Boterhamvriendjes
-
William ging naast Jeremy in de auto zitten en deed zijn gordel om.
En verheugen we ons op de kleuterschool?
Ja!
Ja!
-
Jeremy’s moeder reed de straat uit en William opende zijn broodtrommeltje. Hij pakte er een boterham met pindakaas uit en nam een hap.
-
Jeremy keek naar Williams boterham. Die zag er lekker uit. Jeremy had enorme trek.
-
‘Mama, ik heb zo’n trek. Hebt u iets te eten voor me?
Het spijt me, Jeremy. We hebben thuis net gegeten. Ik heb niets anders bij me.
-
Goed dan.
Jeremy keek een beetje sip. Hij wilde ook een boterham.
-
William zag Jeremy sip kijken. Hij brak zijn boterham doormidden en gaf een helft aan Jeremy.
Hier, voor jou!
-
Bedankt, William. Dat is aardig van je.
Graag gedaan. Daar heb je vrienden voor.