‘De olijfbomen’, Verhalen uit het Boek van Mormon (2023)
De olijfbomen
Gods liefde voor zijn volk
Jakob was een profeet van God. Hij wilde de Nephieten leren hoeveel God van zijn volk houdt. Jakob vertelde hun een verhaal over een wijngaard met olijfbomen. De heer van de wijngaard en zijn knecht werkten samen om voor de wijngaard te zorgen.
De heer had een speciale olijfboom die goede vruchten voortbracht. Jakob zei dat die boom Gods volk, het huis van Israël, voorstelde. De vruchten waren de daden van mensen. De heer zorgde goed voor de boom. Hij hielp hem groeien door de wortels te voeden en de takken te snoeien. Hij gaf de boom wat hij nodig had om te kunnen leven.
Na een tijdje begon zijn speciale boom dood te gaan. Er waren nog maar een paar gezonde takken. Dat maakte de heer verdrietig. Hij wilde dat hij goede vruchten bleef geven.
Om de gezonde takken te redden, sneed de heer ze af en maakte hij ze aan andere bomen vast. Daarna verving hij ze door gezonde takken van andere bomen.
Er ging een lange tijd voorbij. De heer en de knecht kwamen vaak naar de wijngaard. Ze zorgden voor de speciale boom van de heer. Ze zorgden ook voor de speciale takken die over verschillende bomen over de hele wijngaard verspreid waren. De meeste vruchten die eraan groeiden, waren goed. De goede vruchten maakten de heer en zijn knecht blij.
Na een tijdje groeiden er aan alle bomen meer vruchten. Maar nu waren alle vruchten slecht. De heer was erg verdrietig. Hij wilde zijn wijngaard en zijn vruchten niet verliezen! Hij had hard gewerkt om zijn bomen te helpen. Hij vroeg zich af wat hij nog meer kon doen. Hij sprak met de knecht en besloot het te blijven proberen.
De heer zei dat de takken verzameld moesten worden die hij van de speciale boom had verwijderd om zijn wijngaard te redden. Hij zei dat ze weer aan de speciale boom vastgemaakt moesten worden.
Dit was de laatste keer dat de heer in zijn wijngaard zou werken. Hij riep andere dienstknechten om te helpen. Iedereen werkte samen om de takken te verzamelen en vast te maken.
Ze zorgden voor alle bomen. Ze verwijderden slechte takken en hielden de goede takken. Na een tijdje groeiden er aan de speciale boom van de heer weer goede vruchten. Aan de andere bomen groeiden even goede vruchten als aan de speciale boom. De heer was blij. Zijn bomen waren gered! Aan alle bomen groeiden de vruchten die hij wilde.
De heer bedankte de knechten. Hij zei dat ze gezegend werden omdat ze hard hadden gewerkt en zijn geboden hadden onderhouden. Hij deelde de vruchten met hen en ze waren erg blij. De heer genoot lange tijd van de vruchten.
Jakob kwam aan het eind van het verhaal over de olijfbomen. Hij leerde de mensen dat God voor hen zorgt, net zoals de heer van de wijngaard voor zijn bomen zorgde. Jakob vroeg iedereen zich te bekeren en dichter tot God te komen. Hij vertelde ze dat ze God moesten liefhebben en dienen, omdat God altijd klaarstaat om hen te helpen.