‘Les 20 Voorbereidend studiemateriaal: De zegeningen van godsdienstvrijheid’, De leringen in het Boek van Mormon: leerkrachtenmateriaal (2021)
‘Les 20 Voorbereidend studiemateriaal’, De leringen in het Boek van Mormon: leerkrachtenmateriaal
Les 20 Voorbereidend studiemateriaal
De zegeningen van godsdienstvrijheid
Hoe belangrijk vind je godsdienstvrijheid? Op de nieuwssite van de kerk staat: ‘Godsdienstvrijheid is een fundamenteel recht dat de gewetensvrijheid van alle mensen beschermt. Het stelt ons in staat om te denken, te zeggen en te doen wat wij geloven. […] [Het] beschermt de rechten van alle groepen en individuen, zelfs de kwetsbaarste, of ze nu godsdienstig zijn of niet.’ (‘Religious Freedom’, newsroom.ChurchofJesusChrist.org.)
Ouderling Robert D. Hales van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft ons als volgt gewaarschuwd: ‘[Satan] is hard bezig om godsdienstvrijheid te ondermijnen, tegen te werken en er verwarring over te stichten – over wat het is en waarom het onmisbaar is voor ons geestelijk leven en heil.’ (‘Keuzevrijheid in stand houden en godsdienstvrijheid beschermen’, Liahona, mei 2015, 112.) Bedenk tijdens je voorbereidende studie wat het Boek van Mormon ons kan leren over het belang van godsdienstvrijheid. Overweeg ook wat jij kunt doen om haar te bevorderen, te waarborgen en te beschermen.
Sectie 1
Hoe beschermt godsdienstvrijheid mijn overtuigingen en hoe ik verkies die na te leven?
Bekijk de video ‘Preserving Religious Freedom’ (3:59).
De volgende samenvatting accentueert een aantal basisrechten die uit godsdienstvrijheid voortvloeien:
Godsdienstvrijheid sluit niet alleen het recht op vrije godsdienstoefening in, maar ook het recht om je geloofsovertuiging te uiten en in praktijk te brengen. […]
Godsdienstvrijheid beschermt het recht van alle mensen om hun eigen geloofsovertuiging te belijden en die in het openbaar te bespreken zonder angst voor represailles of ontzegging van burgerrechten. […]
Godsdienstvrijheid beschermt niet alleen het individu, maar ook de godsdienstige organisaties die een geloofsgemeenschap mogelijk maken. (‘Religious Freedom: The Basics’, ChurchofJesusChrist.org.)
De geschiedenis leert dat het fundamentele recht van de mens om zijn godsdienst te mogen uitoefenen vaak is aangevochten en hem zelfs is ontzegd. Zo werden de kerkleden tijdens de regering van koning Mosiah zwaar vervolgd (zie Mosiah 27:1).
Studeren in voorbereiding op de les
Zoek in Mosiah 27:1–4 op hoe kerk- en overheidsfunctionarissen samenwerkten om vrede onder het volk te stichten.
Niet alleen beschermt godsdienstvrijheid de godsdienstige expressie van gelovigen, maar ook de rechten van wie niet gelovig zijn of een ander geloof aanhangen. Een voorbeeld daarvan is het verhaal van Korihor. Korihor leefde tijdens de regering van de rechters, een regeringsvorm die was ontstaan om de vrijheid van het volk te waarborgen en te beschermen tegen onrechtvaardige koningen (zie Mosiah 29). Korihor predikte ‘dat er geen Christus zou zijn’ (Alma 30:12). Hij beweerde dat zonde niet bestond en dat het iedereen voor de wind ging naargelang zijn of haar capaciteiten. Door Korihors leringen namen veel mensen afstand van God. (Zie Alma 30:6, 12–18.)
Studeren in voorbereiding op de les
Lees Alma 30: 7–9, 11 en stel vast waarom Korihor het recht had zijn eigen overtuiging te verkondigen.
In Alma 30:29–58 lezen we dat Korihor voor de profeet Alma en de hoofdrechter in Zarahemla werd geleid. Alma weerlegde de leringen van Korihor met zijn getuigenis van Christus. Net als Korihor het recht had te zeggen dat er geen God was, stond het Alma vrij te getuigen dat onze hemelse Vader en Jezus Christus bestaan. Korihor geloofde Alma niet en eiste een teken van God. Hij werd met stomheid geslagen. Na bekendmaking van deze gebeurtenis waren de volgelingen van Korihor ervan overtuigd dat hij de plank had misgeslagen. Ze werden ‘allen wederom tot de Heer bekeerd’ (vers 58).
De profeet Joseph Smith heeft gezegd dat het belangrijk is om de godsdienstvrijheid van alle mensen te verdedigen:
Ik [ben] net zo bereid om te sterven ter verdediging van de rechten van een presbyteriaan, een baptist of een goed mens die tot een andere godsdienst behoort [als van een lid van de kerk]; want hetzelfde beginsel dat de rechten van de heiligen der laatste dagen met voeten zou treden, zou de rechten van de rooms-katholieken met voeten treden of van welke andere godsdienst dan ook die te impopulair en te zwak is om zich te verdedigen. (Zie Leringen van kerkpresidenten: Joseph Smith [2007], 372.)
