Een zakdoek als kerstgeschenk
Toen ik jong was hielp ik mijn moeder elk jaar met het inpakken van de kerstcadeautjes. Ik had vijf getrouwde broers en zussen en dertien neven en nichten. Er zat dus veel werk aan vast. Maar zelfs in deze kleurrijke chaos viel het mij op dat we altijd een zakdoek voor mijn zus inpakte. Zelfs als mijn moeder haar een nachtjapon, een bloes of een keukenaccessoire gaf, was daar altijd weer die zakdoek voor Ann. Ik begreep heus wel dat zakdoeken praktisch en goedkoop waren, maar ik begon mij af te vragen wat mijn zus ervan dacht dat ze elk jaar een zakdoek kreeg.
Toen kon ik het opeens niet meer voor mij houden: ‘Weer een zakdoek voor Ann?’, flapte ik eruit. ‘Mam, ik geloof dat u haar elk jaar een zakdoek geeft. Denkt u niet dat ze er zoetjes aan genoeg heeft? Hoeveel kan ze er nou helemaal nodig hebben? Nog een cadeau maakt het postpakket voor haar gezin er alleen maar duurder op. Ik denk niet dat u dit hoeft te doen.’
Mijn moeder legde haar schaar weg. ‘Ik zal je een verhaal vertellen. Misschien begrijp je het dan. Dit speelde allemaal vóór je geboorte.
‘Je weet hoe ik in dit land ben gekomen.’ (Dat wist ik. Mijn moeders familie was verrast toen ze een weduwnaar met vier kinderen trouwde, maar in alle staten toen bleek dat ze van Holland naar Amerika zou gaan emigreren.) ‘Maar sommige dingen weet je niet. Toen we hier kwamen hadden we niets. Het leven was zwaar. Je vader had twee banen, maar verdiende niet veel. Ik ging bij anderen wassen en strijken. Toch bleef het krap.
‘Ann was toen zeventien en begreep hoeveel schulden we hadden. Ze besloot hulp te bieden. Ze ging aan de slag. Ze vond werk in de stad bij een snoepwinkel. Ze nam de bus naar haar werk en stond de hele dag achter de toonbank. Ze stond bijna haar hele salaris af. Ze hield alleen wat geld voor de bus en haar lunch over, aangezien ze achter de toonbank geen eten mocht bewaren.
‘Ann vertelde mij hoe blij ze was dat ze een baan had en dat ze met haar salaris kon helpen. Maar wat ze me niet vertelde was dat ze inzat over haar broertjes. De kerst kwam eraan. Hun nieuwe Amerikaanse vriendjes vertelden hun wat voor speelgoed ze aan de kerstman hadden gevraagd. Wat zou er gebeuren als de kerstman aan ons huis voorbijging?
‘Een paar dagen voor Kerstmis gaf Ann mij een beetje geld. Dat was echter niet op de dag dat haar salaris werd uitbetaald. Ik vroeg haar hoe ze aan het geld kwam. Ze zei dat ze het had opgespaard door geen lunch te kopen. Het was niet veel geld, maar ik wist dat ze weken zonder lunch moest zijn gegaan. Ze zei dat ik met het geld kerstcadeautjes voor haar broertjes moest gaan kopen. Zij vertrouwde erop dat ik, de nieuwe stiefmoeder, de juiste cadeautjes zou aanschaffen.
‘Ik kon alleen maar wat kleins kopen, maar ik was van plan om het hele gezin een mooie kerst te geven. Ik zou mandarijnen kopen, en zeepjes in de vorm van een teddybeer, krijtjes, speelgoedautootjes, en sokken voor vader. En ik kocht voor Ann een zakdoek. Het was een effen, maar ik bleef laat op om hem te borduren en mooi te maken. Ik was zo blij dat mijn nieuwe dochter ons een fijne kerst bezorgde. Ik wilde dat zij ook iets speciaals voor de kerst kreeg.
‘De kerst brak aan. We waren blij verrast dat onze kerkvrienden met een kerstboom en een doos vol cadeautjes kwamen aanzetten. Ze verontschuldigden zich dat het eenvoudige spullen waren die in krantenpapier waren ingepakt, maar we vonden het prachtig! Er zaten nuttige dingen tussen en ook nog eens lekkere dingen om te eten. En toen nog die andere verrassing, Anns en mijn geheime verrassing: de kerstman was ook bij ons huis langs geweest! Je broertjes waren door het dolle heen! Al snel lagen ze op de vloer van onze kleine woonkamer en reden met hun autootjes onder en over de kranten heen. Er lag overal krantenpapier! Toen opende Ann haar cadeautje. Het was een zakdoek. Ze huilde. En ik eigenlijk ook een beetje.
‘Wij maakten ons kerstmaal klaar. O, we hadden lekkernijen die we in lange tijd niet gehad hadden! Toen ruimden we op. Ann ging haar zakdoek wegleggen. Maar die was nergens te vinden. We zochten overal. En toen dacht ik: o nee, je vader heeft de kranten in de kachel gegooid. Was de zakdoek ook in de kachel beland? Dat moet wel, want we hebben hem nooit meer teruggevonden. Maar Ann klaagde niet. Gedane zaken nemen geen keer. Ze zei dat ze blij was, omdat haar broertjes blij waren.
‘Het jaar daarop gaf ik Ann een zakdoek met de kerst. Ik zorgde ervoor dat hij niet weer kwijtraakte. Toen ze trouwde en verhuisde, stuurde ik haar een kerstzakdoek per post. Ik geef haar nu geen zakdoek omdat ze die nodig heeft. Ik geef haar een zakdoek om haar te laten weten dat ik nooit zal vergeten wat ze voor ons op die eerste Kerstmis samen heeft gedaan.’
Verscheidene jaren nadat mijn moeder mij dit had verteld, vierden we Kerstmis met de hele familie bijeen. In de gezellige drukte, zag ik mijn zus een zakdoek uitpakken. Ik zag haar ogen schitteren toen ze even de hand van moeder vastpakte. Ik begreep het. Het was niet zomaar een zakdoek. Het was hun bijzondere herinnering aan liefde, gaven en offers. En mij herinnerde het, in al zijn eenvoud, aan het waarom van Kerstmis, vanwege een heel groot en liefdevol geschenk dat offers vergde.