‘Jezus onderwijst het volk’, Verhalen uit het Boek van Mormon (2023)
Jezus onderwijst het volk
Hun zijn evangelie leren
De mensen in Amerika waren blij om Jezus Christus te zien en Hem te horen onderwijzen. Ze hadden jarenlang op de komst van de Heiland gewacht.
Jezus leerde hun veel dingen die Hij ook in Jeruzalem had geleerd. Hij leerde hun geloof te hebben, zich te bekeren en te laten dopen. Als de mensen die dingen deden, zou God de Heilige Geest naar hen sturen. Jezus leerde hun hoe ze moesten bidden. Hij vroeg hun elkaar te vergeven. Hij wilde dat ze een voorbeeld voor anderen waren.
3 Nephi 11:31–39; 12:22–24, 44; 13:5–14; 17:8; 18:15–24
Jezus zei dat de mensen naar huis moesten gaan en tot God moesten bidden, zodat ze zouden begrijpen wat Hij had onderwezen. Hij zei dat Hij de volgende dag terug zou komen.
Die avond vertelden de mensen aan anderen dat ze Jezus hadden gezien. Ze vertelden wat Hij had gezegd en gedaan. Veel mensen reisden de hele nacht om Jezus te zien.
De volgende dag kwamen de mensen met de twaalf discipelen van Jezus bij elkaar. De discipelen onderwezen het volk alles wat Jezus hun had geleerd. Ze knielden neer en baden.
Toen kwam Jezus. Hij bad voor zijn discipelen en voor de mensen. De discipelen baden ook. Ze straalden net zo helder als de Heiland. Jezus was blij. De discipelen waren door hun geloof in Hem rein geworden. Jezus bad opnieuw en de mensen hoorden Hem prachtige dingen zeggen.
De daaropvolgende dagen onderwees Jezus de mensen veel dingen over het plan van onze hemelse Vader. Hij stelde ook het avondmaal bij hen in. Alle mensen in het land geloofden in Jezus Christus en lieten zich dopen. Zij ontvingen de gave van de Heilige Geest.
De mensen hielpen elkaar en deelden alles met elkaar. Ze deden alles wat Jezus hun geboden had. Zij werden de kerk van Christus genoemd. Onze hemelse Vader en Jezus Christus waren erg blij met de mensen.