Joseph Smith benadrukte ook dat godsdienstvrijheid een fundamentele leer van de kerk is: ‘Wij eisen het goed recht de almachtige God te aanbidden volgens de stem van ons eigen geweten, en kennen alle mensen hetzelfde goed recht toe: laat hen aanbidden hoe, waar of wat zij willen’ (Geloofsartikelen 1:11).
De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen heeft de volgende verklaring over vredig werken aan godsdienstvrijheid uitgegeven:
Als de wet godsdienstvrijheid beperkt, geloven heiligen der laatste dagen in het naleven van de wet. Ze kunnen echter wel voor hun fundamentele rechten opkomen binnen de wettelijke mogelijkheden die in elke jurisdictie of elk land bestaan. (‘Religious Freedom: The Basics’, ChurchofJesusChrist.org.)
Bespreken in voorbereiding op de les
Overweeg te gaan praten met een of meer mensen van een ander geloof en hun te vragen waarom hun geloof belangrijk voor hen is en of ze ooit vanwege hun geloof vervolgd zijn. Bereid je erop voor om in de klas te vertellen wat je hebt geleerd.
Sectie 2
Wat kan ik doen om godsdienstvrijheid te bevorderen of te waarborgen?
Je kunt eventueel een aantal voorbeelden van een leven zonder godsdienstvrijheid bedenken. Stel je voor dat je te maken krijgt met een van de volgende scenario’s waarin de godsdienstvrijheid beperkt is:
Je kunt je baan verliezen of promotie mislopen omdat je je geloofsovertuiging ter sprake brengt – zelfs als je het buiten je werk om doet. […]
Misschien word je ertoe verplicht je geloof te verzwijgen of moet je op je werk taken uitvoeren die tegen je geloof ingaan. […]
Misschien word je ertoe verplicht om op zondag of christelijke feestdagen te werken, zelfs als anderen bereid zijn voor je in te vallen. […]
Je kinderen op de openbare school worden verplicht aan de lessen seksuele vorming en gendertheorieën mee te doen die tegen de basisbeginselen van de kerk indruisen. […]
Vanwege je geloofsovertuiging of -opvattingen kun je geen kinderen adopteren of pleegouder worden.
Als bedrijfseigenaar of ondernemer bestaat het gevaar dat je je vergunning verliest of een boete krijgt als je weigert bepaalde diensten die tegen je geloofsovertuiging ingaan, te verlenen. (‘Religious Freedom Matters: What’s at Risk’, Ensign, juli 2017, 37.)
We lezen in het Boek van Mormon dat een slechte man, Amalickiah genaamd, in het 19e regeringsjaar van de rechters een complot smeedde om koning van de Nephieten te worden. Hij probeerde op sluwe wijze de kerk van de Heer en ‘het fundament van de vrijheid te vernietigen die God hun had geschonken’ (Alma 46:10). Amalickiah haalde met zijn vleierijen vele Nephieten over om de kerk te verlaten en hem te volgen. (Zie Alma 46:1–10.)
Toen Moroni, de oppercommandant van de Nephitische legers, over het plan van Amalickiah hoorde, werd hij boos en riep hij de mensen op om hun rechten te verdedigen, waaronder hun godsdienstvrijheid (zie Alma 46:11–13, 19–20).
Studeren in voorbereiding op de les
Zoek in Alma 46:11–13, 19–20 op wat commandant Moroni deed om het volk te verdedigen tegen de dreigingen die hun vrijheden in gevaar brachten.
De mensen sloten zich bij Moroni aan en verbonden zich ertoe de gevaren die hun vrijheden bedreigden, te weerstaan (zie Alma 46:21–22). Ouderling Hales heeft over de plicht om ons voor godsdienstvrijheid in te zetten, gezegd:
Als discipelen van Christus hebben we een verantwoordelijkheid om samen te werken met gelijkgestemde gelovigen, om onze stem voor het goede te laten horen. […]
Wij zijn verantwoordelijk voor het waarborgen van deze heilige vrijheden en rechten voor onszelf en ons nageslacht. Wat kunnen u en ik doen?
Allereerst moeten we goed geïnformeerd zijn. Let op kwesties in uw gemeenschap die gevolgen kunnen hebben voor de godsdienstvrijheid.
Sluit u ten tweede bij anderen aan die de zaak van de godsdienstvrijheid ook zijn toegedaan. Werk samen om de godsdienstvrijheid te beschermen.
Leef ten derde zó dat u een goed voorbeeld bent van wat u gelooft – zowel in woord als daad. Hoe we onze godsdienst naleven, is veel belangrijker dan wat we over onze godsdienst zeggen.
De wederkomst van onze Heiland komt naderbij. We mogen ons in dit goede werk niet laten vertragen. Denk aan commandant Moroni, die het vrijheidsvaandel heeft gehesen [zie Alma 46:12]. […] Laten wij denken aan de reactie van het volk: ze oefenden hun keuzevrijheid uit, en liepen ‘te hoop’ met een verbond om actie te ondernemen [Alma 46:21]. (‘Keuzevrijheid in stand houden en godsdienstvrijheid beschermen’, 112, 113.)
Nadenken in voorbereiding op de les
Wat kun je doen om in je land de godsdienstvrijheid te bevorderen en te waarborgen?
