Ruth en Naomi

Beproevingen doorstaan met liefde en trouw

Er was niet genoeg eten in het land Juda. Daarom verhuisde Naomi met haar gezin naar Moab. Toen stierf Naomi’s man. Naomi’s zoons trouwden ieder met een vrouw uit Moab. Ze heetten Orpa en Ruth. Ze zorgden tien jaar lang voor Naomi.

Ruth 1:1–4

Toen stierven de man van Orpa en de man van Ruth. De vrouwen waren nu alleen. Naomi kon niet voor Ruth en Orpa zorgen.

Ruth 1:5, 8–10

Orpa keerde terug naar huis. Maar Ruth wilde bij Naomi blijven en voor haar zorgen. Ruth en Naomi hoorden dat er in het land Juda weer geoogst werd, dus reisden ze erheen.

Ruth 1:16–19

Ruth en Naomi kwamen in de oogsttijd in Juda aan. Ze hadden eten nodig. Naomi’s familielid Boaz had akkers in Juda. Hij liet Ruth het achtergebleven graan oprapen. Dat was zwaar werk.

Ruth 1:22; 2:3

Boaz had respect voor Ruth, omdat ze hard werkte en Naomi en de Heer trouw was. Hij zei tegen de knechten dat ze meer graan op de akker moesten achterlaten voor Ruth.

Ruth 2:5–17

Naomi wilde een eigen gezin voor Ruth. Ze moedigde Ruth aan om met Boaz te trouwen. Ruth wist dat ze als vrouw van Boaz samen voor Naomi konden zorgen.

Ruth 3:1–2; 4:15

Ruth besloot Boaz te vragen om met haar te trouwen. Boaz wist dat Ruth een trouwe en deugdzame vrouw was. Daarom vond hij het goed.

Ruth 3:3–18; 4:13

Ruth en Boaz trouwden. Ruth kreeg al snel een zoontje. Hij werd de grootvader van David, de toekomstige koning. Jezus Christus was een verre nakomeling van David.

Ruth 4:13–17