‘Les 27 Leerkrachtenmateriaal: Geloof, hoop en naastenliefde’, De leringen in het Boek van Mormon: leerkrachtenmateriaal (2021)
‘Les 27 Leerkrachtenmateriaal’, De leringen in het Boek van Mormon: leerkrachtenmateriaal
Les 27 Leerkrachtenmateriaal
Geloof, hoop en naastenliefde
President Dieter F. Uchtdorf, toenmalig lid van het Eerste Presidium, heeft gezegd: ‘Geloof, hoop en naastenliefde vullen elkaar aan, en als één ervan toeneemt, zullen de andere ook groeien’ (‘De oneindige kracht van hoop’, Liahona, november 2008, 23). In deze les leggen de cursisten uit hoe ze in geloof en hoop in de Heiland Jezus Christus en zijn evangelie kunnen toenemen. Ze stellen ook vast wat ze kunnen doen om de christelijke eigenschap naastenliefde verder te ontwikkelen.
Leswijzers
Mormon legt de relatie tussen geloof en hoop uit.
Laat de volgende afbeelding van een driekleurentouw en gestapelde blokken zien. Leg uit dat de verschillende kleuren in deze voorwerpen staan voor geloof, hoop en naastenliefde.
-
In welke opzichten lijken geloof, hoop en naastenliefde meer op de ineengestrengelde draden van een touw dan op gestapelde blokken?
Laat het volgende citaat van ouderling Chi Hong (Sam) Wong van de Zeventig zien:
Geloof, hoop en naastenliefde […] zijn met elkaar verweven. We bouwen niet eerst geloof en hebben daarna hoop, of ontwikkelen naastenliefde na hoop te hebben gekregen. Ze werken allemaal samen. En als ze met elkaar verweven raken, dragen ze gezamenlijk bij aan de vorming van ons karakter en ons getuigenis. (‘Geloof, hoop en naastenliefde: verweven deugden’, Liahona, december 2016, 47.)
Laat de cursisten in Moroni 7:33, 38, 40– 43 opzoeken wat deze verzen ons over de relatie tussen geloof en hoop zeggen.
-
Wat kunnen we uit deze verzen leren over het verband tussen geloof en hoop? (De cursisten kunnen het volgende benoemen: Als we ons geloof in Jezus Christus ontwikkelen, krijgen wij door zijn verzoening de hoop om tot het eeuwige leven te worden opgewekt.)
-
Waarom is hoop nauw verbonden met geloof en vertrouwen in de verzoening van Jezus Christus en zijn opstanding?
Vraag de cursisten het citaat van president M. Russell Ballard in sectie 1 van het voorbereidend materiaal door te nemen.
-
Kun je voorbeelden geven van mensen die de waarheden waarover president Ballard spreekt, in hun leven tot uitdrukking brengen?
Toon eventueel het volgende fragment uit een brief die president Russell M. Nelson van een vriend ontving, die met een groot probleem worstelde:
‘De wroeging en spijt die ik voel, maken het voor mij bijna onmogelijk om mij te bekeren. Ik ben mijn geloof aan het kwijtraken. Eerst waren er de zonden, daarna volgden de twijfels. […]
‘Mijn pijnlijke besluiteloosheid, mijn onzekerheid, mijn gebrek aan daadkracht, aan wilskracht, aan zelfvertrouwen zorgen ervoor dat ik in stilte lijd en neerslachtig ben. Mijn gezin, mijn toekomst en mijn geloof staan op het spel. Ik ben wanhopig.’ (‘A More Excellent Hope’, Ensign, februari 1997, 60.)
Vraag de cursisten Ether 12:4, 32 en het citaat van president Uchtdorf in sectie 2 van het voorbereidend materiaal door te nemen. Bespreek wat de briefschrijver zou kunnen doen om weer hoop te krijgen.
-
Waar heb jij het meeste baat bij gehad om hoop een actieve rol in je dagelijks leven te geven?
-
Welke veranderingen zou je op grond van wat je in deze les hebt geleerd en gevoeld, en waartoe je je geïnspireerd voelt, willen aanbrengen om meer hoop te ervaren? (Geef de cursisten eventueel de tijd om hun gedachten en gevoelens op te schrijven.)
Mormon onderwijst dat het belangrijk is om de gave van naastenliefde te zoeken.
Stel de cursisten de volgende vragen:
-
Hoe zou je op basis van je studie en je ervaringen naastenliefde omschrijven?
Laat een cursist Moroni 7:43–44, 48 voorlezen en stel daarna de vraag:
-
Hoe denk je dat geloof en hoop in Jezus Christus met de gave van naastenliefde verbonden zijn?
-
Wat raadt Mormon ons aan om te doen als we echt naar de gave van naastenliefde verlangen? (Help de cursisten een beginsel te formuleren in de trant van: Als we met alle kracht van ons hart bidden en Jezus Christus volgen, kunnen we met naastenliefde worden vervuld.)
Geef de cursisten desgewenst een paar minuten de tijd om aan de keren te denken dat ze om naastenliefde hebben gebeden en wat er als gevolg daarvan gebeurde.
Splits de klas in groepjes op en geef iedere cursist de volgende hand-out.
Laat enkele cursisten na verloop van tijd vertellen wat ze in hun groepje hebben geleerd.
Laat de volgende vragen zien en nodig de cursisten uit om die vraag uit te kiezen die het meest relevant is voor hun huidige omstandigheden. Moedig de cursisten aan om de gevoelens of indrukken die ze krijgen, op te schrijven.
-
Wie kan ik de liefde van de Heiland laten voelen? Wat kan ik doen om deze persoon de liefde van de Heiland te laten voelen?
-
Hoe ben ik gezegend door andermans christelijke woorden of daden?
-
Wanneer heeft het tonen van christelijke liefde mij dichter tot Jezus Christus en onze hemelse Vader gebracht?
-
Wat doe ik momenteel (of doe ik niet) dat mij ervan weerhoudt om de gave van naastenliefde te zoeken (of te krijgen)?
Moedig de cursisten aan om een doel te stellen, waarmee ze de christelijke eigenschappen geloof, hoop en naastenliefde kunnen ontwikkelen, zodat ze meer op Jezus Christus gaan lijken.
Voor de volgende keer
Vraag de cursisten zich erop voor te bereiden om in de volgende les te bespreken hoe het Boek van Mormon mensen tot Jezus Christus brengt. Vraag uw cursisten aan ervaringen te denken die ze in deze cursus met het Boek van Mormon hebben gehad, en hoe daardoor hun getuigenis en hun band met hun hemelse Vader en Jezus Christus zijn versterkt.