2012
1 Korintiërs 15:20–22
December 2012


Regel op regel

1 Korintiërs 15:20–22

In deze verzen verklaart de apostel Paulus dat Christus’ opstanding inhoudt dat alle mensen zullen opstaan.

Afbeelding
Christ leaving the tomb

Hij leeft, Simon Dewey

20 Maar nu, Christus is opgewekt uit de doden, als eersteling van hen, die ontslapen zijn.

21 Want, dewijl de dood er is door een mens, is ook de opstanding der doden door een mens.

22 Want evenals in Adam allen sterven, zo zullen ook in Christus allen levend gemaakt worden.

Christus is opgewekt uit de doden

Afbeelding
President Thomas S. Monson

‘Er zijn geen woorden in het christendom die meer voor mij betekenen dan die welke de engel sprak tot de wenende Maria van Magdala en de andere Maria toen zij bij het graf kwamen om het lichaam van hun Heer te verzorgen: “Wat zoekt gij de levende bij de doden? Hij is hier niet, maar Hij is opgewekt” (Lucas 24:5–6).

‘Met die verklaring zijn allen die hebben geleefd en zijn gestorven, allen die nu leven en eens zullen sterven, en allen die nog geboren worden en zullen sterven, zojuist gered.

‘Als gevolg van Christus’ overwinning van het graf, worden wij allen opgewekt. Dat is de verlossing van de ziel.’

President Thomas S. Monson, ‘Hij is hier niet, maar Hij is opgewekt’, Liahona, april 2011, p. 4.

Eersteling van hen, die ontslapen zijn

Eersteling — de vruchten, groenten en granen die het eerst oogstrijp zijn.

Onder de wet van Mozes werden de eerstelingen als heilig offer aan de Heer geofferd om dank en toewijding te uiten. Aangezien de eerstelingen een teken zijn dat de oogst is begonnen en dat de oogst zal voortduren, zegt de apostel Paulus dat Jezus Christus de eerste onder de doden (‘die ontslapen zijn’) is die zal opstaan en dat er nog velen na Hem zullen opstaan.

Evenals in Adam allen sterven

Daar Adam en Eva vielen, moeten alle mensen de lichamelijke dood ondergaan (zie 2 Nephi 9:6; Mozes 6:48).

Zo zullen ook in Christus allen levend gemaakt worden

Afbeelding
Ouderling Dallin H. Oaks

‘Ik vraag me af of wij volledig beseffen hoe belangrijk het is dat wij geloven in een letterlijke, universele opstanding. De zekerheid dat we onsterfelijk zijn, is fundamenteel voor ons geloof. […]

‘Op onze eeuwige reis is de opstanding de machtige mijlpaal die het einde van de sterfelijkheid aangeeft en het begin van de onsterfelijkheid. […] Wij weten ook, door hedendaagse openbaring, dat we zonder de hereniging van ons lichaam en onze geest in de opstanding geen “volheid van vreugde” kunnen ontvangen (LV 93:33–34).’

Ouderling Dallin H. Oaks van het Quorum der Twaalf Apostelen, ‘Opstanding’, Liahona, juli 2000, pp. 17–18.

Afdrukken