Leringen van kerkpresidenten
Hoofdstuk 19


‘Hoofdstuk 19: De blijvende invloed van leerkrachten’, Leringen van kerkpresidenten: Thomas S. Monson (2020)

‘Hoofdstuk 19’, Leringen: Thomas S. Monson

Hoofdstuk 19

De blijvende invloed van leerkrachten

‘Het basisdoel van het onderwijs in de kerk is waardevolle veranderingen in jongens en meisjes, en mannen en vrouwen teweeg te brengen.’

Uit het leven van Thomas S. Monson

In zijn eerste conferentietoespraak als apostel zei president Thomas S. Monson: ‘Ik ben erg dankbaar voor de leerkrachten en leiders die ik in mijn jeugd in een nederige pionierswijk heb gehad.’1 Zijn hele leven bleef hij zijn dankbaarheid voor zijn leerkrachten in de kerk uiten en vertelde hij vaak verhalen over hun invloed op hem.

President Monson was ook dankbaar voor zijn leraren op school. ‘Ik vind het amusant te bedenken dat mijn muzieklerares op de basisschool ene juffrouw Sharp was’, zei hij. [Een sharp is in het Nederlands een kruis, een teken op de notenbalk.] ‘Zij had het in zich om haar leerlingen liefde voor muziek bij te brengen.’2

Als student aan de universiteit had hij een doeltreffende methode om het onderwijs van de docenten in zich op te nemen: hij stelde zich voor dat hij in hun plaats moest lesgeven. Dat bracht hem ertoe om veel aandacht te besteden aan de begrippen die zijn les zouden verbeteren.3

President Monson gaf kerkleden instructie over hoe ze met kracht konden onderwijzen. ‘In zeker opzicht [zijn we] allemaal leerkracht’, zei hij, ‘en het [is] onze plicht om zo goed mogelijk te onderwijzen.’4 Hij legde ook uit wat de doelen van evangelieonderwijs zijn:

‘Het doel van evangelieonderwijs […] is niet “het uitstorten van informatie” over de hoofden van de aanwezigen. Het is niet hetzelfde als laten zien hoeveel de leerkracht weet, noch is het uitsluitend bedoeld om de kennis over de kerk te laten toenemen. Het basisdoel van het onderwijs in de kerk is waardevolle veranderingen in jongens en meisjes, en mannen en vrouwen teweeg te brengen. Het doel is iemand zo te inspireren dat hij of zij gaat nadenken, gaat voelen, om vervolgens iets te doen aan het naleven van de evangeliebeginselen.5

Over leerkrachten heeft president Monson gezegd: ‘Er is geen voorrecht edeler, geen taak die lonender is.’6 Hij illustreerde dit punt met het volgende verhaal:

‘Enige tijd geleden hoorde ik […] drie jongens [die] de betrekkelijke deugden van hun vader [bespraken]. Een van hen zei: “Mijn vader is groter dan jouw vader.” Een ander antwoordde: “O, ja? Maar mijn vader is veel slimmer dan jouw vader.” De derde jongen zei: “Mijn vader is dokter.” En toen zei hij met een uitdagende en vernederende blik in zijn ogen: “En die van jou is alleen maar leerkracht.”

‘De roep van een moeder beëindigde het gesprek, maar de woorden bleven in mijn hoofd naklinken. Alleen maar leerkracht. Alleen maar leerkracht. Alleen maar leerkracht. Op een dag zullen deze jongens de werkelijke waarde van leerkrachten gaan waarderen. Dan zullen ze dankbaar en oprecht erkennen dat die leerkrachten een grote invloed op hun leven hebben gehad.

‘Henry Brook Adams heeft eens gezegd: “Een leerkracht beïnvloedt de eeuwigheid; hij weet nooit waar zijn invloed ophoudt.”’7 President Monson heeft gezegd dat deze verstrekkende invloed op alle leerkrachten van toepassing is – ouders thuis, leerkrachten op school en leerkrachten in de kerk.

Afbeelding
jeugdwerkleerkracht helpt kind

‘Ontwikkel een band met iedere jongere.’

Leringen van Thomas S. Monson

1

Ouders hebben de heilige plicht hun kinderen te onderwijzen en een goed voorbeeld te zijn.

Waarschijnlijk heeft de lerares die u en ik ons het beste kunnen herinneren ook de meeste invloed op ons gehad. Zij heeft misschien geen schoolbord gebruikt en geen uitgebreide opleiding gevolgd, maar haar lessen waren van onschatbare waarde en haar bezorgdheid voor ons was oprecht. Ja, ik heb het over onze moeder. En in één adem noem ik ook onze vader. Iedere ouder is een leerkracht.

