‘De profeet Nephi’, Verhalen uit het Boek van Mormon (2023)
De profeet Nephi
Grote macht van de Heer ontvangen
In de stad Zarahemla hadden de rovers van Gadianton het voor het zeggen. Ze beloofden elkaar te helpen om slechte dingen te doen. Ze beroofden mensen en deden ze pijn om geld en macht te krijgen. De meeste mensen sloten zich bij de rovers aan. Ze wilden rijk worden.
De profeet Nephi woonde in Zarahemla. Nephi bad tot God, omdat hij verdrietig was dat de mensen Gods geboden niet gehoorzaamden. Nephi vroeg het volk om te denken aan alles wat God voor hen had gedaan. Veel mensen luisterden niet. Ze vonden geld en macht belangrijker dan het gehoorzamen van God.
Nephi waarschuwde het volk voor de rovers. Hij zei dat ze zich moesten bekeren. Sommige Nephitische rechters hadden zich bij de rovers aangesloten. Ze waren boos op Nephi en zeiden dat hij loog. Ze wilden dat de mensen ook boos op Nephi zouden zijn.
Nephi zei dat God zijn profeten vele dingen vertelt. Nephi zei dat alle profeten over de komst van Jezus Christus hadden gesproken. Hij zei dat de profeten de mensen hadden gewaarschuwd dat Jeruzalem verwoest zou worden als ze zich niet bekeerden. Hij herinnerde hen eraan dat Jeruzalem was verwoest.
De volgende dag stelden de rechters Nephi vragen om hem in de val te lokken. Nephi zei dat ze slechte dingen deden. Sommige mensen geloofden Nephi en wisten dat hij een profeet was.
Anderen geloofden hem niet. Iedereen maakte ruzie en ging weg. Nephi dacht na over wat de Heer hem had geleerd. Hij was verdrietig, omdat de mensen zo slecht waren.
De Heer sprak tot Nephi. Hij was blij dat Nephi het volk had onderwezen. Omdat Nephi zo gehoorzaam was, gaf de Heer hem bijzondere macht over dingen op aarde en in de hemel. De Heer wist dat Nephi die macht alleen zou gebruiken om mensen tot bekering te roepen.
De Heer zei tegen Nephi dat hij naar het volk moest terugkeren om te vertellen dat ze zich moesten bekeren. Nephi ging meteen. Maar de mensen waren boos op hem en luisterden niet.
Ze probeerden Nephi in de gevangenis te gooien. Maar de Geest van God hielp Nephi te ontsnappen.
Nephi bleef het woord van God verkondigen. De mensen luisterden nog steeds niet. Ze kregen ruzie en begonnen met elkaar te vechten. De rovers maakten de gevechten erger. Al gauw braken er oorlogen uit in alle steden. Veel mensen raakten gewond of werden gedood. Nephi was erg verdrietig. Hij wilde niet dat het volk door oorlogen zou worden vernietigd.
Nephi vroeg God om een grote hongersnood te veroorzaken, zodat de mensen weer aan de Heer zouden denken en zich zouden bekeren. Jarenlang viel er geen regen. De grond was dor en de gewassen konden niet groeien. De mensen hadden honger. Ze hielden op met vechten en begonnen aan de Heer te denken. Het volk bekeerde zich en ze versloegen de rovers.
De mensen vroegen Nephi om tot de Heer te bidden. Nephi zag dat ze zich hadden bekeerd en dat de rovers weg waren. Hij vroeg de Heer om regen. De Heer verhoorde het gebed van Nephi. Het regende en de gewassen begonnen te groeien. De mensen dankten God. Ze wisten dat Nephi een profeet was en dat hij grote macht van God had.