Door tiende gaan de vensters van de hemel open
Jacqueline Kirbyson (Engeland)
Een paar jaar geleden verloor mijn man zijn baan. Met het beetje pensioen dat ik ontving, konden we onze rekeningen nog maar net betalen en een beetje eten kopen, maar we kwamen wel rond.
Hoewel mijn man me in mijn toewijding aan de kerk steunde, was hij gefrustreerd dat ik tiende betaalde terwijl we nauwelijks onze rekeningen konden betalen. Toch had ik het gevoel dat we dit gebod moesten blijven gehoorzamen.
Hoewel we weinig geld hadden, hadden we wél een tuintje. Toen het lente werd, zaaiden we wortels, aardappelen, erwten, tomaten, rode paprika, kruiden en andere groenten. Onze tuin bloeide de hele zomer en we hadden een overvloedige oogst. De takken van onze pruimebomen braken bijna onder het gewicht van het fruit. Ik ben de hele zomer bezig geweest met fruit en groenten inmaken en invriezen, jam maken, taarten bakken en overgebleven eten aan de buren schenken.
Op een dag liep ik door ons tuintje en herinnerde ik me dat God had beloofd dat Hij de vensters van de hemel zou openen en ‘zegen in overvloed over [ons] uit [zou] gieten’ (Maleachi 3:10).
Toen ik aan mijn propvolle vriezer dacht, besefte ik dat onze hemelse Vader ons werkelijk had gezegend. We haalden genoeg uit ons tuintje om in onze behoeften te voorzien. We hadden zelfs eten over. Ik ben dankbaar dat God ons zegent als we zijn geboden gehoorzamen.