‘Koning Josia’, Verhalen uit het Oude Testament (2022)
‘Koning Josia’, Verhalen uit het Oude Testament
2 Koningen 22; 2 Kronieken 34–35
Koning Josia
Streven om de geboden van de Heer te gehoorzamen
Josia was 8 jaar toen hij koning van Juda werd. Hij was een goede koning die van de Heer hield. Hij wilde zijn volk, de Israëlieten, helpen om de geboden te gehoorzamen en geen afgoden meer te aanbidden. Toen hij ouder was, gingen hij en zijn volk de tempel herstellen en weer verfraaien.
2 Koningen 22:1–2; 2 Kronieken 34:3–7
Terwijl de mensen aan de tempel werkten, vond de hogepriester Hilkia het wetboek. Dat was een boekrol met de Schriften.
Een dienaar las het boek aan Josia voor. Josia hoorde de woorden en was bedroefd omdat zijn volk de Heer niet gehoorzaamde. Hij scheurde zijn kleren als teken dat hij bedroefd was.
Hij wilde dat Hilkia de Heer vroeg wat ze moesten doen. Hilkia en de dienaren van de koning gingen Hulda bezoeken. Zij was een profetes, een trouwe leidster die door God geïnspireerd werd. Ze zei dat de Heer blij was met Josia omdat hij het volk hielp om de Heer te gehoorzamen. De Heer beloofde dat koning Josia in vrede zou leven.
Koning Josia wilde dat de mensen hun beloften aan de Heer nakwamen. Hij vroeg ze het Pascha te vieren. Daardoor dachten ze terug aan de bevrijding van de Israëlieten door de Heer, lang geleden in Egypte.