2 Koningen 5

Elisa geneest Naäman

Hoe een groot wonder volgde op eenvoudig geloof

Ver weg in Syrië woonde een man die Naäman heette. Hij was een belangrijke bevelhebber in het Syrische leger. Maar Naäman had een pijnlijke huidziekte; hij was melaats.

2 Koningen 5:1

De dienares van Naämans vrouw was een Israëlitisch meisje. Het meisje had geloof in de Heer. Ze zei dat Naäman van zijn ziekte zou genezen als hij de profeet Elisa maar kon bezoeken.

2 Koningen 5:2–4

Naäman ondernam een lange zoektocht naar Elisa. Naäman dacht dat hij door een groot wonder zou genezen.

2 Koningen 5:5–8

Naäman kwam met zijn dienaren, paarden en wagens bij het huis van Elisa aan. Elisa stuurde zijn dienaar om Naäman instructies van de Heer te geven. De Heer zou Naäman genezen als hij zich zeven keer in de Jordaan waste.

2 Koningen 5:9–10

Naäman was boos omdat hij wilde dat de profeet van de Heer hem snel kwam genezen. Naäman klaagde dat de Jordaan niet zo goed was als de geweldige rivieren in Syrië.

2 Koningen 5:11–12

Maar Naämans dienaren vroegen waarom hij zoiets eenvoudigs niet wilde doen. Ook al begreep Naäman er niets van, de profeet van de Heer had het hem opgedragen.

2 Koningen 5:13

Naäman was niet meer hoogmoedig en luisterde naar zijn dienaren. Hij waste zich zeven keer in de Jordaan. Toen genas de Heer Naäman, zoals Elisa had gezegd. Naäman wist dat Elisa een profeet was en dat de Heer echt bestond.

2 Koningen 5:14–15