President David O. McKay heeft ons eraan herinnerd dat ‘de juiste opvoeding in de kindertijd de heiligste plicht van de mens is’, want een kind komt van de Vader, rein en zoet, ‘een schepsel dat vrij is van de smetten van de wereld, niet in verwarring door haar onrecht, niet afgemat door haar lege geneugten, een wezen dat fris uit de bron van licht komt, met iets van zijn universele glans. Als de kindertijd zo is, hoe heilig is dan de plicht om ervoor te zorgen dat dat in de verdere groei zo zal blijven.’ (Improvement Era, mei 1930, 480.) […]

De beste tijd voor onderricht gaat snel voorbij. Mogelijkheden zijn vergankelijk. De ouder die zijn verantwoordelijkheid als leerkracht uitstelt, kan in de latere jaren tot de bittere vaststelling komen dat de volgende woorden van Whittier toepasselijk zijn: ‘Van alle droeve woorden gesproken of geschreven zijn de droefste deze: Zo had ik kunnen leven.’ (Naar John Greenleaf Whittier, ‘Maud Muller’.) […]

Moeders en vaders, beseft u dat wij de vorm maken waarin het leven van onze jonge kinderen wordt gegoten? Om onze kinderen te onderwijzen, moeten we een goede band met hen hebben. En die hechte band ontwikkelen we thuis. We dienen hun het goede voorbeeld te geven.

Ik denk dat ik nog nooit een vernietigender berisping van de Heer heb gelezen dan in het boek Jakob in het Boek van Mormon, waar de Heer zei: ‘Zie […] u hebt het hart van uw teergevoelige vrouwen gebroken en het vertrouwen van uw kinderen verloren door het slechte voorbeeld dat u hun hebt gegeven’ (Jakob 2:35). Als onze Heer ons zo’n berisping zou geven voor het geven van een slecht voorbeeld, is het dan niet logisch om aan te nemen dat Hij ons zijn goedkeuring zou geven als we onze kinderen een goed voorbeeld geven? En dan kunnen we terugkijken, net als Johannes toen hij verklaarde: ‘Ik heb geen grotere blijdschap dan hierover dat ik hoor dat mijn kinderen in de waarheid wandelen’ (3 Johannes 1:4).

Als een ouder meer bezieling nodig heeft om met zijn goddelijke onderwijstaak te beginnen, laat hij [of zij] dan bedenken dat de machtigste combinatie van gevoelens niet opgeroepen wordt door een of andere grote kosmische gebeurtenis, of dat men die in geschiedenisboeken of romans kan vinden. Nee, die emoties worden opgeroepen als ouders, zoals wij, neerkijken op een slapend kind. ‘Geschapen naar Gods beeld en gelijkenis.’ Die prachtige tekst uit de Bijbel krijgt een nieuwe en diepere betekenis als een ouder dat opnieuw ervaart. Het huisgezin wordt een toevluchtsoord, een hemel op aarde, waar liefhebbende ouders hun kinderen leren ‘bidden en oprecht leren wandelen voor het aangezicht van de Heer’ (Leer en Verbonden 68:28).8

Er zijn er die plezier hebben in het vernietigen van het geloof, in plaats van het slaan van een brug naar het goede leven. […] Wij hebben geen controle over de klas op school, maar we kunnen de leerling in ieder geval voorbereiden. ‘Hoe?’ vraagt u zich af. Mijn antwoord is: ‘Zorg voor een gids naar de heerlijkheid van het celestiale koninkrijk van God, een barometer om onderscheid te maken tussen de waarheden van God en de denkbeelden van de mens.’

Verscheidene jaren geleden hield ik zo’n gids in mijn hand. Het was […] het Boek van Mormon, de Leer en Verbonden en de Parel van grote waarde in één band. Het boek was een geschenk van een liefhebbende vader aan zijn mooie ontluikende dochter, die zijn raad nauwgezet opvolgde. Op het schutblad had haar vader, die later president van de kerk zou worden, de volgende inspirerende woorden geschreven:

‘9 april 1944

‘Lieve Maurine,

‘Opdat je een constante maatstaf zult hebben aan de hand waarvan je zult kunnen beoordelen wat waarheid is en wat dwalingen van menselijke filosofieën, om zodoende geestelijk te groeien naarmate je kennis toeneemt, geef ik je dit heilige boek om vaak te lezen en je leven lang te koesteren.

‘Je liefhebbende vader,

‘Harold B. Lee’9

2

Leerkrachten in de kerk kunnen een blijvende invloed hebben.

