Noach en zijn gezin

Een ark, een watervloed en de beloften van de Heer

Noach en zijn gezin gehoorzaamden de Heer. Alle andere mensen waren heel slecht. De Heer vertelde Noach dat er een watervloed over de hele aarde zou komen als de mensen zich niet bekeerden.

Genesis 6:5–13; Mozes 8:13–17

Noach zei tegen de mensen dat de Heer van ze hield, en wilde dat ze zich zouden bekeren en in Jezus Christus geloven. Maar ze wilden niet luisteren.

Mozes 8:19–30

Hij was verdrietig dat de mensen zich niet wilden bekeren. De Heer zei tegen Noach dat hij een groot schip, een ark, moest bouwen. De ark zou Noachs gezin tijdens de watervloed beschermen.

Genesis 6:14–18; Mozes 8:25

Noachs gezin zorgde voor voedsel in de ark. De Heer stuurde minstens twee dieren van iedere soort naar Noach toe. De dieren gingen in de ark. Zeven dagen later begon het te regenen.

Genesis 6:18–22; 7:1–9

Zoals de Heer al had gewaarschuwd, regende het veertig dagen en nachten lang. De aarde werd overspoeld door een watervloed.

Genesis 7:6–23

Noachs gezin en alle dieren in de ark dreven veilig op het water.

Genesis 7:24; 8:1–3

Na de watervloed kwam de ark op droge grond terecht. Noach en zijn gezin bouwden een altaar. Ze aanbaden de Heer en dankten Hem voor zijn bescherming. De Heer beloofde nooit meer de hele aarde onder water te zetten. Hij zorgde voor een regenboog als herinnering aan zijn belofte.

Genesis 8:13–22; 9:8–17