Verhalen uit de Schriften
Jezus zegent de kinderen


‘Jezus zegent de kinderen’, Verhalen uit het Boek van Mormon (2023)

3 Nephi 17

Jezus zegent de kinderen

Zijn liefde voor hen tonen

Jezus Christus staat op de trappen van de tempel en praat met een groep mensen

Jezus Christus had de mensen veel onderwezen. Hij zag dat ze tijd nodig hadden om na te denken over alles wat ze geleerd hadden. Hij vroeg ze naar huis te gaan en tot onze hemelse Vader te bidden, zodat ze konden begrijpen wat Hij hun had geleerd. Toen beloofde Jezus dat Hij hen de volgende dag weer zou bezoeken.

3 Nephi 17:1–4

Jezus Christus glimlacht en steekt zijn hand op

De mensen huilden, omdat ze wilden dat Jezus langer zou blijven. Jezus hield van het volk. Hij kon zien dat hun geloof heel sterk was. Hij vroeg om iedereen die ziek of gewond was bij Hem te brengen. Hij wilde ieder van hen genezen.

3 Nephi 17:5–8

Jezus Christus helpt een ziek kind en er zijn andere kinderen in de buurt die glimlachen

De mensen kwamen met hun zieke familieleden en vrienden naar Hem toe. Jezus genas ieder van hen. Ze waren zo blij. Ze knielden neer en kusten zijn voeten.

3 Nephi 17:9–10

Jezus Christus praat met een kind en mensen verzamelen zich met hun kinderen om Jezus heen

Jezus vroeg de mensen hun kinderen naar Hem te brengen. De mensen brachten hun kinderen en zetten hen op de grond om Jezus heen.

3 Nephi 17:11–12

Jezus Christus knielt en bidt, de kinderen en volwassenen knielen om Hem heen en bidden

Toen alle kinderen bij Hem waren, vroeg Jezus de mensen om neer te knielen. Hij knielde ook. Toen bad Hij tot onze hemelse Vader. Hij zei zulke prachtige dingen, dat niemand zijn woorden kon opschrijven. De mensen waren heel gelukkig.

3 Nephi 17:13–18

Jezus Christus glimlacht en er rolt een traan over zijn wang

Jezus zei tegen de mensen dat ze gezegend waren door hun geloof in Hem. Jezus was zo gelukkig dat Hij begon te huilen.

3 Nephi 17:19–21

Jezus Christus omhelst een kind en er zijn andere kinderen in de buurt die glimlachen

Toen zegende Jezus ieder kind, één voor één. Hij bad tot onze hemelse Vader voor ieder van hen. Toen vroeg Hij de mensen om naar hun kinderen te kijken.

3 Nephi 17:21–23

Jezus Christus spreekt tot de kinderen, engelen dalen uit de hemel neer en verzamelen zich om de kinderen heen

Er kwamen engelen uit de hemel en zij omringden de kinderen. Terwijl de engelen de kinderen zegenden, werden ze door een hemels licht omringd. Op een andere dag kwam Jezus weer en zegende Hij de kinderen opnieuw. Hij zegende de kinderen, zodat ze konden praten. Zelfs baby’s spraken. De kinderen leerden hun ouders geweldige dingen.

3 Nephi 17:23–25; 26:14, 16