‘Les 8 Leerkrachtenmateriaal: Leven na de dood’, De leringen in het Boek van Mormon: leerkrachtenmateriaal (2021)
‘Les 8 Leerkrachtenmateriaal’, De leringen in het Boek van Mormon: leerkrachtenmateriaal
Les 8 Leerkrachtenmateriaal
Leven na de dood
Aan het eind van module 2, ‘Het grote plan van verlossing’, hebben de cursisten de kans om uit te leggen hoe een juist begrip van het hiernamaals hun nu meer troost en hoop kan bieden. Ook zullen ze bepalen wat ze kunnen doen om zich beter op hun ontmoeting met God voor te bereiden.
Leswijzers
Alma en Amulek onderwijzen in de leer van de geestenwereld en de opstanding.
Begin de les met het volgende scenario en vraag de cursisten wat ze zouden zeggen of hoe ze zouden reageren:
Laat de cursisten in Alma 11:43–44 en Alma 40:11–14 zoeken naar ware beginselen over het hiernamaals, die Anna’s moeder troost en hoop kunnen bieden. (De cursisten zullen wellicht beginselen noemen zoals: Dankzij Jezus Christus zullen alle mensen uit de dood opstaan en voor God worden gebracht om te worden geoordeeld. In de opstanding wordt ons lichaam volmaakt. Als we rechtschapen zijn, zullen we in de geestenwereld van al onze moeilijkheden en smarten uitrusten.)
-
Wat springt er voor jou het meest uit in de leringen van Alma en Amulek over de opstanding? Hoe kan een getuigenis van de opstanding je helpen de moeilijkheden van het sterfelijk leven met meer hoop en moed tegemoet te treden? (Overweeg het citaat van presidente Susan W. Tanner in sectie 2 van het voorbereidend studiemateriaal samen te lezen.)
-
Wat weten we nog meer over de geestenwereld uit de Schriften en hedendaagse openbaring? (U zou de cursisten kunnen vragen om het citaat van president Dallin H. Oaks in sectie 1 van het voorbereidend studiemateriaal door te lezen.)
-
Hoe laat de leer van de geestenwereld en de opstanding zien dat de Heer ons liefheeft en barmhartig is jegens ons?
Geef de cursisten de kans om in stilte na te gaan aan wie ze hun getuigenis van het hiernamaals kunnen geven, en hoe ze hun getuigenis kunnen geven aan wie dat nodig heeft. (Geef de cursisten de tijd om dat te overdenken.)
Opmerking: Misschien hebben de cursisten andere ideeën over het hiernamaals gehoord. Wijs hen erop dat we door God aangewezen bronnen dienen te gebruiken, zoals de Schriften en de leringen van kerkleiders, om die ideeën te toetsen. Wellicht vindt u het nuttig om de volgende waarschuwing van president Dallin H. Oaks voor te lezen en te bespreken:
Dus wat weten wij nog meer over de geestenwereld [afgezien van wat er in de Schriften staat]? Veel kerkleden hebben visioenen of andere inspiratie gehad over de gang van zaken of organisatie van de geestenwereld, maar we moeten deze persoonlijke geestelijke ervaringen niet als officiële kerkleer zien of onderwijzen. En uiteraard wordt er door leden en anderen in publicaties zoals boeken over bijna-doodervaringen veel over gespeculeerd. (‘Op de Heer vertrouwen’, Liahona, november 2019, 27.)
Alma en Amulek prediken dat we ons op onze ontmoeting met God moeten voorbereiden.
Laat de volgende uitspraken zien:
-
Ik ken mensen die de geboden overtreden en zeggen dat het geen kwaad kan omdat ze zich altijd later nog kunnen bekeren.
-
God houdt van ons. Hij zal me heus niet uit het celestiale koninkrijk weren, omdat ik mijn bekering heb uitgesteld.
-
Hoe hard ik ook mijn best doe, ik schiet toch altijd tekort en zal nooit voorbereid zijn op mijn ontmoeting met God.
