Wat wij geloven
Het evangelievan Jezus Christus is hersteld door de profeet Joseph Smith
Na de kruisiging van de Heiland en de dood van de apostelen ondergingen bepaalde leringen en verordeningen van het evangelie veranderingen. Hoewel veel goede mensen in Christus geloofden en zijn evangelie probeerden te begrijpen en verkondigen, moesten zij het stellen zonder de volledige waarheid. Het gevolg was dat de christenen in meer of mindere mate met de afval te maken kregen. Hoewel ze vele waarheden tot hun beschikking hadden, had geen van hen de volheid van Christus’ leringen, verordeningen of priesterschap.
Daar onze hemelse Vader wist dat dit geleidelijke verlies van waarheid zou optreden, legde Hij de volheid van het evangelie van Jezus Christus vast in een Schriftuurboek dat vergelijkbaar is met de Bijbel. In het begin van de 19de eeuw leidde een hemelse boodschapper, Moroni genaamd, Joseph Smith naar een heuvel waar deze Heilige Schrift eeuwenlang verborgen had gelegen. Deze Schriftuurlijke kroniek, op gouden platen geschreven, bevat de geschriften van profeten, die verslag doen van Gods handelingen met sommige volken die lang geleden in Amerika woonden. De profeet Joseph Smith vertaalde de geschriften op de platen door de gave en macht van God. Deze kroniek is het Boek van Mormon: eveneens een testament aangaande Jezus Christus.
Door zijn vertaalwerk aan het Boek van Mormon kreeg Joseph Smith inzicht in Gods leer — de Geest was zijn leraar en het Boek van Mormon zijn leerboek. Als Joseph Smith een vraag had, wendde hij zich in gebed tot God, waarna God hem het antwoord openbaarde. Uit deze werkwijze leerde Joseph Smith, die ongeletterd was, essentiële waarheden die van wezenlijk belang waren voor zijn roeping als profeet van de herstelling.
De profeet Joseph Smith getuigt:
-
‘Ik had werkelijk een licht gezien, en te midden van dat licht had ik twee Personen gezien, en Zij hadden werkelijk tot mij gesproken; en al werd ik gehaat en vervolgd omdat ik zei dat ik een visioen had gezien, het was toch waar; […] Ik had een visioen gezien; ik wist het, en ik wist dat God het wist, en ik kon het niet loochenen, noch durfde ik dat.’1
-
‘Door de macht van God vertaalde ik het Boek van Mormon van de hiëroglyfen, waarvan de kennis verloren was gegaan voor de wereld. In deze geweldige gebeurtenis stond ik alleen als ongeletterde jongeman die de wereldse wijsheid en gezamenlijke onwetendheid van achttien eeuwen moest bestrijden met een nieuwe openbaring.’2
-
‘Ik zei tegen de broeders dat het Boek van Mormon het nauwkeurigste boek op aarde en de sluitsteen van onze godsdienst is, en dat de mens dichter bij God komt door zich aan de leringen erin te houden, dan door welk ander boek ook.’3
-
‘Ik […] bezit de sleutels van het laatste koninkrijk, waar de bedeling van de volheid aller dingen deel van uitmaakt, besproken bij monde van alle heilige profeten sinds het begin van de wereld, onder de verzegelbevoegdheid van het Melchizedeks priesterschap.’4 (Zie LV 27:12–13.)
-
‘De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen is gefundeerd op rechtstreekse openbaring, zoals de ware Kerk van God volgens de Schrift altijd geweest is, […] en door de wil en zegeningen van God ben ik tot dusver een instrument in zijn handen om de zaak van Zion voorwaarts te laten gaan.’5
-
‘[Het Boek van Mormon] vertelt ons dat de Heiland na zijn opstanding op dit halfrond is verschenen; dat Hij zijn evangelie met alle volheid, rijkdom, macht en zegeningen heeft gevestigd.’6