Verhalen uit de Schriften
Nephi en de koperen platen


‘Nephi en de koperen platen’, Verhalen uit het Boek van Mormon (2023)

1 Nephi 4–5

Nephi en de koperen platen

De Geest leren volgen

Nephi loopt naar gebouw en broers kijken toe

Laman, Lemuel, Sam en Nephi gingen ’s nachts terug naar Jeruzalem. Nephi ging naar Labans huis terwijl zijn broers zich buiten de stad verstopten.

1 Nephi 4:4–5

Nephi kijkt naar Laban op de grond

Nephi liet zich leiden door de Geest. Hij wist niet wat hij moest doen, maar hij wist wel dat de Heer hem zou helpen om de koperen platen te krijgen.

1 Nephi 4:6

Nephi houdt het zwaard van Laban vast

In de buurt van Labans huis zag Nephi Laban op de grond liggen. Laban was dronken. Nephi zag het zwaard van Laban en raapte het op.

1 Nephi 4:7–9

Nephi keert zich van Laban af

Toen Nephi naar het zwaard keek, zei de Geest dat hij Laban moest doden. Maar Nephi wilde hem niet doden. De Geest zei tegen Nephi dat het beter was dat Laban zou sterven dan dat Nephi’s familie de Schriften niet zou hebben. Ze hadden Gods geboden nodig die op de koperen platen stonden.

1 Nephi 4:10–11, 13–17

Nephi bidt

Nephi wist dat Laban had geprobeerd hem te doden. Laban had ook hun spullen gestolen en wilde Gods geboden niet gehoorzamen.

1 Nephi 4:11

Nephi draagt Labans kleren

De Geest zei opnieuw dat Nephi Laban moest doden. Nephi wist dat de Heer een weg voor hem bereid had om de koperen platen te bemachtigen. Hij koos ervoor de Geest te gehoorzamen. Nephi doodde Laban en trok Labans kleren aan.

1 Nephi 4:12–13, 17–19

Nephi praat met Zoram

Nephi ging naar Labans schatkamer en kwam Labans dienstknecht Zoram tegen. Nephi deed en sprak alsof hij Laban was.

1 Nephi 4:20–23, 35

Zoram met de koperen platen

Nephi zei tegen Zoram dat hij de koperen platen nodig had. Toen zei Nephi dat Zoram mee moest komen. Zoram dacht dat Nephi Laban was, dus deed hij wat hij vroeg.

1 Nephi 4:24–26

broers vluchten voor Nephi

Toen Nephi en Zoram de stad uitkwamen, dachten Laman, Lemuel en Sam dat Nephi Laban was. Ze waren bang en renden weg.

1 Nephi 4:28

broers praten en Zoram kijkt achter zich

Nephi riep zijn broers na. Toen ze wisten dat het Nephi was, bleven ze staan. Zoram werd bang en probeerde terug naar Jeruzalem te gaan.

1 Nephi 4:29–30

Nephi praat met Zoram

Nephi hield Zoram tegen. Hij zei tegen Zoram dat de Heer hen had geboden om de platen te halen. Hij nodigde Zoram uit om met hen naar het beloofde land te gaan. Zoram wist dat hij dan een vrij man zou zijn, en geen dienstknecht. Hij beloofde met Nephi en zijn familie mee te gaan.

1 Nephi 4:31–37

Nephi, broers en Zoram begroeten Sariah en Lehi

Ze reisden terug naar Lehi en Sariah. Lehi en Sariah waren erg blij om hun zonen te zien. Sariah dacht dat haar zonen dood waren. Omdat de Heer haar zonen had beschermd, had ze nu het vertrouwen dat hun gezin was geboden Jeruzalem te verlaten. Het gezin van Lehi en Sariah bracht offers om de Heer te danken.

1 Nephi 4:38; 5:1–9

Lehi leest met zijn gezin de koperen platen

Lehi las de koperen platen. Hij zag dat de leringen van de profeten op de platen stonden. Hij kwam er ook achter dat een van zijn voorouders Jozef was, die lang geleden door zijn broers naar Egypte was verkocht. Lehi wist dat de koperen platen erg belangrijk waren. Hij wist dat de Heer wilde dat zijn gezin de geboden had.

1 Nephi 5:10–22