Verhalen uit de Schriften
Koning Noach en koning Limhi


‘Koning Noach en koning Limhi’, Verhalen uit het Boek van Mormon (2023)

Mosiah 19–22

Koning Noach en koning Limhi

Ontsnappen aan de Lamanieten

Gideon houdt een zwaard vast en staat bij een toren. Noach staat op de toren en wijst naar een Lamanitisch leger

Koning Noach heerste over een groep Nephieten. Hij deed veel slechte dingen en sommige mensen waren boos op hem. Gideon vocht met het zwaard tegen Noach. Noach rende weg en beklom een toren. Vanaf de toren zag hij dat er een leger van de Lamanieten aankwam. Noach deed alsof hij zich zorgen maakte om zijn volk, dus liet Gideon hem in leven.

Mosiah 11:1–2; 19:2–8

Noach rent weg en Noachs volk is bang

Noach en zijn volk vluchtten. Maar de Lamanieten achtervolgden hen en vielen hen aan. Noach zei dat de mannen hun gezin moesten achterlaten en met hem meegaan.

Mosiah 19:9–11

Limhi, Gideon en andere Nephieten staan tegenover het Lamanitische leger

Sommige mannen vluchtten met Noach. Maar veel mannen kozen ervoor om bij hun gezin te blijven. Limhi, de zoon van Noach, koos er ook voor om te blijven.

Mosiah 19:12, 16–17

vrouwen staan voor Limhi en de andere Nephieten

Veel dochters stonden voor het leger en vroegen de Lamanieten om hun familie geen kwaad te doen. De Lamanieten luisterden naar de dochters en lieten de Nephieten in leven. In plaats daarvan namen de Lamanieten de Nephieten gevangen.

Mosiah 19:13–15

Noach en zijn mannen zijn boos op elkaar

De mannen die waren gevlucht, wilden terug naar hun gezin. Noach probeerde hen tegen te houden, maar de mannen doodden hem. Daarna gingen ze terug naar hun gezin.

Mosiah 19:18–22

de Nephitische mannen begroeten hun gezin en Gideon

De mannen waren erg blij dat hun gezin veilig was. Ze vertelden Gideon wat er met Noach was gebeurd.

Mosiah 19:22–24

Limhi geeft de Lamanieten voedsel en dieren

Het volk koos Limhi als nieuwe koning. Limhi beloofde de Lamanitische koning dat ze de helft van al hun bezittingen aan de Lamanieten zouden betalen. In ruil daarvoor beloofde de Lamanitische koning dat hij het volk van Limhi geen kwaad zou doen.

Mosiah 19:25–27

Limhi en zijn vrouw zijn verdrietig en veel Nephieten zijn gewond

Ze leefden enkele jaren in vrede. Toen begonnen de Lamanieten het volk van Limhi slecht te behandelen. Het volk wilde weer vrij zijn. Ze probeerden tegen de Lamanieten te vechten, maar ze verloren. Het volk vroeg God om hulp.

Mosiah 19:29; 21:1–15

Limhi en Ammon praten met elkaar

Op een dag bezocht een Nephiet die Ammon heette Limhi en zijn volk. Ammon kwam uit het land Zarahemla. Limhi was blij om Ammon te zien.

Mosiah 21:22–24

Gideon, Limhi, Ammon en andere Nephieten praten

Ammon kon het volk van Limhi naar Zarahemla brengen, maar ze moesten eerst aan de Lamanieten ontsnappen. Gideon bedacht een plan.

Mosiah 21:36; 22:1–9, 11

Lamanitische wachters slapen en de Nephieten verlaten de stad

Die avond gaf Gideon de Lamanitische wachters extra veel wijn zodat ze in slaap zouden vallen. Terwijl de wachters sliepen, ontsnapten Limhi en zijn hele volk uit de stad.

Mosiah 22:7, 10–12

Koning Mosiah en zijn volk verwelkomen Limhi en zijn volk

Ze gingen naar Zarahemla en sloten zich daar bij de Nephieten aan. Limhi en zijn volk leerden meer over God. Ze sloten een verbond, of deden een bijzondere belofte, om God te dienen en zijn geboden te onderhouden. Ze lieten zich dopen en maakten deel uit van Gods kerk. Ze vergaten niet dat God hen aan de Lamanieten had helpen ontsnappen.

Mosiah 21:32–35; 22:13–14; 25:16–18