U zou de klas in groepjes kunnen opsplitsen en elk groepje kunnen vragen om een van de voorgaande uitspraken te bespreken. Laat elke groep de leringen in Alma 34:32–34 gebruiken om de door hen uitgekozen uitspraak te toetsen. U kunt elke groep de volgende vragen geven, zodat hun bespreking meer inhoud krijgt:
-
Wat is er waar aan deze uitspraak, en wat zou weleens fout of misleidend kunnen zijn?
-
Welke beginselen die in Alma 34:32–34 staan, zijn het meest van belang voor deze uitspraak? Hoe zou je deze beginselen uitleggen aan wie deze uitspraak heeft gedaan? (De cursisten noemen en verklaren wellicht een paar van de volgende beginselen: Dit leven is de tijd om ons voor te bereiden God te ontmoeten en ons werk te verrichten. We bereiden ons voor op onze ontmoeting met God door ons te bekeren en ons vandaag te verbeteren. Als we onze bekering uitstellen, zijn we niet voorbereid om God te ontmoeten.)
Als de cursisten de tijd hebben gekregen om deze vragen te bespreken, kunt u wat groepjes de gelegenheid geven om te vertellen wat ze hebben geleerd.
-
Welke zaken houden mensen zoal tegen om zich op hun ontmoeting met God voor te bereiden? (Zet de antwoorden van de cursisten op het bord.)
Herinner de cursisten eraan dat Alma het volk van Zarahemla een reeks diepzinnige vragen stelde. (De cursisten hebben deze vragen doorgenomen toen ze Alma 5:15–17, 19, 27, 33 in sectie 3 van het voorbereidend studiemateriaal bestudeerden.) Vraag de cursisten Alma’s vragen en leringen in Alma 5:14–35 een paar minuten uitvoeriger te bestuderen door ze opnieuw te lezen en te overdenken. Laat ze weten dat dingen overdenken belangrijker is dan zoveel mogelijk verzen lezen.
Na verloop van tijd vraagt u de cursisten een of beide van de hiernavolgende vragen te overdenken:
-
Op welke manieren zal de Heiland je helpen als je ernaar streeft om je op je ontmoeting met God voor te bereiden?
-
Welke verandering of veranderingen dien je vandaag aan te brengen om voorbereid te zijn op je ontmoeting met God?
Lees desgewenst het volgende citaat van president Oaks voor:
Het laatste oordeel is niet slechts een evaluatie van een totaal aan goede en slechte daden – wat we hebben gedaan. Het is een erkenning van de uiteindelijke uitwerking van onze daden en gedachten – wat we zijn geworden. (‘The Challenge to Become’, Ensign, november 2000, 32.)
Laat de cursisten overdenken wie ze verlangen te worden. Overweeg uw getuigenis aan de cursisten te geven dat onze hemelse Vader en de Heiland het verlangen en het vermogen hebben om hen te helpen, zodat ze iemand worden die zich op zijn of haar gemak voelt in hun tegenwoordigheid.
Moedig de cursisten aan te overdenken, te plannen en op te schrijven wat ze vandaag specifiek zullen doen om te laten zien dat ze het oprechte verlangen hebben zich op hun ontmoeting met God voor te bereiden. (Het kan wellicht nuttig zijn om het citaat van president Henry B. Eyring in sectie 3 van het voorbereidend studiemateriaal te behandelen.)
U zou de cursisten aan het eind van de les kunnen vragen wat ze geleerd hebben uit hun gezamenlijke studie van module 2, ‘Het grote plan van verlossing’. U kunt ze ook uitnodigen om hun getuigenis te geven, waarin ze vertellen hoe deze kennis van invloed is op hun waardering voor de Heiland en hun verlangen om meer op Hem te lijken.
Voor de volgende keer
Geef uw getuigenis dat de Heer voor ieder van ons de weg heeft voorbereid, zodat we naar de tegenwoordigheid van God kunnen terugkeren. Die weg naar zijn tegenwoordigheid wordt de leer van Christus genoemd. Dat is het onderwerp van onze volgende module. Vraag de cursisten om bij hun voorbereiding op de volgende les te overdenken hoe geloof in Jezus Christus hen op hun ontmoeting met God voorbereidt.