2012
De geest van Kerstmis herontdekken
December 2012


Boodschap van het Eerste Presidium

De geest van Kerstmis herontdekken

President Thomas S. Monson

Jaren geleden, ik was nog niet zo lang ouderling, ging ik met anderen naar een ziekenhuis in Salt Lake City om zieke kinderen te zegenen. Toen we het ziekenhuis binnengingen stond daar een kerstboom met heldere lichtjes. Aan zijn voet lagen zorgvuldig ingepakte cadeautjes. We liepen door gangen waar jongetjes en meisjes — sommige met een arm of been in het gips, andere met een kwaal die misschien niet zo gemakkelijk te genezen viel — ons met hun glimlach begroetten.

Een wanhopig ziek jongetje riep mij toe: ‘Hoe heet u?’

Ik zei hoe ik heette, waarop hij vroeg: ‘Wilt u mij een zegen geven?’

We gaven hem een zegen. Toen we bij zijn bed wegliepen, zei hij: ‘Heel erg bedankt.’

We waren bijna bij de deur toen ik hem hoorde roepen: ‘En, o, broeder Monson, vrolijk kerstfeest.’ Toen verscheen er een brede glimlach op zijn gezicht.

Die jongen begreep de geest van Kerstmis. Ik hoop dat we allemaal de geest van Kerstmis in ons hart en in ons leven hebben — niet alleen maar in de kersttijd, maar altijd.

Als we de geest van Kerstmis begrijpen, richten we ons op Jezus, wiens geboorte we in deze tijd van het jaar gedenken: ‘U is heden de Heiland geboren, namelijk Christus, de Here, in de stad van David’ (Lucas 2:11).

Tegenwoordig spelen kerstcadeaus een grote rol in de kersttijd. Ik vraag mij af of we er baat bij zouden hebben als we onszelf de vraag stellen: Wat voor cadeaus zou de Heer willen dat ik in deze mooie kersttijd aan Hem of anderen geef?

Ik geef u in overweging dat onze hemelse Vader zou willen dat ieder van ons het geschenk van gehoorzaamheid aan Hem en zijn Zoon geeft. Ik heb ook het gevoel dat Hij ons zou vragen om onszelf te verliezen en niet zelfzuchtig, gierig of ruzieachtig te zijn, zoals zijn dierbare Zoon in het Boek van Mormon oppert:

‘Want voorwaar, voorwaar, Ik zeg u, hij die de geest van twisten heeft, is niet van Mij, maar van de duivel, die […] het hart der mensen op[hitst] om in toorn te twisten, de een met de ander.

‘Ziet, het is niet mijn leer om het hart der mensen tot toorn tegen elkander op te hitsen; maar dit is mijn leer, dat zulke dingen zullen worden weggedaan’ (3 Nephi 11:29–30).

In deze geweldige bedeling van de volheid der tijden hebben we onbeperkte kansen om onszelf te verliezen, maar het zijn wel kansen die voorbijgaan. Laten we mensen blij maken, vriendelijke woorden spreken, goede daden doen, en zielen redden.

Iemand die een goed begrip had van de geest van Kerstmis heeft geschreven:

Ik ben de geest van Kerstmis—

Ik kom binnen bij arme gezinnen, waar bleke kinderen, aangenaam verwonderd, grote ogen opzetten.

Ik zorg ervoor dat de vrek zijn beurs trekt en aldus zijn ziel enigszins opfleurt.

Ik zorg dat bejaarden hun jeugd herleven en weer ouderwets schaterlachen.

Ik houd de idylle levend in het hart van kinderen en veraangenaam hun slaap met magische dromen.

Ik zorg ervoor dat goed gevulde manden hun weg vinden naar donkere trappenhuizen, om verbazing over de goedheid van de wereld teweeg te brengen.

Ik zorg dat de verloren zoon een ogenblik stilstaat op zijn wilde, spilzieke weg om de zorgelijke ouder een gering teken te geven, dat blijde tranen tot gevolg heeft — tranen die de diepe groeven van verdriet effenen.

Ik kom in donkere gevangenissen en herinner de mannen daar aan hoe het had kunnen zijn en aan de goede dagen die voor hen liggen.

Ik kom zachtjes in het verstilde huis van pijn, waar lippen die te zwak zijn om te praten, beven in stille, welsprekende dank.

Op duizend verschillende manieren zorg ik dat de vermoeide wereld opkijkt naar het gezicht van God, en een momentje al datgene vergeet wat onbetekenend en armzalig is.

Ik ben de geest van Kerstmis.1

Mogen wij allen opnieuw de geest van Kerstmis ontdekken — namelijk de geest van Christus.

Noot

  1. Naar E. C. Baird, ‘Christmas Spirit’. In: James S. Hewitt, red., Illustrations Unlimited (1988), p. 81.

Lesgeven met deze boodschap

Bespreek de boodschap van president Monson met het gezin. Overweeg dieper in te gaan op de vraag over de geschenken die de Heer zou willen dat we Hem of anderen in deze kersttijd geven. Moedig de gezinsleden aan hun gedachten en ideeën op te schrijven (of, voor kleine kinderen, een tekening te maken) over hoe we ‘opnieuw de geest van Kerstmis ontdekken — namelijk de geest van Christus’.

Christus en de rijke jongeling, Heinrich Hofmann, gepubliceerd met toestemming van C. Harrison Conroy Co.