2013
Marijkes lammetjes
Maart 2013


Marijkes lammetjes

Julina K. Mills woont in Arizona (VS).

‘[Arbeid] om elkander te dienen’ (Mosiah 2:18).

‘De dieren moeten hun eten verdienen.’ Papa’s woorden weerklonken in Marijkes gedachten. De honden bewaakten de schapen, de kippen legden eieren. De schapen maakten wol die verkocht kon worden. Elke lente hielp Marijke ze scheren. Hun dikke wol zag er altijd uit als sneeuw die op het grasveld smolt.

Maar Marijkes lammetjes waren anders. Het waren kleintjes die vorig jaar geboren waren. Ze waren te klein om genoeg wol te produceren om voor hun onderhoud te betalen. Papa wilde ze naar de slager nemen, maar de twee kleine, tere babyschaapjes hadden Marijkes hart veroverd. Ze smeekte papa of ze ze mocht houden. Uiteindelijk vond hij het goed. ‘Maar’, waarschuwde hij haar, ‘je moet helemaal in je eentje voor ze zorgen.’

In het begin ging alles goed. Met het geld dat Marijke voor haar verjaardag had gekregen kocht ze hooi, zodat de lammetjes te eten hadden. Maar nu was dat geld op. Papa had gezegd dat het te duur was om de lammetjes te laten grazen in het veld dat hij buiten het dorp had gehuurd. Marijke wist trouwens wel dat ze ze in het veld bijna nooit zou zien. Ze zuchtte toen ze haar lammetjes het laatste beetje hooi zag afknabbelen. De volgende ochtend zou het op zijn, dus moest ze haar lammetjes op de een of andere manier te eten geven.

Terwijl Marijke tegen het hok leunde, aaide ze over de witte wol op de kop van de lammetjes. Aan het eind van de straat zag ze meneer Bloem voor zijn rozen zorgen. Een paar huizen verderop strompelde mevrouw de Wit langzaam naar haar brievenbus. Mevrouw de Wit was weduwe en woonde alleen. Soms harkte Marijkes broer de bladeren voor mevrouw de Wit bij elkaar, maar hij klaagde altijd omdat mevrouw de Wit hem niet kon betalen.

Marijke zag hoe het grasveldje van mevrouw de Wit eraan toe was. ‘Ik zeg haar wel dat ik het gras voor haar wil maaien’, besloot Marijke. ‘Maar niet nu. Ik zoek een manier om mijn lammetjes te eten te geven.’

Plotseling had Marijke een idee. Mevrouw de Wit had een grasveldje en Marijkes schapen moesten grazen. Het was de perfecte combinatie! Marijke tikte haar lammetjes snel op de kop en rende naar het huis van mevrouw de Wit. Toen mevrouw de Wit opendeed, straalde ze omdat ze blij was om bezoek te krijgen. Marijke legde enthousiast haar idee uit.

‘Mevrouw de Wit, volgens mij hebben we hier allebei veel aan!’ Marijke was klaar. Ze hield haar adem in en wachtte op een antwoord.

‘Dat denk ik ook!’ zei mevrouw de Wit. ‘Ik krijg graag bezoek en mijn gras moet nodig gemaaid worden. Neem de lammetjes morgenochtend maar meteen mee.’ Marijke en mevrouw de Wit glimlachten naar elkaar en Marijke lachte terwijl ze naar huis liep.

De volgende dag werden ze goede, blijvende vriendinnen. Marijke ging voordat ze naar school ging met haar schapen naar het huis van mevrouw de Wit. ’s Middags ging ze nog even op bezoek voordat ze haar lammetjes ’s avonds weer mee naar huis nam. Het grasveldje van mevrouw de Wit bleef mooi kort en Marijkes lammetjes hadden te eten.

Illustratie Guy Francis