Laten we […] eens kijken naar de leerkracht die we gewoonlijk ’s zondags tegenkomen – de leerkracht in de kerk. In zo’n omgeving vormen de geschiedenis van het verleden, de hoop van het heden en de belofte van de toekomst één geheel. […] De leerkracht wordt door zijn leerlingen beoordeeld – niet alleen naar wat en hoe hij onderwijst, maar ook naar zijn levenswijze.

De apostel Paulus adviseerde de Romeinen: ‘U dan die een ander onderwijst, onderwijst u uzelf niet? U die predikt dat men niet stelen mag, steelt u zelf?

‘U die zegt dat men geen overspel mag plegen, pleegt u zelf overspel?’ [Romeinen 2:21–22.]

Paulus, de geïnspireerde en dynamische leraar, geeft ons het goede voorbeeld.10

Als kleine jongen kwam ik onder de invloed van een heel doeltreffende en geïnspireerde lerares, die naar ons luisterde en van ons hield. Ze heette Lucy Gertsch. In onze zondagsschoolklas gaf ze ons les in de schepping van de wereld, de val van Adam en het zoenoffer van Jezus. Zij liet ons in haar klas kennismaken met hooggeëerde gasten als Mozes, Jozua, Thomas, Paulus en uiteraard Christus. Hoewel we ze niet zagen, leerden we ze lief te hebben, te eren en na te doen.

Nooit was haar onderwijs zo bewogen of invloedrijk als de zondagmorgen dat ze bedroefd mededeelde dat de moeder van een van de kinderen in de klas was overleden. We hadden Billy die morgen gemist, maar we wisten niet waarom hij er niet was.

De les had die morgen als thema: ‘Het is zaliger te geven dan te ontvangen’ (Handelingen 20:35). Halverwege de les sloeg onze lerares het lesboek dicht en opende onze ogen, onze oren en ons hart voor de heerlijkheid van God. Ze vroeg: ‘Hoeveel geld zit er in ons feestpotje?’

Het was crisistijd, vandaar dat we trots waren op ons antwoord: ‘Vier dollar en 75 cent.’

Toen stelde ze op lieve toon voor: ‘Billy’s familie heeft weinig geld en veel verdriet. Wat zouden jullie ervan denken als we vanmorgen naar Billy’s huis gaan en zijn vader ons geld geven?’

Ik zal nooit het groepje vergeten dat drie straten ver naar het huis van Billy ging en hem, zijn broer, zijn zussen en zijn vader begroette. Zijn moeder was merkbaar afwezig. Ik zal altijd de herinnering koesteren aan de tranen in ieders ogen toen de witte envelop met ons zuur gespaarde geld van de tere hand van onze lerares overging in de behoeftige hand van de rouwende vader.

We huppelden bijna terug naar de kerk. Ons hart was lichter dan het ooit geweest was, onze vreugde groter, en ons begrip ook. Een door God geïnspireerde lerares had haar jongens en meisjes een eeuwige les in goddelijke waarheid gegeven: ‘Het is zaliger te geven dan te ontvangen.’

Een parafrase van de woorden van de discipelen op de weg naar Emmaüs is van toepassing op haar: ‘Was ons hart niet brandende in ons, toen [zij] voor ons de Schriften opende?’ (Lukas 24:32.)

Lucy Gertsch kende ieder van haar leerlingen. Ze ging altijd even langs bij wie een zondag niet geweest was of wie nooit kwam. We wisten dat zij om ons gaf. Niemand is haar of de lessen die zij ons leerde ooit vergeten.11

Afbeelding
Lucy Gertsch en haar jeugdwerkklas, waaronder Thomas S. Monson

Lucy Gertsch (achterste rij, midden) met haar zondagsschoolklas in 1941. Tom Monson staat op de voorste rij, tweede van rechts. Hij omschreef haar als ‘een heel doeltreffende en geïnspireerde lerares’.

