Verhalen uit de Schriften
Moeders van jonge soldaten


‘Moeders van jonge soldaten’, Verhalen uit het Boek van Mormon (2023)

Alma 24; 53; 56–57

Moeders van jonge soldaten

Kinderen leren om op God te vertrouwen

tienerjongens luisteren naar een moeder die hen onderwijst en een jong meisje speelt vlakbij

De Anti-Nephi-Lehieten hielden van de Heer en alle mensen. De moeders leerden hun kinderen dat ze altijd op God konden vertrouwen. Ze leerden hun om zijn geboden te onderhouden.

Alma 26:31–34; 27:12, 27–30; 56:47–48; 57:21, 26

Helaman en andere Nephieten kijken naar een stad die in brand staat

De Nephieten en de Lamanieten vochten in een grote oorlog tegen elkaar. De Nephieten vochten om hun eigen volk en de Anti-Nephi-Lehieten te beschermen.

Alma 48–52; 53:10–13

de Anti-Nephi-Lehieten praten met Helaman en een andere Nephiet

Omdat ze vroeger hadden gezondigd, hadden de Anti-Nephi-Lehieten met God een verbond gesloten, of een speciale belofte gedaan, om nooit meer met iemand te vechten. Maar ze hielden van de Nephieten en wilden helpen.

Alma 24:6–19; 53:10–13

de zonen van de Anti-Nephi-Lehieten praten met elkaar en zien hun ouders met Helaman en een andere Nephiet praten

De Anti-Nephi-Lehieten zouden gaan vechten in de oorlog. Maar de profeet Helaman en andere kerkleiders overtuigden hen dat ze zich aan hun belofte moesten houden om niet te vechten. De Anti-Nephi-Lehieten moesten toekijken hoe hun vrienden veel pijn en problemen hadden, maar ze hielden zich aan hun verbond met God.

Alma 53:13–15

de zonen steken hun hand op, en hun ouders en de Nephieten luisteren naar hen

De zonen van de Anti-Nephi-Lehieten hadden de belofte van hun ouders niet gedaan. Nu deden ze hun eigen belofte dat ze zouden vechten voor vrijheid.

Alma 53:16–17

de zonen krijgen speren van een Nephitische soldaat, en hun moeders en vaders bidden en kijken toe

Ze hadden veel moed. Ze hadden van hun moeders geleerd dat als zij niet twijfelden, God hen zou bevrijden.

Alma 53:20; 56:47

de zoons dragen een wapenrusting en spreken met hun moeders en vaders, en Helaman draagt een wapenrusting en staat vlakbij

De zonen geloofden hun moeders. De zonen waren trouw aan God en onderhielden zijn geboden. Ze vertrouwden erop dat God hen zou beschermen. De moeders wisten dat God hun zonen zou beschermen.

Alma 53:20–21; 56:47–48; 57:20–21, 26