Verhalen uit de Schriften
Terug naar Jeruzalem


‘Terug naar Jeruzalem’, Verhalen uit het Boek van Mormon (2023)

‘Terug naar Jeruzalem’, Verhalen uit het Boek van Mormon

1 Nephi 3

Terug naar Jeruzalem

Reis om de koperen platen te halen

gezin zet tent op

Het gezin van Lehi en Sariah reisde door de wildernis. De Heer vertelde Lehi in een droom over geschriften die op koperen platen stonden. Laban, een man in Jeruzalem, had ze. De Heer zei dat Lehi’s gezin de koperen platen mee moest nemen op hun reis.

1 Nephi 3:1–3, 19–20

Lehi praat met gezin

De Heer zei dat Lehi zijn zonen terug naar Jeruzalem moest sturen om de koperen platen te halen. Nephi’s broers klaagden. Ze zeiden tegen Lehi dat het moeilijk was. Ze wilden niet gaan.

1 Nephi 3:4–5

Sariah, Lehi en Nephi praten

Het was heel moeilijk, maar Nephi wilde gehoorzaam zijn. Hij wist dat de Heer hem en zijn broers zou helpen. Nephi zei tegen Lehi dat hij terug naar Jeruzalem zou gaan om de koperen platen te halen.

1 Nephi 3:6–8

broers buiten Jeruzalem

Laman, Lemuel, Sam en Nephi gingen terug naar Jeruzalem. Toen ze daar aankwamen, besloten ze dat Laman naar Labans huis zou gaan en om de koperen platen zou vragen.

1 Nephi 3:9–11

Laban en Laman

Toen Laman om de koperen platen vroeg, noemde Laban hem een rover. Laban zei dat hij Laman zou doden.

1 Nephi 3:11–13

Laman vlucht voor wachters

Laman rende weg en vertelde zijn broers wat er was gebeurd.

1 Nephi 3:14

Nephi praat met zijn broers

De vier broers waren verdrietig. Laman, Lemuel en Sam wilden naar hun ouders in de wildernis teruggaan, maar Nephi had een idee. Hij zei dat ze met Laban konden ruilen om de koperen platen te krijgen. Ze gingen terug naar hun huis in de stad en haalden al hun goud en zilver om het te ruilen.

1 Nephi 3:14–16, 22–24

broers vluchten voor wachters

Toen ze Laban het goud en het zilver lieten zien, wilde hij alles hebben. Maar hij wilde ze nog steeds niet de koperen platen geven. In plaats daarvan zei hij tegen zijn dienstknechten dat ze de broers moesten doden zodat hij hun goud en zilver kon afpakken.

1 Nephi 3:16, 23–25

broers verstoppen zich voor wachters

De vier broers vluchtten voor hun leven en lieten hun goud en zilver achter. Labans dienstknechten kregen hen niet te pakken. De broers verstopten zich in een grot.

1 Nephi 3:26–27

Laman en Lemuel zijn boos op Nephi en Sam

Na al die moeilijkheden waren Laman en Lemuel boos op Nephi. Ze sloegen Nephi en Sam met een stok.

1 Nephi 3:28

engel praat tegen Laman en Lemuel

Plots verscheen er een engel die vroeg waarom ze Nephi sloegen. De engel zei dat Nephi was gekozen om hen te leiden. Toen zei de engel dat ze terug moesten gaan naar Jeruzalem. De Heer zou een manier voor hen bereiden om de koperen platen te krijgen.

1 Nephi 3:29