De klas in de kerk voegt een essentiële dimensie toe aan het onderwijs dat elk kind en elke jongere ontvangt. Daar kan elke leerkracht allen die naar haar lessen luisteren en de invloed van haar getuigenis voelen, opwaarts richten. In het jeugdwerk, de zondagsschool, de bijeenkomsten van de jongevrouwen en de Aäronische priesterschap, kunnen goed voorbereide leerkrachten die geroepen zijn na inspiratie van de Heer elk kind en elke jongere raken en hem of haar ertoe aanzetten om ‘woorden van wijsheid [te putten] uit de beste boeken; kennis [te zoeken], ja, door studie en ook door geloof’ [Leer en Verbonden 88:118]. Een woord van bemoediging hier en een geestelijke gedachte daar kunnen een kostbaar leven beïnvloeden en een onuitwisbare indruk achterlaten op een onsterfelijke ziel. […]

De ootmoedige, geïnspireerde lerares in de klas van de kerk kan in haar leerlingen liefde voor de Schriften opwekken. […] De leerkracht kan de apostelen vanouds en de Heiland van de wereld niet alleen de klas in brengen, maar ook in het hart, het verstand en de ziel van onze kinderen.12

3

We onderwijzen niet alleen met woorden, maar ook door hoe we leven.

Welke vroegere leerkracht herinnert u zich het beste? Ik vermoed dat het diegene is die uw naam kende, die u welkom heette in de klas, die belangstelling voor u had en werkelijk om u gaf. Wanneer een leidinggevende door het leven gaat met een dierbare jongere aan zijn of haar zij, ontstaat er een wederzijdse betrokkenheid die de jongere beschermt tegen de verleidingen van de zonde en hem of haar op het pad houdt dat zonder afwijking voorwaarts en opwaarts voert naar het eeuwige leven. Ontwikkel een band met iedere jongere.13

Behandel [uw leerlingen] met waardigheid en doe uw uiterste best voor hen. U onderwijst niet alleen over een onderwerp; u vormt ook de menselijke natuur. U steekt de lamp van leren aan, zodat uw leerlingen hun aardse zending beter zullen begrijpen. U zult door uw geest, uw geloof en uw liefde generaties tot zegen zijn die nog geboren moeten worden. Uw kansen zijn niet ongelijk aan de Meesterleraar – Jezus Christus, de Zoon van God.14

Zelden wordt er gesproken over de grote invloed die iemand kan hebben op het leven van anderen en soms wordt het niet eens opgemerkt. Dit was de ervaring van een lerares van een klas van 12-jarige meisjes. […] Zij had zelf geen kinderen, hoewel haar man en zij heel erg naar kinderen verlangden. Haar liefde uitte zich in haar toewijding aan de meisjes van haar klas, die zij de eeuwige waarheden en levenslessen onderwees. Toen kwam ziekte, gevolgd door de dood. Zij was nog maar 27 jaar.

Elk jaar op de gedenkdag voor de gevallenen bezochten de meisjes samen het graf van hun lerares. Eerst waren het er zeven, toen vier, toen twee en tenslotte slechts één, die het jaarlijks bezoek bracht en altijd een bos irissen op het graf legden – een symbool van intense dankbaarheid. Dit jaar [1981] was het haar 25e bezoek aan de rustplaats van haar lerares. Zij geeft nu zelf les aan meisjes. Het is geen wonder dat zij zo’n goede lerares is, want zij is een weerspiegeling van de lerares die haar vroeger inspireerde. Het leven dat die lerares leidde, de lessen die zij onderwees, zijn niet begraven onder de steen die op haar graf ligt, maar leeft door in de persoonlijkheden die zij hielp ontwikkelen en in de levens die zij op zo’n onzelfzuchtige wijze verrijkte. Dit doet ons denken aan een andere Meesterleraar, de Heer zelf. Eens schreef Hij een boodschap in het zand (zie Johannes 8:6). De wind heeft de woorden die Hij toen schreef voor altijd weggevaagd, maar het leven dat Hij leidde niet.15

We moeten altijd bedenken dat ons onderwijs niet alleen uit woorden bestaat; het bestaat ook uit wie wij zijn en wat voor leven we leiden.16

4

Jezus Christus is ons voorbeeld als leerkracht.

Er [is] een leraar wiens leven dat van alle anderen overschaduwt. Hij onderwees ons over leven en dood, over de plicht en de bestemming van de mens. Hij leefde niet om gediend te worden, maar om te dienen; niet om zijn leven te behouden, maar om het voor anderen op te offeren. Hij beschreef een liefde die aangenamer was dan begeerte, een armoede die meer rijkdom verschafte dan schatten. Van deze leraar zei men dat Hij met gezag onderwees, niet zoals de Schriftgeleerden. Ik bedoel de grote Leraar, namelijk Jezus Christus, de Zoon van God, de Heiland en Verlosser van het gehele mensdom.

