig voor de vrijheid van zijn volk gevochten.
Hoewel Teancum stierf, hadden de Nephieten de oorlog met zijn hulp gewonnen. Door hem hadden de Lamanieten hun aanvoerder verloren. Moroni vocht de volgende ochtend tegen de Lamanieten en won. De Lamanieten verlieten het land van de Nephieten. De oorlog was voorbij.
Eindelijk was er vrede. Moroni werkte er hard aan om het land van de Nephieten beter tegen de Lamanieten te beschermen. Toen ging Moroni naar huis om daar in vrede te leven. Profeten onderwezen in het evangelie en leidden de kerk van God. Het volk vertrouwde op de Heer en Hij zegende hen.