Als toegewijde leerkrachten ingaan op zijn zachtmoedige uitnodiging ‘Kom, leer van Mij’, doen zij lering op, en nemen zij deel aan zijn goddelijke macht.17

Mogen wij in ons onderwijs het voorbeeld volgen van de volmaakte leraar, onze Heer en Heiland, Jezus Christus. Hij liet zijn voetsporen achter in het zand aan de zee, en de beginselen waarin Hij onderwees in het hart en het leven van zijn toehoorders. Hij onderwees zijn discipelen uit die tijd, en tot ons spreekt Hij dezelfde woorden: ‘Volgt u Mij’ (Johannes 21:22).

Mogen wij van nu af aan in gehoorzaamheid aan de slag gaan, opdat van ieder van ons gezegd kan worden wat van de Verlosser is gezegd: ‘[U bent] van God gekomen als leraar’ (Johannes 3:2).18

Afbeelding
Jezus Christus onderwijst

Jezus Christus is ‘de Meesterleraar’.

Suggesties voor studie en onderwijs

Vragen

  • President Monson zegt dat ouders de heilige plicht hebben om hun kinderen te onderwijzen (zie sectie 1). Wat zijn enkele belangrijke dingen die u van uw moeder of vader hebt geleerd? Als u een ouder bent, wat hoopt u dan dat uw kinderen van u zullen leren? Wat hebt u over het onderwijzen van kinderen geleerd? Waarom is het van essentieel belang voor het onderwijs om kinderen het juiste voorbeeld te geven? Hoe kunnen ouders hun kinderen helpen om een sterk geloof op te bouwen?

  • Neem president Monsons verhaal over zijn zondagsschoolleerkracht door (zie sectie 2). Wat kunnen we uit dit verhaal leren om betere leerkrachten te worden? Hoe kunnen we het evangelie thuis, in een les of in een andere situatie met meer kracht onderwijzen?

  • Neem de eigenschappen van goede leerkrachten die president Monson omschreef door (zie sectie 3). Denk na over enkele leerkrachten die deze eigenschappen hebben. Waarom waren deze leerkrachten van invloed op u? Hoe kunnen we als leerkracht een band ontwikkelen met de mensen die we onderwijzen? Hoe kunnen we ‘de lamp van leren aansteken’?

  • Wat kunnen wij als leerkracht van het voorbeeld van de Heiland leren? (Zie sectie 4.) Wat betekent het om naar het voorbeeld van de Heiland te onderwijzen? Waarom is het belangrijk dat we ons bij onderwijs in het evangelie op de Heiland richten?

Relevante Schriftteksten

Exodus 4:10–12; 2 Nephi 33:1; Alma 17:2–3; 31:5; Leer en Verbonden 11:21; 42:12–14; 88:77–80.

Onderwijstip

‘Het belangrijkste dat u misschien kunt doen om een door Christus geïnspireerde leerkracht te zijn, is het voorbeeld van gehoorzaamheid van de Heiland te volgen en het evangelie met heel uw hart na te leven. […] U moet niet perfect zijn, alleen ijverig in uw pogingen – en vergeving vragen door de verzoening van de Heiland elke keer u faalt.’ (Onderwijzen naar het voorbeeld van de Heiland [2016], 13.)

Noten

  1. In Conference Report, oktober 1963, 14.

  2. Dierbare kinderen, een gave van God’, Liahona, juni 2000, 5.

  3. Zie Heidi S. Swinton, To the Rescue: The Biography of Thomas S. Monson (2010), 87. Gebruikt met toestemming van Deseret Book Company.

  4. Voorbeelden van goede leerkrachten’, Liahona, juni 2007, 74.

  5. In Conference Report, oktober 1970, 107.

  6. In Conference Report, oktober 1970, 108.

  7. Alleen maar leerkracht’, De Ster, oktober 1990, 3; zie ook The Education of Henry Adams (1918), 300.

  8. Alleen maar leerkracht’, 3–4; voor de bron van het citaat van president McKay, zie Mary Wilton, in Douglas Jerrold, Punch’s Complete Letter Writer (1845), 93.

  9. Alleen maar leerkracht’, 6.

  10. Alleen maar leerkracht’, 6.

  11. Voorbeelden van goede leerkrachten’, 76–77.

  12. Dierbare kinderen, een gave van God’, 5.

  13. Ze zullen komen’, De Ster, juli 1997, 45–46.

  14. Teachings of Thomas S. Monson, samengesteld door Lynne F. Cannegieter (2011), 299. Gebruikt met toestemming van Deseret Book Company.

  15. Hij is opgestaan’, De Ster, april 1982, 80.

  16. Voorbeelden van goede leerkrachten’, 80.

  17. Alleen maar leerkracht’, 6, 8.

  18. Voorbeelden van goede leerkrachten’, 80.

Afdrukken